21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2326 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken van 10 mei 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN 10 MEI 2021

Introductie

Op maandag 10 mei zal er een vergadering van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken plaatsvinden. De Hoge vertegenwoordiger voorziet een fysieke bijeenkomst. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze vergadering. Er zal onder Current Affairs gesproken worden over Afghanistan, Sahel en Global Health.

Daarnaast staan de Westelijke Balkan en de Trans-Atlantische betrekkingen als volle agendapunten geagendeerd.

Current Affairs

Afghanistan

De Raad zal de recente ontwikkelingen bespreken t.a.v. de voorgenomen VS- en NAVO-troepenterugtrekking, het Afghaanse vredesproces en de veiligheidssituatie. Deze onderwerpen zijn ook tijdens het Commissiedebat over de aanvullende artikel-100 inzet Resolute Support op 22 april jl. aan de orde gekomen (Kamerstuk 27 925, nr. 780). Zoals in dit Commissiedebat toegezegd ontvangt de Kamer voor de zomer een nader voorstel van het kabinet over de toekomstige Nederlandse inzet en hulp aan Afghanistan. Een stabiel en veilig Afghanistan is in het belang van de EU. Het kabinet zal daarom oproepen tot een actieve inzet van de EU in het Afghaanse vredesproces, in het bijzonder om reeds geboekte resultaten te verduurzamen. Volgens het kabinet zou de aandacht vooral uit moeten gaan naar de veiligheidssector, het behoud van de verworvenheden, in het bijzonder gelijke rechten voor vrouwen en minderheden, alsook het waarborgen van de onafhankelijkheid van de rechtsstaat.

Sahel

De Raad zal een terugkoppeling ontvangen over de reis van Hoge Vertegenwoordiger Borrell naar Mauritanië, Mali en Tsjaad van 21–24 april 2021. De Hoge Vertegenwoordiger zou oorspronkelijk afreizen naar Niger in plaats van Tsjaad, maar door het onverwachts overlijden van president Déby van Tsjaad heeft de Hoge Vertegenwoordiger zijn reisprogramma aangepast en de begrafenis van Déby bijgewoond. Doel van het bezoek van de Hoge Vertegenwoordiger aan de Sahelstaten was om met hen te spreken over de implementatie van de routekaart van de internationale Sahel Coalitie en de aangepaste EU Sahel strategie.

De reis vond plaats naar aanleiding van de G5-top in Ndjamena in februari 2021, waar de internationale gemeenschap samen met de Sahelstaten een routekaart aannam met prioritaire inzet voor het komende jaar en naar aanleiding van de aangepaste EU Sahelstrategie, die op 16 april 2021 werd aangenomen in de vorm van Raadsconclusies.

Nederland heeft zowel bij de routekaart als bij de Europese Sahelstrategie gepleit voor een versterkte inzet op goed bestuur ten behoeve van versterking van het sociaal contract tussen burger en staat en hervormingen van de veiligheidssector. De Nederlandse beleidsprioriteiten komen in beide documenten goed naar voren. Het is van belang dat de Sahelstaten volledig betrokken worden bij de uitwerking van deze plannen. De Raad zal ook een terugkoppeling over de laatste ontwikkelingen in Tsjaad ontvangen. Voor het kabinet is het van belang dat in Tsjaad een democratische transitie plaatsvindt die de stabiliteit van het land waarborgt.

Global Health

Onder Current Affairs zal ook Global Health aan bod komen, mede met het oog op de Global Health Summit die door de Europese Commissie samen met Italië als voorzitter van de G20 op 21 mei a.s. virtueel zal worden georganiseerd.

De huidige COVID-19 pandemie laat het bredere belang zien van goede gezondheidssystemen en de noodzaak te investeren in Global Health, het streven naar oplossingen voor mondiale gezondheidsvraagstukken. Het doel van de Global Health Summit is lessen te trekken uit de COVID-19 pandemie. Daarbij zal zowel aandacht worden gegeven aan lange termijn visies op Pandemic Preparedness als op knelpunten op korte termijn, zoals wereldwijde beschikbaarheid van vaccins en de financiering van mondiale respons. De Europese Commissie en Italië bereiden momenteel een concepttekst voor de verklaring, een «Rome Declaration of Principles», voor. De top vindt kort voor de World Health Assembly (WHA) plaats, de jaarvergadering van de WHO, die op 25 mei wordt gehouden. De EU heeft het initiatief genomen voor een WHA-resolutie over «Strengthening WHO preparedness and response to health emergencies». De onderhandelingen over deze tekst zijn gaande. De bespreking tijdens de RBZ heeft als doel de gemeenschappelijke Europese boodschappen voor deze aanstaande toppen te verzamelen.

De verwachting is dat tijdens de Global Health Summit veel aandacht zal uitgaan naar het belang van solidaire wereldwijde toegang tot vaccins. Vanuit de WHO, maar ook de Europese Commissie, zal een pleidooi worden gehouden voor substantiële aanvullende financiële steun aan het multilaterale initiatief Access to Covid Tools Accelerator (ACT-A) waarmee lage- en middeninkomenslanden worden voorzien van vaccins, beschermende middelen, diagnostische tests en geneesmiddelen voor COVID-19. De WHO en de voorzitters van de ACT-A, de premier van Noorwegen en president van Zuid Afrika, hebben onlangs een oproep gedaan aan de deelnemende landen om een solidaire bijdrage te leveren om het financieringstekort te dichten. Nederland heeft tijdens de Voorjaarsvergadering van de Wereldbank aangekondigd haar bijdrage aan ACT-A met EUR 52 mln. te verhogen tot EUR 137 mln. Uw Kamer zal hierover nader worden geïnformeerd in het verslag van de Voorjaarsvergadering.

Nederland zal tijdens de Raad het belang van een multilaterale aanpak voor de toegang tot vaccins benadrukken, haar steun aan ACT-A onderstrepen en oproepen tot een significante Team Europe bijdrage.

Westelijke Balkan

De discussie over de Westelijke Balkan heeft op de Raad Buitenlandse Zaken van 19 april jl. niet plaatsgevonden en zal daarom op de Raad van mei alsnog gevoerd worden (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2323). In vervolg op de discussie op 22 maart jl. wil EDEO de discussie op de Raad concentreren op het geopolitieke- en veiligheidsbelang van de Westelijke Balkan voor de EU, de EU-samenwerking met de regio en de noodzaak van hervormingen o.a. in Bosnië en Herzegovina. Mogelijk worden ook regionale verzoening en de dialoog tussen Servië en Kosovo besproken. Ook de impact op de volksgezondheid en de economische gevolgen van de COVID-19 pandemie voor de landen van de Westelijke Balkan kunnen aan bod komen. Op de Raad ligt geen besluitvorming voor.

Het kabinet vindt het wenselijk dat de EU blijft inzetten op het verder verbeteren van de strategische communicatie en publieksdiplomatie in de Westelijke Balkan, en dit koppelt aan het brede instrumentarium dat de EU reeds inzet in de regio. Het kabinet steunt daarnaast de EU-coördinatie voor hulp bij de bestrijding van de negatieve effecten van de COVID-19-pandemie. Beide zijn van belang om de actieve betrokkenheid van de EU bij de landen van de Westelijke Balkan te blijven tonen, mede in het licht van de invloed van derde landen zoals Rusland en China. Het kabinet acht het ook van belang dat de internationale gemeenschap actief betrokken blijft bij regionale verzoening, waarbij de EU een centrale rol vervult. Daarbij dient samenwerking en afstemming tussen de EU en de VS plaats te vinden, mede vanwege de historische banden van de VS met de regio. Ten aanzien van de Kosovo-Servië dialoog blijft het kabinet benadrukken dat in het verleden gemaakte afspraken tussen beide partijen uitgevoerd moeten worden. Het kabinet hecht belang aan samenwerking met en tussen de Westelijke Balkan-landen op het terrein van de rechtsstaat, connectiviteit, veiligheid en klimaat. Voortdurende aandacht voor hervorming van de rechtsstaat, alsmede de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie, blijft daarbij essentieel. De landen in de regio moeten politieke wil laten zien om hervormingen duurzaam door te voeren. Het kabinet blijft uitdragen dat de autoriteiten in Bosnië en Herzegovina hervormingen moeten doorvoeren om alle 14 prioriteiten uit de Opinie van de Europese Commissie te realiseren.

Trans-Atlantische betrekkingen

Naar verwachting zal tijdens deze Raad worden gesproken over de samenwerking tussen de EU en de Verenigde Staten op GBVB-terrein, waarbij ook zal worden ingegaan op de Gezamenlijke Mededeling «a New EU-US Agenda for Global Change» van december 2020. Hierbij kan worden gedacht aan o.a. Afghanistan, Iran/JCPOA, Rusland, het Oostelijke Partnerschap en Ethiopië. Daarnaast zal mogelijk gesproken worden over de aangekondigde EU-VS Top in juni. De precieze invulling van dit agendapunt is nog niet bekend.

Het kabinet verwelkomt de bespreking van de trans-Atlantische relatie en acht het van belang dat de invulling van de voorstellen uit de Gezamenlijke Mededeling voortvarend ter hand wordt genomen door de EU-instellingen en de lidstaten gezamenlijk. In het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 7 december 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2250) ontving uw Kamer reeds een appreciatie van deze Mededeling. Op GBVB-terrein, net als op vele andere terreinen, zijn de mogelijkheden om met de Biden/Harris-administratie gezamenlijk op te treden toegenomen, dat o.a. blijkt uit de verbeterde sanctiecoördinatie op deelterreinen. Het kabinet acht het van belang dat deze samenwerking verder wordt verstevigd en dat deze gelijkgezindheid ook proactief uitgedragen wordt. Nederland verwelkomt de aangekondigde EU-VS Top en is voornemens in de Raad op te roepen tot een integrale voorbereiding ten behoeve van concrete uitkomsten van deze Top.

Belarus

Tijdens de Raad zullen de Ministers spreken over de situatie in Belarus. Sinds de vervalste presidentsverkiezingen van augustus 2020 is er sprake van protesten tegen het regime van president Loekasjenko. De autoriteiten treden zeer repressief op tegen de democratische oppositie, het maatschappelijk middenveld en onafhankelijke journalisten. In de afgelopen maanden is de repressie verder toegenomen. Daarbij is sprake van afbraak van de rechtstaat en ernstige mensenrechtenschendingen.

Tijdens de Raad zal worden gesproken over de EU-reactie op deze situatie. Het kabinet vindt het belangrijk dat de EU-steun aan het maatschappelijke middenveld, mensenrechtenverdedigers en onafhankelijke media wordt voortgezet. Het kabinet acht het belangrijk dat de afgebouwde samenwerking met de zittende Belarussische autoriteiten gehandhaafd blijft. Tot slot is het kabinet voorstander van een verdere uitwerking van het door de EU aangekondigde economische steunplan voor Belarus, om een stimulans te geven aan hervormingsgezinde krachten. Een expliciete voorwaarde voor uitvoering van dit plan is dat Belarus een democratische koers inslaat, recht doet aan de democratische wens van de bevolking, en zelf ook met de EU wil samenwerken.

Zoals ook aan uw Kamer werd meegedeeld in het verslag van de RBZ van 23 februari jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2296) wordt momenteel gesproken over een vierde pakket EU-sanctiemaatregelen tegen de verantwoordelijken voor de repressie in Belarus. Het kabinet spant zich ervoor in dat dit pakket op korte termijn zal worden afgerond.

Naar boven