21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2298 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2021

Hierbij informeer ik uw Kamer over de uitvoering van de motie van het lid Omtzigt c.s. over maatregelen in EU-verband tegen de repressie in Belarus (Kamerstuk 21 501-20 nr. 1634), ingediend op 8 december 2020.

Het kabinet deelt de constatering dat politieke repressie in Belarus nog steeds toeneemt. Sinds het begin van de protesten tegen de vervalste uitslag van de presidentsverkiezingen heeft het kabinet, samen met de EU en andere partners, de Belarussische autoriteiten steeds opgeroepen zich te onthouden van enig geweld tegen demonstranten, de rechtsstaat te respecteren en politieke gevangenen vrij te laten.

In reactie op de stembusfraude en de daarop volgende systematische, vaak gewelddadige, repressie door de autoriteiten heeft de EU sancties ingesteld. Hiermee zijn onder meer inreisverboden opgelegd aan personen in Belarus die betrokken zijn bij deze stembusfraude, repressie, en andere mensenrechtenschendingen. Daarnaast zijn van diverse zakelijke entiteiten in Belarus die hierbij betrokken zijn geweest de Europese banktegoeden bevroren. Inmiddels zijn onder dit sanctieregime maatregelen genomen tegen 88 personen en 7 entiteiten. Nederland is nauw betrokken geweest bij de voorbereiding van deze sancties.

Het kabinet zal zich ervoor inspannen dat, binnen de gefaseerde benadering die de EU hanteert bij sancties tegen Belarus en welke Nederland deelt, aanvullende maatregelen worden aangenomen wanneer repressie door de autoriteiten aanhoudt. Zoals ook gemeld aan uw Kamer in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 22 februari jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2295) zal hierover binnenkort in EU-verband nader worden gesproken. Daarbij ligt het voor de hand dat het sanctieregime dat, sinds 2012 specifiek is ingericht in het kader van mensenrechtenschendingen in Belarus, wordt aangewend. Ook de vorige pakketten sancties zijn onder dit regime aangenomen, dat dezelfde restricties oplegt als het mensenrechten sanctieregime.

Zoals ook aan uw Kamer gemeld op 2 december jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2248) zijn in EU-verband herhaaldelijk verzoeken ingediend bij de Belarussische autoriteiten om oppositieleden en activisten te kunnen bezoeken in de gevangenis. Deze verzoeken zijn door de autoriteiten steeds afgewezen of onbeantwoord gebleven. Niettemin zal het kabinet in EU-verband blijven proberen om gedetineerden te bezoeken. Nederland heeft het belang hiervan recent ook geagendeerd bij een regulier EU-overleg in Minsk.

De in Minsk aanwezige diplomaten van EU-lidstaten coördineren hun aanwezigheid bij zittingen van politieke gevangenen, oppositieleden en activisten, om te trachten een zo groot mogelijke diplomatieke aanwezigheid te bereiken. Ook de Nederlands tijdelijk zaakgelastigde is in dit verband geregeld bij rechtszaken aanwezig.

Nederland zal samen met de EU en andere partners aandacht blijven vragen voor mensenrechtenschendingen, de ondermijning van de rechtsstaat en de erbarmelijke detentieomstandigheden in gevangenissen in Belarus, zowel bilateraal als in multilaterale fora.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven