Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2020
Met deze brief kom ik tegemoet aan het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse
Zaken van 13 mei 2020 om een appreciatie te ontvangen van de opgelopen spanningen
tussen de VS en China sinds de corona-uitbraak en de positiebepaling van Nederland
en de EU in dat conflict.
De corona-uitbraak heeft ertoe geleid dat de spanningen tussen de VS en China zich
sterker doen gelden. Het kabinet betreurt dat de coronacrisis dit effect gehad heeft.
Gelet op de ernst van deze crisis voor de volksgezondheid en de economie, kan het
belang van een doortastende en internationaal gecoördineerde respons niet overschat
worden. Actieve betrokkenheid van zowel de VS als China is daarbij onontbeerlijk.
Het meest in het oog springende voorbeeld van hoe de spanningen tussen de VS en China
als gevolg van de coronacrisis hun weerslag hebben op de internationale samenwerking
is de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Uw Kamer is reeds geïnformeerd over de Nederlandse
steun voor de WHO, juist ook in deze crisis (o.a. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2161). Politisering van de WHO is niet behulpzaam, want gaat ten koste van de cruciale
rol die de WHO heeft bij het coördineren van de internationale corona-aanpak. Daar
moet nu alle aandacht naar uitgaan. Nederland draagt dit standpunt zowel bilateraal
als multilateraal uit. Tegelijkertijd benadrukt Nederland dat het belangrijk is op
een later moment onafhankelijk onderzoek te doen naar de internationale crisisrespons
om lessen te trekken voor de toekomst. Ook de EU heeft zich langs deze lijnen uitgesproken.
De spanningen tussen China en de VS dateren overigens al van voor de coronacrisis.
Er is ook sprake van een competitie tussen modellen: dat van de open en democratische
rechtsstaat, dat ook aan de basis staat van het Nederlandse staatsbestel en van de
EU, versus het gesloten Chinese model, dat lijkt te profiteren van openheid van anderen
(overdracht van kennis en technologie), maar toegang tot zijn eigen markt beperkt.
Aan die verschillende modellen liggen verschillen in waardensystemen ten grondslag
op economisch terrein en waar het gaat om mensenrechten en fundamentele vrijheden.
De veranderende multipolaire wereld vereist sterk EU-optreden. De Nederlandse belangen
zijn het best gediend door krachtiger gezamenlijk optreden in groter verband – in
eerste instantie in EU-kader. Alleen in EU-verband leggen we voldoende gewicht in
de schaal om een speler te zijn die zijn eigen belangen kan borgen op het veranderende
wereldtoneel.
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 15 juni jl. is richting de VS in relatie tot
China door Nederland het belang onderstreept van het vergroten van onze strategische
weerbaarheid, het verzekeren van een gelijk speelveld voor handelsbetrekkingen en
van het effectief uitdragen van de waarden en normen die de VS en Europa delen (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2178). Hierbij is Trans-Atlantische samenwerking zowel in Europees als Amerikaans belang,
evenals samenwerking ter bevordering van effectief multilateralisme. Bij dit alles
moet gewaakt worden voor een overreactie en protectionisme. Samenwerken waar het kan,
beschermen waar het moet blijft voor Nederland het uitgangspunt in de relatie tot
China. Voor een completer overzicht van het Nederlandse beleid ten aanzien van China
verwijs ik u naar de notitie «Nederland-China: een nieuwe balans» (mei 2019) (Kamerstuk
35 207, nr. 1).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok