21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2178 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2020

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken van 15 juni 2020.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

VERSLAG INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 15 JUNI 2020

Introductie

Op maandag 15 juni jongstleden vond een informele Raad Buitenlandse Zaken plaats per videoconferentie waaraan de Minister van Buitenlandse Zaken deelnam. De Ministers hadden daarbij een informeel overleg (door middel van videoconferentie) met Secretary of State (SoS) Mike Pompeo van de Verenigde Staten. Tevens kwamen, onder Current Affairs, kort de Sudan Partnership Conference, Venezuela en de Turkse booractiviteiten in het Oostelijk Middellandse zeegebied aan de orde.

Current Affairs

Sudan Partnership Conference op 25 juni 2020

De Raad stond kort stil bij de Sudan Partnership Conference, die Hoge Vertegenwoordiger Borrell samen met Duitsland, Soedan en de VN voorbereidt. Doel van deze conferentie is om steun te betuigen aan de democratische transitie in Soedan. Externe financiering is van belang om de urgente hervormingen te ondersteunen. Indien de transitie in Soedan faalt, zal dat ook zijn weerslag hebben op de regio en de EU.

Nederland heeft het belang benadrukt van accountability als belangrijk onderdeel van het laten slagen van de transitie. De arrestatie en overdracht naar het Internationaal Strafhof (ICC) van Ali Kushayb is een belangrijk succes voor het ICC en hun onderzoek naar Darfur. Nederland heeft nogmaals het belang benadrukt dat Soedan onverkort meewerkt met het ICC in de zaak Al-Bashir.

Venezuela

De Raad sprak kort over de zorgwekkende recente ontwikkelingen in Venezuela, waaronder de samenstelling van de electoral national council1. Hoge Vertegenwoordiger Borrell sprak de hoop uit dat de deelovereenkomst voor de aanpak van COVID-19 tussen het regiem en oppositie verbreed kan worden en gaf aan zich in te zetten om de International Contact Group op korte termijn bijeen te roepen.

Conform de toezegging gedaan in het algemeen overleg Raad Buitenlandse Zaken op 28 mei jongstleden, kan het kabinet melden dat het Venezolaanse regiem niet is teruggekomen op de beschuldigingen over vermeende betrokkenheid van Aruba bij de incidenten in Venezuela op 3 mei.

Turkse proefboringen

De Raad stond kort stil bij de Turkse proefboringen in de Oostelijke Middellandse Zee. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 15 mei jongstleden kwamen de leden van de Raad een verklaring overeen omtrent de Turkse proefboringen in het Oostelijk deel van de Middellandse Zee. In deze verklaring heeft de Raad solidariteit met Cyprus uitgesproken en heeft Turkije opnieuw opgeroepen de Cypriotische soevereiniteit te respecteren, waarbij de Raad betreurt dat Turkije geen opvolging heeft gegeven aan eerdere oproepen. Naar verwachting zal de Raad hier verder over spreken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 13 juli a.s.

Videoconferentie met Secretary of State Pompeo

De Ministers hadden een onderhoud per videoverbinding met SoS Pompeo van de Verenigde Staten. In het gesprek is onder meer gesproken over China, het Midden-Oosten Vredesproces, inclusief mogelijke Israëlische voornemens tot annexatie, en het Oostelijk Partnerschap. Gelet op de beschikbare tijd, konden enkele Lidstaten interveniëren op een specifiek onderwerp. Nederland kreeg daarbij de gelegenheid om te spreken tijdens het agendapunt over China.

Alle sprekers benadrukten dat de trans-Atlantische relatie één van de belangrijkste pilaren van de wereldorde is en dat de COVID-19 crisis het belang van deze betrekkingen nogmaals onderstreept heeft. De EU en de VS hebben tijdens de crisis op gezondheidsterrein goed kunnen samenwerken, o.a. op het gebied van vaccinontwikkeling en de productie van medische apparatuur. Daarnaast was er sprake van nauwe samenwerking bij de repatriëring van Europese en Amerikaanse onderdanen. Het verder bestendigen van de trans-Atlantische relatie is van belang om als waardengemeenschap de geopolitieke uitdagingen, die door de COVID-19 crisis versneld zijn, effectief het hoofd te bieden. De VS en de EU hebben elkaar daarbij nodig, ook met het oog op vergroten van strategische veerkracht en het economisch herstel na deze crisis.

Meer in het algemeen heeft de EU, waaronder ook Nederland, onderstreept dat Amerikaans engagement met het multilaterale stelsel (waaronder ook de WHO en het Open Skies Verdrag) in het belang van zowel Europa als de VS is. Samen kunnen de VS en de EU meer bereiken om deze organisaties waar nodig te hervormen en het hoofd te bieden aan systeem-concurrenten die er soms andere waardepatronen op na houden. Dit geldt ook ten aanzien van wapenbeheersing. Nederland heeft aangegeven de inzet van de VS voor een ambitieuzere overeenkomst op het gebied van nucleaire wapenbeheersing te steunen – met inbegrip van China en inclusief substrategische kernwapens, die vooral een impact hebben op de Europese veiligheid. Nederland heeft daarbij opgeroepen het New START-verdrag te verlengen om een dergelijke ambitieuzere vervolgdeal mogelijk te kunnen maken, en Nederland toonde zich bereid om hieraan mee te werken, inclusief het oproepen van Rusland en China om deel te nemen aan de trilaterale besprekingen.

Nederland heeft benadrukt hoe belangrijk het partnerschap is tussen de VS en de EU. Als democratische rechtstaten met oude historische banden is de samenwerking op het gebied van veiligheid, handel en tal van deelgebieden essentieel. Tegelijkertijd heeft Nederland teleurstelling uitgesproken over de vorige week door de VS aangekondigde maatregelen tegen het ICC. Nederland heeft het belang benadrukt van een onafhankelijk en onpartijdig ICC. Nederland verwelkomt dan ook de verklaring die Hoge Vertegenwoordiger Borrell hierover uitbracht op 16 juni jongstleden2.

Tijdens het gesprek is van gedachten gewisseld over China en zijn groeiende assertiviteit. De VS en de EU hebben gedeelde zorgen, met name over (economische) veiligheid, oneerlijke concurrentie, mensenrechten en de situatie in Hongkong. Nederland heeft daarbij aangegeven dat trans-Atlantische samenwerking in beider belang is om gedeelde waarden effectief uit te dragen, om oneerlijke concurrentie tegen te gaan, en om mondiale waardeketens toekomstbestendig en robuuster te maken en ongewenste strategische afhankelijkheden te verminderen. Hierbij moet gewaakt worden voor een overreactie en protectionisme. Samenwerken waar het kan, beschermen waar het moet, blijft voor Nederland het uitgangspunt in relatie tot China.

Tijdens het gesprek met SoS Pompeo werd ook gesproken over het Midden-Oosten Vredesproces, inclusief mogelijke Israëlische voornemens tot annexatie. De EU heeft in het gesprek de noodzaak van hervatting van onderhandelingen tussen beide partijen onderstreept. De bekendmaking van het Amerikaanse plan heeft enig momentum gecreëerd. De EU heeft aangegeven dat dit momentum gebruikt moet worden om onderhandelingen op basis van de internationale parameters te hervatten en is bereid daarbij te helpen. Tevens is vanuit de EU gewezen op de mogelijke gevolgen van eenzijdige annexatie voor de twee-statenoplossingen en voor regionale stabiliteit.

Voorts spraken de Ministers over het conflict in Oost-Oekraïne, en specifiek over de voortgang t.a.v. de implementatie van de Minskakkoorden. Ook stonden ze stil bij de grote economische uitdagingen waarvoor Oekraïne, mede door COVID-19, nu staat.

Het gesprek met SoS Pompeo vond plaats tegen de achtergrond van de tragische dood van de heer George Floyd en de daaropvolgende gebeurtenissen.

Nederland heeft aangegeven dat de recente ontwikkelingen in de VS, Nederland en wereldwijd eraan herinneren dat de gezamenlijke strijd tegen racisme en discriminatie nog niet voorbij is. Nederland heeft daarbij benadrukt dat inspanningen noodzakelijk blijven om het gezamenlijke doel voor het uitbannen van racisme en discriminatie wereldwijd te behalen (conform de motie van de leden Van Helvert en Koopmans, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2172 van 10 juni 2020).

Naar boven