21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 2168 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2020

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de VTC Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 juni 2020.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

GEANNOTEERDE AGENDA VTC RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 9 JUNI 2020

Introductie

Op 9 juni 2020 zal een informele videoconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken Handel plaatsvinden. Op de agenda staan de stand van zaken in de WTO en de handelsaspecten van de COVID-19 pandemie. Eurocommissaris Hogan zal daarnaast een terugkoppeling geven van de videoconferentie van de handelsministers van de G20 die op 14 mei 2020 plaatsvond.

Wereldhandelsorganisatie (WTO) – stand van zaken

De Raad zal zich buigen over de stand van zaken van de onderhandelingen binnen de WTO. Sinds het uitstel tot nader order van de 12e Ministeriële Conferentie (MC12) hebben de onderhandelingen stil gelegen. De WTO heeft gezocht naar een inclusieve, toegankelijke manier van digitaal vergaderen. Steeds meer comités, waar implementatie en monitoring van de WTO-regels centraal staan, komen inmiddels weer digitaal bijeen. Naar verwachting zal bij de Algemene Raad van de WTO (General Council) in juni een besluit worden genomen over wanneer de 12e Ministeriële Conferentie alsnog zal plaatsvinden. Daarnaast zal de Raad Buitenlandse Zaken Handel spreken over de inzet van de EU op modernisering van de WTO. De EU-inzet zou normaal gesproken eind 2020, na de MC12, tegen het licht worden gehouden. Door COVID-19 en het uitstel van de MC12 wordt deze eerder herzien.

Zowel Nederland als de EU hebben groot belang bij handel die op multilaterale regels is gebaseerd. De WTO is hiervoor het forum, omdat het ervoor zorgt dat in 164 landen dezelfde basisregels gelden zodat een stabiele omgeving voor bedrijven wordt geborgd. De WTO staat echter onder grote druk. Bepalend voor de toekomst van de WTO is antwoord op de vraag of de WTO-leden de organisatie dusdanig kunnen hervormen dat deze een nieuwe balans kan vinden tussen rechten en plichten van de leden, zodat er sprake zal zijn van een mondiaal level playing field. Nederland steunt de inzet van de EU om met de VS en Japan tot nieuwe regels te komen over industriële subsidies. Een andere bepalende kwestie voor het voortbestaan van de WTO is hoe rechten en plichten van de leden kunnen worden gehandhaafd. Met het ophouden van het functioneren van het geschillenbeslechtingssysteem binnen de WTO heeft de EU met een groep andere WTO-leden tijdelijk een alternatief systeem vorm gegeven. Nederland steunt deze interim-oplossing, maar blijft inzetten op een definitieve multilaterale oplossing, waarbij alle (grote) spelers aan boord zijn. Daarnaast acht Nederland het van belang dat ook in de WTO-onderhandelingen duurzaamheid een centrale rol krijgt. Het kabinet is van mening dat de EU op dit gebied een leidersrol op zich moet nemen. Afspraken over duurzaamheid in WTO-verband dragen ook bij aan een mondiaal gelijk speelveld voor bedrijven. Daarnaast heeft Nederland al eerder gepleit voor een nieuwe impuls voor het bevorderen van handel in zogenaamde «groene» goederen, hetgeen door de Commissie opgepakt wordt.

Naast de discussie over de hervorming van de WTO, acht Nederland het van belang dat er tevens voortgang wordt geboekt op lopende onderhandelingen in de WTO op onderwerpen zoals visserijsubsidies en e-commerce.

Handelsaspecten van de COVID-19 pandemie en implicaties voor handelsbeleid

Zoals aangegeven in de geannoteerde agenda voor de extra informele Raad Buitenlandse Zaken over Handel over COVID-19 van 16 april 2020 (Kamerstuk 21 501-02 en 25 295, nr. 2160), wil het kabinet, naast focus op de bestrijding van het virus hier en nu, ook oog houden voor de middellange en lange termijn risicomitigatie. Een duurzaam, op regels gebaseerd handelssysteem is een belangrijke component om wereldwijd de coronacrisis te adresseren. Onderdeel daarvan is een analyse hoe op lange termijn de strategische weerbaarheid van mondiale waardeketens te versterken en een mogelijk al te eenzijdige afhankelijkheid van enkele landen of leveranciers binnen de voor de EU strategische waardeketens te adresseren.

Duurzaamheid blijft in de toekomst een belangrijk thema in de discussie over handel. In het kader van de voortgaande bredere discussie binnen de Europese Unie over de toekomst van Europese handelsverdragen hebben Nederland en Frankrijk in een non-paper een aantal elementen aangedragen die onderdeel kunnen vormen van deze discussie en die bij kunnen dragen aan een verdere verduurzaming van het handelsbeleid van de Europese Unie. Uw Kamer kreeg reeds een afschrift van dit non-paper.

Essential health goods agreement

Eurocommissaris Hogan zal naar verwachting een eerste reflectie geven op de mogelijke EU-inzet om tot een plurilateraal akkoord te komen om waardeketens voor medische goederen open te houden en invoerrechten op deze goederen te liberaliseren. Dit volgt op de eerdere discussie hierover tijdens de extra ingelaste, informele videoconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken Handel over de handelsaspecten van de COVID-19 crisis op 16 april 2020.

Het kabinet zal hierbij aandacht vragen voor een eerder door Nederland voorgestelde Essential Health Goods Agreement, waarmee de handel in schaarse en essentiële goederen in crisistijd beter gereguleerd zou kunnen worden. Het is voor Nederland van belang dat de inzet van de EU verder gaat dan het liberaliseren van invoerrechten op medische goederen. Zo is het van belang dat handelsbeperkende maatregelen bij een volgende gezondheidscrisis zoveel mogelijk worden voorkomen, verdere samenwerking tussen landen bijdraagt aan ethische allocatie van medische goederen, internationale handel in medische goederen beter inzichtelijk wordt ten tijde van crisis en prijsopdrijving wordt voorkomen. Het kabinet zet zich in voor opvolging van het eerder voorgestelde Essential Health Goods Agreement door opties voor onderdelen van een dergelijk akkoord verder uit te werken. Het kabinet verkent daarnaast mogelijkheden om in overleg met de Commissie onderzoek te laten uitvoeren naar onderdelen van het voorgestelde Essential Health Goods Agreement en experts hierbij te betrekken. Nederland trekt in de uitwerking van dit initiatief op met gelijkgezinde lidstaten.

Noodverordening vergunningplicht export persoonlijke beschermingsmiddelen

Naar verwachting zal Eurocommissaris Hogan de Raad ook melden dat de Commissie geen nieuw voorstel heeft gedaan om de EU-vergunningplicht bij uitvoer van bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen te verlengen. Daarmee zijn deze producten per 26 mei 2020 niet meer vergunning plichtig bij uitvoer naar derde landen.

Aangezien de tekorten aan bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen in de EU voortduren, zal het kabinet het belang onderstrepen dat de Commissie de levering, opslag en beschikbaarheid van deze producten nauwgezet blijft monitoren.

Overig

Raadpleging hernieuwing Algemeen Preferentieel Stelsel

Hierbij ga ik in op het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 14 mei 2020 om aan te geven of het kabinet voornemens is te reageren op de raadpleging «Trade – preferential tariff scheme between the EU and developing countries». Het kabinet is niet voornemens om te reageren op deze consultatie. Nederland geeft haar inbreng al via de relevante werkgroepen en expertgroepen in Brussel. Nederland heeft het bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld opgeroepen om deel te nemen aan de consultatie.

Bijlage 1: Voortgangsrapportage handelsakkoorden – mei 2020

Deze bijlage bevat informatie omtrent EU-handelsakkoorden die nog niet definitief in werking zijn getreden en EU-handelsakkoorden waarbij de betrokken partijen al wel de intentie kenbaar hebben gemaakt om een handelsakkoord te verkennen. Deze rapportage wordt ieder kwartaal aan de Kamer toegezonden.

A. Multilaterale handelsakkoorden

Onderhandelingen over afschaffen van visserijsubsidies

Het mandaat om binnen de WTO over visserijsubsidies te onderhandelen, is onderdeel van de Doha Ontwikkelingsagenda (Doha Development Agenda, DDA). Doel is om bepaalde vormen van subsidies af te schaffen die bijdragen aan overcapaciteit en overbevissing, een einde te maken aan illegale, niet gerapporteerde en ongereguleerde (IUU) visserij, en daarbij rekening te houden met een speciale gedifferentieerde behandeling van ontwikkelingslanden conform SDG 14.6. Begin 2020 vonden clusterbijeenkomsten plaats om de onderhandelingen vooruit te helpen, met als doel bij de 12e Ministeriële Conferentie in Kazachstan (MC12, gepland voor juni 2020) nieuwe disciplines te presenteren. Verschillende WTO-leden hebben tekstvoorstellen gedaan en technische vragen op tafel gelegd op basis waarvan verder wordt onderhandeld. Nu MC12 door de verspreiding van COVID-19 voorlopig uitgesteld is en de onderhandelingen tijdelijk stilgevallen zijn, mikken de WTO-leden op een onderhandelingsresultaat aan het eind van 2020.

B. Plurilaterale handelsakkoorden

Milieugoederenakkoord (Environmental Goods Agreement (EGA)):

Sinds juli 2014 onderhandelen achttien partijen, waaronder de EU, over een milieugoederenakkoord. Dit beoogde akkoord richt zich op de vrijmaking van de handel in goederen die bijdragen aan milieu en klimaatdoelstellingen. Hiertoe onderhandelen deelnemende partijen over een lijst van «groene goederen». Eveneens wordt getracht de aan deze producten gekoppelde diensten op termijn te liberaliseren. De Europese Commissie onderhandelt op basis van het mandaat vastgesteld door de Raad in 2014. Inmiddels hebben 18 onderhandelingsrondes plaatsgevonden en zijn mogelijke hoofdlijnen van een akkoord (zogenoemde «landing zones») geïdentificeerd. Partijen hebben gepoogd de onderhandelingen in 2016 af te ronden, maar zijn daar niet in geslaagd. Hierop zijn de onderhandelingen stilgelegd. Het is onduidelijk wanneer de onderhandelingen worden hervat, gezien het veranderde internationale krachtenveld sinds 2016. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken Handel op 21 november 2019 heeft Nederland de Europese Commissie opgeroepen om zich in te zetten voor heropening van de onderhandelingen, zie ook de Kamerbrief in reactie op de motie Diks (21 501-02 nr. 2085)1. Tevens heeft Nederland dit opgebracht in een gesprek met Eurocommissaris voor Handel Phil Hogan. Binnen de EU is de steun hiervoor momenteel beperkt; dat geldt ook binnen de WTO.

Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement (TiSA):

Het Trade in Services Agreement (TiSA) is een plurilateraal handelsakkoord over de handel in diensten waarover de EU tot december 2016 met 22 WTO-leden onderhandelde, op basis van een mandaat van de Raad uit maart 2013.2 Het doel van het akkoord is onder meer om afspraken te maken over internationale e-commerce, datastromen, telecommunicatie, transport, kennismigratie en betere regelgeving. Van 2 tot en met 10 november 2016 heeft de 21e onderhandelingsronde plaatsgevonden. De Europese Commissie heeft een verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.3 Sindsdien zijn er in verband met het veranderde internationaal krachtenveld geen onderhandelingen meer geweest. Het is onbekend wanneer de onderhandelingen worden hervat.

Onderhandelingen over elektronische handel (e-commerce)

Op 13 december 2017 hebben 70 WTO-leden, waaronder de EU, de VS, Japan en China, op de 11eMinisteriële Conferentie van de WTO een gezamenlijke verklaring gepubliceerd, die als startschot diende voor verkennende gesprekken ten behoeve van toekomstige onderhandelingen over e-commerce. Het doel van het akkoord is afspraken te maken over onderwerpen die e-commerce betreffen, zoals erkenning van elektronische handtekeningen, consumentenbescherming, bescherming van persoonsgegevens en privacy en grensoverschrijdende datastromen. In januari 2019 hebben 76 leden van de WTO, waaronder de eerdergenoemde leden, in een gezamenlijke Joint Statement Initiative te Davos besloten onderhandelingen te starten over handel gerelateerde aspecten van e-commerce. Ondertussen is het aantal deelnemers gestegen tot 83. De onderhandelingen voor de EU vinden plaats op basis van het mandaat voor de Doha Ontwikkelingsagenda, aangevuld met de onderhandelingsrichtsnoeren die in mei 2019 door de Raad zijn vastgelegd. Inmiddels heeft de zevende onderhandelingsronde plaatsgevonden. De achtste ronde die gepland stond voor 17–20 maart is door COVID-19 geannuleerd. Het is nog niet duidelijk wanneer de onderhandelingen hervat worden.

C. Bilaterale handelsakkoorden

C.1 Afrika:

In 2002 zijn onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. Nog niet alle EPA’s zijn volledig in werking; in de tussentijd heeft de EU (interim-) EPA’s gesloten met afzonderlijke landen (Kameroen, Ivoorkust, Ghana).

Economisch Partnerschap Centraal Afrika (Centraal Afrika-EU EPA):

In deze regio is de EPA alleen getekend door Kameroen. Met dat land vindt overleg plaats over een mogelijke verdieping van de overeenkomst. Onderhandelingen met andere landen in Centraal-Afrika verlopen moeizaam. Congo komt in aanmerking voor preferenties onder het Algemeen Preferentieel Stelsel. Sinds 1 januari 2014 komt Gabon daar niet meer voor in aanmerking. De overige landen van deze regio vallen onder de «minst ontwikkelde landen» en genieten daarom rechten- en quota-vrije toegang tot de EU-markt onder het zogenoemde «Everything but Arms» schema.

Economisch Partnerschap Westelijk Afrika (ECOWAS-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord over een EPA bereikt met de zestien landen in de Westelijk Afrikaanse regio (verenigd in de Economic Community of West African States, ECOWAS). Van hen hebben dertien landen het akkoord direct getekend. In 2018 hebben ook Gambia en Mauritanië getekend, waarmee Nigeria het enige land in West-Afrika is dat de EPA niet getekend heeft. Het akkoord komt in aanmerking voor voorlopige toepassing wanneer alle ECOWAS-lidstaten het akkoord getekend hebben en minimaal twee derde van de ECOWAS-lidstaten het akkoord hebben geratificeerd. In 2016 zijn interim-EPA’s met Ghana en Ivoorkust tot stand gekomen. Beide worden voorlopig toegepast.

Economisch Partnerschap Oostelijk Afrika (EAC-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord bereikt met de vijf landen in de Oostelijk Afrikaanse regio (de East African Community, EAC) over een EPA. Op 1 september 2016 tekenden Kenia en Rwanda de overeenkomst. Ook alle EU-lidstaten en de EU hebben de overeenkomst getekend. Op de EAC-Top van 20 mei 2017 is de EU ingegaan op zorgpunten van enkele EAC-leden. Op de EAC-Top van 1 februari 2019 werd afgesproken om binnen vier maanden meer helderheid te krijgen over deze zorgpunten, maar voortgang is sindsdien uitgebleven.

Economisch Partnerschap Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA-EU EPA):

Sinds 2012 is voor Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe een EPA van kracht. In januari 2019 kwamen partijen overeen om de overeenkomst te verdiepen. Zo hebben onder meer discussies plaatsgevonden over modernisering van de regels van oorsprong. In januari 2020 is het EPA-comité bijeen gekomen in de Seychellen en is gesproken over verdere verdieping van het akkoord. Er werd met name voortgang geboekt op technische handelsbarrières, douane, handelsfacilitatie, voedselveiligheid en landbouw. De volgende bijeenkomst zal plaatsvinden in juli dit jaar waar ook gesproken zal worden over o.a. diensten en investeringen. De ambitie is te komen tot een veelomvattend modern akkoord met betrokkenheid van «civil society» en parlementen.

Economisch Partnerschap Zuidelijk Afrika (SADC-EU EPA):

In juni 2016 kwam een akkoord tot stand met zes landen in de Zuidelijk Afrikaanse regio: Botswana, Lesotho, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika en Eswatini (voorheen Swaziland). Angola had de mogelijkheid om later toe te treden en heeft formeel haar «accession negotiation letter» ingediend. De SADC-EPA (Southern African Development Community) wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast. Toen ook Mozambique vanaf februari 2018 de EPA toepaste, werd dit de eerste volledig operationele regionale EPA in Afrika. De zes andere landen in de SADC-regio: de Democratische Republiek Congo, Madagaskar, Malawi, Mauritius, Zambia en Zimbabwe, maken deel uit van andere regionale groepen waarmee de EU samenwerkt, te weten Centraal Afrika resp. Oostelijk en Zuidelijk Afrika.

Een eerste gezamenlijke Raad vond plaats op 19 februari 2019 in Kaapstad, waarbij een kader werd afgesproken voor geschillenbeslechting. Op 14 juni 2019 verzocht de EU formeel om consultaties over een vrijwaringsmaatregel voor pluimvee. De consultaties vonden plaats op 13 september 2019 in Gaborone en Botswana maar leiden niet tot een oplossing. De Europese Commissie begint daarom nu een geschillenbeslechtingsprocedure. Parallel aan de eerste Raad, vond de vijfde bijeenkomst plaats van het Comité voor Handel en Ontwikkeling (TDC) alsmede de tweede bijeenkomst van zowel het Comité voor handelsfacilitatie en douanesamenwerking als het Comité voor geografische aanduidingen en handel in wijnen en sterke dranken. In februari vond de zesde TDC-bijeenkomst plaats waar gesproken werd over monitoring van het akkoord, betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en «trade irritants».

Egypte (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA):

In 2004 trad een associatieakkoord tussen de EU en Egypte in werking. Dit heeft vrijhandel van goederen bewerkstelligd door de afschaffing van invoerrechten voor industriële producten en omvat diverse concessies voor landbouwproducten. In 2010 trad additioneel een akkoord in werking met betrekking tot landbouw en visserij. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Een dialoog daarover is gestart in juni 2013 maar is nog geen zicht op opening van de onderhandelingen.

Marokko (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA):

Het associatieakkoord tussen de EU en Marokko is in werking getreden in maart 2000. Het akkoord heeft geleid tot de geleidelijke afbouw van invoerrechten voor industriële producten en liberalisatie voor landbouw- en visserijproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De onderhandelingen daarover zijn in april 2013 van start gegaan. Sinds de vierde ronde in april 2014 liggen de onderhandelingen stil. Marokko wenste meer tijd voor interne afstemming. Tijdens de EU-Marokko Associatieraad in juni 2019 is nog gesproken over hervatting van de onderhandelingen.4

Tunesië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA):

Het associatieakkoord tussen de EU en Tunesië is in 1998 in werking getreden. In 2008 zijn de douanerechten voor industrieproducten volledig afgeschaft. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De EU-tekstvoorstellen en verslagen van de onderhandelingsrondes zijn online beschikbaar.5 De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 29 april tot en met 3 mei 2019 in Tunis. Het verslag van deze onderhandelingsronde is ook online beschikbaar.6 Er is nog geen datum bekend voor de vijfde onderhandelingsronde.

C.2 Azië:

ASEAN (Association of Southeast Asian Nations):

In 2007 zijn de onderhandelingen gestart tussen de EU en de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)7 om tot een regionaal handelsakkoord te komen. De basis hiervoor is het ASEAN-mandaat uit 2007. Na zeven onderhandelingsrondes hebben de EU-lidstaten in 2009 besloten om de onderhandelingen te vervolgen op het niveau van bilaterale handelsakkoorden met ASEAN-landen. Deze handelsakkoorden kunnen als bouwstenen dienen om later alsnog tot een regionaal handelsakkoord te komen.

China (EU-China Investment Agreement):

Sinds november 2013 is de Europese Commissie, op basis van een mandaat uit oktober 2013, met China in onderhandeling over een investeringsakkoord. Het doel is om een kwalitatief hoogwaardig akkoord te sluiten, waarbij het gaat om het verzekeren van markttoegang op het gebied van investeringen, transparantie, duurzaamheidsafspraken en het beschermen van investeringen met een nieuw investeringsbeschermingsmechanisme volgens de nieuwe EU-benadering. De 26 bestaande bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten tussen de EU-lidstaten en China zullen uiteindelijk vervangen worden door dit diepgaand EU-investeringsakkoord. Sinds de EU-China top in april 2019, waar beide partijen zich hebben gecommitteerd om in 2019 de noodzakelijke voortgang te boeken om in 2020 een akkoord te sluiten, zijn de besprekingen geïntensiveerd. De 28e onderhandelingsronde vond plaats van 20 t/m 24 april 2020 per videoconferentie. Een verslag van de onderhandelingsronde heeft de Commissie gepubliceerd op haar website.8 De volgende ronde zal plaatsvinden van 25 t/m 29 mei 2020, wederom per videoconferentie.

De Raad heeft de Commissie in december 2005 gemachtigd voor het voeren van onderhandelingen over een Partnership and Cooperation Agreement. Deze onderhandelingen zijn gestart in 2007, maar zijn in 2011 vastgelopen vanwege het verschil in verwachtingen tussen beide partijen.

Filipijnen (EU-Philippines Free Trade Agreement):

In december 2015 zijn de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en de Filipijnen aangekondigd. De Raad heeft eind 2015 ingestemd met een Voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen. Deze notitie vormt een aanvulling op het mandaat van de Raad aan de Europese Commissie voor de onderhandelingen over een regionaal handelsakkoord met de ASEAN- regio uit 2007. De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 13 tot en met 17 februari 2017. De Europese Commissie heeft het verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.9 Op dit moment is geen volgende onderhandelingsronde gepland.

India (India-EU Free Trade Agreement):

De EU en India onderhandelen sinds 2007 over een handels- en investeringsakkoord. Sinds de zomer van 2013 liggen de onderhandelingen stil. Na verschillende pogingen om de EU-India Free Trade Agreement onderhandelingen te heropenen, is in juni 2018 besloten de onderhandelingen voorlopig niet te herstarten wegens een blijvend gebrek aan een gelijk ambitieniveau. De Commissie blijft de strategische dialoog met India voortzetten om de onderhandelingen in de toekomst te kunnen heropenen. Bovendien onderzoekt de Europese Commissie de mogelijkheid voor een separaat investeringsakkoord. Momenteel is er nog geen zicht op een herstart van de onderhandelingen.

Indonesië (Indonesia-EU Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA)):

De Raad heeft op 18 juli 2016 ingestemd met een Voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Indonesië. Deze notitie vormt een aanvulling op het bestaande ASEAN-mandaat uit 2007. Van 2 tot 6 december 2019 vond de negende onderhandelingsronde plaats in Brussel. Tijdens deze ronde hebben de EU en Indonesië een tweede markttoegangsaanbod uitgewisseld. Ook is onder andere voortgang geboekt in besprekingen over handel in diensten en sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling liggen de EU en Indonesië vooralsnog redelijk uiteen. Het verslag van de laatste ronde is te vinden op de website van de Europese Commissie.10 De 10e onderhandelingsronde zou in maart 2020 plaatsvinden, maar heeft vanwege COVID-19 geen doorgang gevonden.

Irak (Partnership and Cooperation Agreement):

Het EU-Iraq Partnership and Cooperation Agreement uit 2012 biedt een basis voor samenwerking op handelsgebied. Omdat een aantal EU-lidstaten de ratificatie nog niet heeft afgerond, worden de handelsbepalingen van het akkoord sinds augustus 2012 voorlopig toegepast. Nederland heeft het akkoord in 2013 geratificeerd.

Jordanië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2002 is een associatieakkoord tussen de EU en Jordanië in werking getreden. Afschaffing van de invoertarieven is na een transitieperiode van twaalf jaar gerealiseerd. In 2007 trad een aanvullend akkoord in werking voor liberalisatie van handel in landbouwproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Er is voorlopig geen eerste onderhandelingsronde gepland.

Kazachstan (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (EPCA)):

In december 2015 is het nieuwe akkoord ondertekend, gevolgd door voorlopige toepassing door de EU per 1 mei 2016. Kazachstan is lid van de Euraziatische Economische Unie (samen met Rusland, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland), daarom zijn er geen afspraken over tariefliberalisatie voor goederen in het akkoord opgenomen. Hier kan alleen met de Euraziatische Unie als geheel over onderhandeld worden. In 2011 zijn onderhandelingen van start gegaan tussen de Europese Commissie en Kazachstan over een hernieuwd Partnership and Cooperation Agreement (PCA). In 2014 zijn de onderhandelingen na acht onderhandelingsrondes afgerond. De Raad van State heeft zijn advies gegeven over het akkoord. Op 29 oktober 2018 is het memorie van toelichting samen met het akkoord ter goedkeuring naar de Tweede Kamer en Eerste Kamer gestuurd. De Tweede Kamer heeft dit tijdens de plenaire behandeling op 7 februari 2019 aangenomen, waarna de Eerste Kamer op 5 maart 2019 heeft ingestemd. Het akkoord treedt pas in werking als alle partijen geratificeerd hebben.

Kirgizië (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (ECPA))

De samenwerking tussen de EU en Kirgizië is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. Deze samenwerking omvat drie pilaren: een politieke dialoog, economische samenwerking (inclusief ontwikkelingshulp vanuit de EU) en samenwerking op een aantal concrete beleidsterreinen, zoals technologie en cultuur. Daarnaast heeft Kirgizië preferentiële markttoegang tot de EU op grond van het «APS+»-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). Op 2 juni 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan voor het openen van de onderhandelingen voor het moderniseren van het PCA, inclusief een voorstel voor een mandaat. Hierin stelt de Commissie voor om de samenwerking op alle drie de pijlers te verdiepen. De Raad heeft het onderhandelingsmandaat op 9 oktober 2017 goedgekeurd. Onderhandelingen over het handelsdeel zijn op 28 februari 2018 van start gegaan. Ten aanzien van handel zijn de onderhandelingsteksten gemodelleerd op het recent aangepaste akkoord met Kazachstan.11 Er is geen sprake van tariefliberalisatie, omdat daarover alleen met de Euraziatische douane-unie als geheel onderhandeld kan worden. De zevende en laatste onderhandelingsronde vond plaats op 6–8 juni 2019. Tijdens de EU-Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst hebben de EU en Kirgizië het politieke akkoord geparafeerd. De tekst van het handelsgedeelte van het akkoord wordt momenteel juridisch opgeschoond en vertaald.

Maleisië (Malaysia-EU FTA (MEUFTA)):

Onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Maleisië zijn in oktober 2010 begonnen. Het ASEAN-mandaat uit 2007 lag hieraan ten grondslag. De zevende, en tot nu toe laatste ronde, vond plaats in april 2012. Op dit moment is nog geen zicht op hervatting van de onderhandelingen.

Myanmar (EU-Myanmar Investment Protection Agreement):

In maart 2014 heeft de Raad een mandaat aan de Europese Commissie verleend en zijn de onderhandelingen tussen de EU en Myanmar over een investeringsbeschermingsakkoord begonnen. Het doel van de bilaterale investeringsovereenkomst met de EU is om investeringen te bevorderen ten behoeve van de sociaaleconomische ontwikkeling van Myanmar. Het akkoord zal hoofdstukken bevatten over transparantie, duurzame ontwikkeling, investeringsbescherming en geschillenbeslechting. Van 26 tot en met 27 april 2017 hebben technische besprekingen plaatsgevonden.12 Er staat geen nadere onderhandelingsronde gepland.

Oezbekistan (Enhanced Partnership Cooperation Agreement)

De samenwerking tussen de EU en Oezbekistan is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. De EU en Oezbekistan onderhandelen over een overeenkomst ter modernisering en vervanging van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA) op basis van het mandaat dat de Raad op 16 juli 2018 heeft aangenomen. Op 23 november 2018 lanceerden de EU en Oezbekistan de onderhandelingen van het Enhanced Partnership Cooperation Agreement formeel en marge van de EU-Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst. De eerste onderhandelingsronde vond plaats op 4–7 februari 2019 in Tasjkent. De meest recente en vijfde onderhandelingsronde vond plaats op 2–6 maart 2020 in Tasjkent.

Singapore (European Union-Singapore Free Trade Agreement (EUSFTA)):

Het EU-Singapore akkoord is op 18 oktober 2018 ondertekend. Het akkoord bestaat uit een handelsakkoord en een investeringsakkoord. Het akkoord biedt belangrijke kansen voor het bedrijfsleven en zal tevens een positieve impuls geven aan de bilaterale relatie tussen de EU en Singapore. Singapore heeft, net als Nederland, een bijzonder open economie. Singapore behoort tot de twintig belangrijkste exportmarkten van Nederland. Het investeringsakkoord bevat alle vernieuwende elementen van de EU-inzet voor investeringsbescherming. Het EU-investeringsakkoord met Singapore zal het bestaande investeringsakkoord tussen Nederland en Singapore vervangen. Het Europees Parlement heeft het EU-handelsakkoord en het EU-investeringsakkoord op 13 februari 2019 goedgekeurd. Het handelsakkoord is per 21 november 2019 in werking getreden. Het investeringsakkoord is een gemengd akkoord en kan pas in werking treden nadat het is geratificeerd door alle EU-lidstaten.

Syrië (Euro-Mediterranean Agreement Establishing an Association):

De bilaterale relatie is geregeld in een Samenwerkingsovereenkomst uit 1977, die in 1978 in werking trad. Onderhandelingen over een associatieakkoord zijn afgerond in 2004, maar ondertekening is uitgebleven als gevolg van de interne politieke situatie in Syrië. Tevens heeft de EU in 2011 besloten handelsrestricties in te stellen in reactie op de gewelddadige onderdrukking door het Syrische regime van vreedzame demonstraties. Deze sancties zijn sindsdien regelmatig aangepast en uitgebreid.

Thailand (EU-Thailand Free Trade Agreement):

In februari 2013 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Thailand gestart. Het ASEAN-mandaat uit 2007 vormt hiervoor de basis. De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 8–10 april 2014. Na de militaire coup in mei 2014 zijn de onderhandelingen stilgelegd. Conform de Raadsconclusies van 2017 zouden de onderhandelingen slechts worden heropend op het moment dat er een democratisch gekozen regering aan de macht is. Op 24 maart 2019 zijn er in Thailand democratische verkiezingen gehouden. Naar aanleiding hiervan stelt de Raad, in de Raadsconclusies van 14 oktober 2019, dat de nodige stappen moeten worden gezet om de onderhandelingen over een ambitieuze en alomvattende vrijhandelsovereenkomst te hervatten. Nederland heeft tijdens de RBZ/Handel in november 2019 gesteld dat de EU zou moeten overwegen opnieuw naar de onderhandelingsinzet te kijken.

Vietnam (EU-Vietnam Free Trade Agreement):

Het akkoord bestaat uit een EU-only handelsakkoord en een gemengd investeringsakkoord. Beide akkoorden zijn op 30 juni 2019 ondertekend door de twee verdragspartijen (EU en Vietnam). Op 12 februari 2020 heeft het Europees Parlement beide akkoorden goedgekeurd. De Raad heeft op 30 maart 2020 via een schriftelijke procedure een besluit tot sluiting van het handelsakkoord genomen. Het is de verwachting dat het handelsakkoord, na goedkeuring door het Vietnamese Nationale Assemblee, op korte termijn in werking zal treden. Alvorens het investeringsakkoord in werking kan treden, dient het door de nationale parlementen van de EU-lidstaten te worden goedgekeurd.

Na het handelsakkoord met Singapore is dit akkoord het tweede afgeronde akkoord in de regio op basis van het ASEAN-mandaat uit 2007. Het handelsakkoord is een veelomvattend en gebalanceerd akkoord. Wanneer het akkoord in werking treedt, worden bijna alle import- en exporttarieven op nul gesteld. De resterende tarieven worden geleidelijk afgebouwd. Het akkoord levert Europese exporteurs en investeerders daarmee verbeterde toegang tot de Vietnamese markt met ruim 90 miljoen consumenten. Bovendien bevat het akkoord een robuust duurzaamheidshoofdstuk. Het investeringsakkoord lijkt sterk op het investeringsakkoord van het EU-Singapore akkoord. Dit betekent dat het investeringsakkoord de gemoderniseerde EU-inzet voor investeringsbescherming bevat, zoals het Investment Court System.

C.3 Europa:

Andorra, Monaco en San Marino (gezamenlijk Association Agreement):

De huidige relatie tussen de EU en de drie micro-staten Andorra, Monaco en San Marino is gebaseerd op een groot aantal afzonderlijke akkoorden. Sinds 8 maart 2015 wordt er onderhandeld om deze afzonderlijke akkoorden te integreren in één associatieakkoord. De Raad heeft hiervoor op 4 december 2014 het mandaat verleend. Het doel is een significante verlaging van de handelsbarrières voor ondernemers uit Andorra, Monaco en San Marino, vergelijkbaar met de markttoegang voor EER-staten Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. De onderhandelingen bevinden zich momenteel in de finale fase. Nederland is voorstander van een zo goed mogelijke integratie van Andorra, Monaco en San Marino in de Europese interne markt door middel van één gezamenlijk associatieakkoord voor de drie micro-staten. Nederland wenst dat het aantal uitzonderingsbepalingen voor het vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal zo veel als mogelijk wordt beperkt, en door de micro-staten grondig wordt onderbouwd.

Armenië (Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement, CEPA):

Per 1 juni 2018 is de Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA) voorlopig in werking getreden. Op 26 februari 2017 bereikten de Europese Commissie en Armenië overeenstemming over dit akkoord. Op 24 november 2017 is het akkoord door beide partijen ondertekend. Deze CEPA vervangt het in 1999 in werking getreden Partnership and Cooperation Agreement. Armenië en de EU hadden als onderdeel van een associatieakkoord in 2013 reeds de onderhandelingen over een Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) afgerond. Dit akkoord is nooit in werking getreden, vanwege het feit dat Armenië lid werd van de Euraziatische Economische Unie (de douane-unie van Rusland, Kazachstan, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland). Deze afspraken zijn onverenigbaar met de preferentiële markttoegang voor goederen tot de Europese markt die volgt uit het DCFTA. In de Kaderovereenkomst hebben de EU en Armenië geprobeerd op de overige terreinen zo veel mogelijk afspraken uit het DCFTA in stand te houden.

Azerbeidzjan (Comprehensive Agreement):

De huidige relatie tussen de EU en Azerbeidzjan is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1996. Dit akkoord is in 1999 in werking getreden. Op 14 november 2016 heeft de Raad de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het mandaat gegeven voor het voeren van de onderhandelingen voor een breed akkoord, ter vervanging van het PCA. De onderhandelingen zijn gestart op 7 februari 2017. De zevende onderhandelingsronde over het handelsgedeelte van een nieuw akkoord vond plaats op 23–25 april 2019 in Baku. De onderhandelingen zijn in een gevorderd stadium.

Rusland (verdieping van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA)):

De huidige relatie tussen de EU en Rusland is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1994, dat in 1997 in werking is getreden. In 2008 zijn onderhandelingen begonnen over modernisering en uitbreiding van het PCA op basis van een mandaat van de Raad. Vanaf 2010 wordt er vooral over handel en investeringen onderhandeld. In maart 2014 heeft de Raad besloten om de onderhandelingen te schorsen. De reden hiervoor was de annexatie van de Krim door Rusland, alsook het conflict in Oost-Oekraïne.

Turkije (Modernised Customs Union):

Sinds 1995 vormen de Europese Unie en Turkije gezamenlijk een douane-unie. Op 23 december 2016 heeft de Europese Commissie een aanbeveling voor een mandaat gedaan aan de Raad om de douane- unie te moderniseren. Tevens wenst de Commissie de douane-unie uit te breiden met afspraken op het gebied van landbouw, handel in diensten en overheidsaanbestedingen. Het is onwaarschijnlijk dat op korte termijn overeenstemming in de Raad wordt bereikt over vaststelling van het mandaat, mede gezien recente ontwikkelingen. Voor Nederland is het van belang dat modernisering van de douane-unie en verbetering van de rechtsstaat in Turkije hand in hand gaan.

Verenigd Koninkrijk (Free trade agreement as well as wider sectoral cooperation)

Het VK heeft zich op 31 januari jl. uit de Europese Unie teruggetrokken. De Europese Commissie heeft op 3 februari een aanbeveling voor een mandaat gedaan om de onderhandelingen met het VK over de toekomstige relatie te openen, waarvan afspraken over handel een onderdeel vormen naast afspraken op andere, uiteenlopende terreinen. De doelstelling is om een breed partnerschap met het VK te sluiten dat van toepassing is na het einde van de overgangsperiode. De Kamer heeft een appreciatie van de aanbeveling voor een mandaat ontvangen.13 Het mandaat en de richtsnoeren zijn vastgesteld tijdens de Raad Algemene Zaken van 25 februari 2020. De Europese Commissie heeft een concept-verdragstekst gepubliceerd op 18 maart jl., het VK heeft zijn concept-verdragstekst gepubliceerd op 19 mei jl.

C.4 Noord- en Midden-Amerika:

Canada (Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA)):

Nederland heeft net als Canada, de EU en de andere EU-lidstaten het EU-handelsakkoord met Canada (CETA) in 2016 ondertekend. Op 15 februari 2017 heeft het Europees Parlement het akkoord goedgekeurd. De handelsafspraken in het akkoord worden sinds 21 september 2017 voorlopig toegepast. Daarnaast zijn de goedkeuringsprocessen in de EU-lidstaten opgestart. De Nederlandse CETA-goedkeuringswet is op 5 maart 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd. In de loop van 2019 hebben een schriftelijke vragenronde, twee technische briefings en een rondetafelgesprek over CETA plaatsgevonden. De Tweede Kamer heeft op 12 en 13 februari over CETA gedebatteerd en voor dit verdrag gestemd. De Eerste Kamer behandelt momenteel de goedkeuringswet. Er hebben een schriftelijke vragenronde en twee deskundigenbijeenkomsten plaatsgevonden. CETA treedt pas volledig in werking na ratificatie door Canada, de EU en de EU-lidstaten.

Economisch Partnerschap met de landen in de Cariben (CARIFORUM-EU EPA):

In 2008 zijn de onderhandelingen over de CARIFORUM-EU EPA afgerond, waarna de goedkeuringsprocedures zijn gestart en de EPA voorlopig wordt toegepast. Nederland heeft het akkoord geratificeerd. De EPA treedt definitief in werking wanneer alle partijen hebben geratificeerd. De Europese Commissie werkt momenteel aan een tweede vijfjaarlijkse evaluatie van het functioneren van het akkoord. Aan implementatie van het akkoord wordt gestaag gewerkt. Op 27–28 november 2019 vond de negende bijeenkomst plaats van het Comité Handel en Ontwikkeling. De volgende bijeenkomst van de gezamenlijke CARIFORUM-EU Raad was voorzien in de eerste helft van 2020 maar heeft nog niet plaatsgevonden.

Mexico (Economic Partnership, Political Coordination and Cooperation (Global Agreement)):

Op 23 mei 2016 heeft de Raad het onderhandelingsmandaat ten behoeve van de modernisering van het bestaande EU-Mexico Global Agreement uit 1997, dat sinds 2000 in werking is, goedgekeurd. Op 18 april 2018 is er een politiek akkoord bereikt tussen de Commissie en Mexico. Nadat over de laatste openstaande punten overeenstemming werd bereikt, o.a. over subcentrale aanbestedingsprocedures en intellectuele eigendomsrechten, werd op 28 april een definitief akkoord bereikt tussen de EU en Mexico. Het kabinet zal een standpunt innemen over het akkoord als de Europese Commissie het akkoord voor besluitvorming zal voorleggen aan de EU-lidstaten, waarschijnlijk eind dit jaar. Het betreft een zgn. «gemengd akkoord». Het akkoord zal daarom ook worden ook voorgelegd aan de nationale en regionale parlementen als de Raad het akkoord goedkeurt.

Het handels- en investeringsdeel van de Global Agreement zet in op 98% liberalisering van de handel in goederen. Voor Nederland is met name de tariefliberalisering van belang voor landbouwproducten, zoals zuivel, pluimvee, eierproducten, aardappelen, bloembollen en granen. Ook richt het akkoord zich op het wegnemen van onnodige belemmeringen, zoals niet-tarifaire obstakels. Voor geschillenbeslechting is Mexico akkoord gegaan met het voorstel van de EU voor de oprichting van het Investment Court System. Ten opzichte van de bestaande EU-Mexico overeenkomst zijn nu ook anti-corruptiebepalingen en een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling opgenomen. Ook zal voor het eerst het maatschappelijk middenveld een rol krijgen in de monitoring van het akkoord.

Verenigde Staten:

De EU en de Verenigde Staten zijn in juli 2013 de onderhandelingen over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) gestart. Op 17 januari 2017 hebben de Europese Commissie en de US Trade Representative een gezamenlijk rapport opgesteld waarin beschreven staat welke voortgang er in de onderhandelingen is geboekt.14 De TTIP-onderhandelingen zijn kort daarnaar opschort.

Op 15 april 2019 heeft de Raad twee mandaten verleend aan de Europese Commissie om met de VS te onderhandelen. Het gaat om (1) een mandaat voor onderhandelingen over een handelsakkoord beperkt tot tariefverlaging voor industriële goederen, inclusief visserij, en (2) een mandaat voor onderhandelingen over een akkoord met betrekking tot erkenning van elkaars conformiteitsbeoordeling.15 Met deze mandaten geeft de EU vervolg aan de verklaring tussen president Donald Trump en voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker van 25 juli 2018.16 Inmiddels zijn de onderhandelingen over conformiteitsbeoordelingen gestart.

C.5 Oceanië:

Australië (EU-Australia Free Trade Agreement):

Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Australië is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.17 Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie van de EU. Dit betekent dat investeringsbescherming hiervan is uitgesloten. Op 18 juni 2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Australië officieel begonnen. Er hebben tot nu toe zeven onderhandelingsrondes plaatsgevonden. De zevende onderhandelingsronde vond plaats van 4 tot en met 15 mei 2020 per videoconferentie. Er is nog geen geschreven rapport van deze laatste ronde beschikbaar.

Nieuw-Zeeland (EU-New Zealand Free Trade Agreement):

Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Nieuw-Zeeland is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.18 Op 21 juni 2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Nieuw-Zeeland officieel begonnen. Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie van de EU. Dit betekent dat investeringsbescherming hiervan is uitgesloten. Er hebben tot nu toe zeven onderhandelingsrondes plaatsgevonden. De zevende onderhandelingsronde vond plaats van 30 maart tot en met 9 april 2020 per videoconferentie.19 De achtste onderhandelingsronde zal waarschijnlijk plaatsvinden in juni 2020.

Economisch Partnerschap met de landen in de Stille Oceaan (Pacific-EU EPA):

De onderhandelingen met de gehele Stille Oceaan regio over een regionale EPA zijn nog altijd gaande. Voor Papoea-Nieuw-Guinea, Fiji en Samoa is een interim-EPA van kracht. Medio 2019 vond de 7e EU-Pacific EPA Trade Committee bijeenkomst plaats. Samoa, dat eind 2018 de status «minst ontwikkeld land» kwijtraakte, trad per 1 januari 2019 tot het akkoord toe. Het toetredingsproces voor de Solomon-eilanden wordt naar verwachting binnenkort afgesloten. Inmiddels is ook de procedure gestart voor toetreding van Tonga tot deze interim-EPA.

C.6 Zuid-Amerika:

Chili (modernisering associatieakkoord):

Het associatieakkoord tussen de EU en Chili kwam in 2002 tot stand en is in 2005 in werking getreden. De EU en Chili besloten in 2013 de mogelijkheden te verkennen om het handelsgedeelte van het bestaande associatieakkoord te moderniseren. Om de toegevoegde waarde, de omvang en de ambitie te verkennen, werd in 2014 een gezamenlijke werkgroep opgericht. De Europese Commissie heeft in 2016 de stakeholders consultatie en het scoping paper afgerond. Op 13 november 2017 werd het onderhandelingsmandaat door de Raad goedgekeurd. Het mandaat is openbaar.20 De zevende onderhandelingsronde vindt 25–29 mei 2020 plaats per videoconferentie.

Colombia, Peru en Ecuador (EU-Colombia/Peru/Ecuador Free Trade Agreement):

De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru) over een associatieovereenkomst zijn in juni 2007 van start gegaan op basis van een mandaat uit april 2007. Deze onderhandelingen zijn in juni 2008 stilgelegd. In januari 2009 werden, op basis van een nieuw mandaat, onderhandelingen over een meerpartijen-overeenkomst hervat met Colombia, Ecuador en Peru. Na vier rondes schorste Ecuador zijn deelname aan de besprekingen. De onderhandelingen werden met Colombia en Peru in mei 2010 succesvol afgesloten. Voorlopige toepassing geldt met Peru per maart 2013 en met Colombia per augustus 2013. Vanaf 2014 vonden tussen de EU en Ecuador onderhandelingen plaats over een protocol van toetreding. De onderhandelingen zijn op 17 juli 2014 afgerond. Per 1 januari 2017 wordt dit akkoord met Ecuador voorlopig toegepast. Op 14 december 2018 heeft de ministerraad ingestemd met het opstarten van de stilzwijgende goedkeuringsprocedure inzake het toetredingsprotocol Ecuador bij de Handelsovereenkomst. De Kamer heeft op 14 juli 2019 ingestemd met het protocol van toetreding tot de Handelsovereenkomst; het Koninkrijk der Nederlanden heeft het toetredingsprotocol vervolgens op 27 juli 2019 (voor het Europese deel van het Koninkrijk) geratificeerd. Het protocol treedt pas in werking als alle partijen geratificeerd hebben.

Mercosur (Comprehensive Free Trade Agreement als onderdeel van Association Agreement):

In 2000 zijn de EU en Mercosur gestart met onderhandelingen over een associatieakkoord met als onderdeel daarvan een handelsakkoord.21 In 2004 werden de onderhandelingen stilgelegd en in 2010 zijn deze hervat. Tussen 2012 en 2015 lagen de onderhandelingen wederom stil. Op 11 mei 2016 hebben de EU en Mercosur markttoegangsaanbiedingen uitgewisseld en sindsdien hebben meerdere onderhandelingsrondes plaatsgevonden, waaronder in juni, juli en september 2018. Sinds het aantreden van de nieuwe Braziliaanse president Bolsonaro benadrukt de Europese Commissie nog meer dan voorheen het belang van goede afspraken op het gebied van milieu. Op 29 juni 2019 zijn de onderhandelaars tot een politiek akkoord gekomen, waarbij een aantal voorlopige teksten door de Europese Commissie zijn gepubliceerd. De Commissie hecht nu de laatste resterende tarieflijnen af en verwacht de definitieve juridisch geschoonde en vertaalde teksten op zijn vroegst deze zomer formeel af te ronden. De Commissie verwacht dat het Sustainability Impact Assessment, waarover nu het maatschappelijk middenveld is geraadpleegd, deze zomer afgerond kan zijn. Het kabinet zal zijn positie bepalen als het de daartoe benodigde stukken voorhanden heeft.22

D. Investeringsakkoorden

Ecuador

Op 29 en 30 april 2019 zijn eerste gesprekken gevoerd met Ecuador. De gesprekken verliepen in een positieve en constructieve sfeer. Nederland heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Ecuador gaf aan open te staan voor een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst.

Argentinië

Op 2 en 3 mei 2019 zijn eerste gesprekken gevoerd met Argentinië. De gesprekken verliepen in positieve en constructieve sfeer. Argentinië gaf aan open te staan voor een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst.

Burkina Faso

Het oude investeringsakkoord met Burkina Faso is beëindigd per 1 januari 2019. Burkina Faso en Nederland hebben de wens uitgesproken om een nieuw modern investeringsakkoord te sluiten. Op 2 en 3 mei 2019 zijn de eerste gesprekken daartoe gevoerd. Nederland heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Burkina Faso heeft in december 2019 een eigen inzet gedeeld. Het kabinet bestudeert dit voorstel momenteel.

Irak

Op 21 november 2019 is een voorstel van Irak binnengekomen om te onderhandelen over een investeringsakkoord, nadat eerder de Nederlandse modeltekst met de Iraakse autoriteiten was gedeeld. Het kabinet bestudeert het voorstel momenteel. Er is nog geen datum voor een eerste gesprek bekend.

Verdrag tot beëindiging van de intra-EU investeringsakkoorden

In 2018 begonnen de onderhandelingen over het beëindigen, middels een plurilateraal verdrag, van alle intra-EU investeringsakkoorden. De aanleiding voor het beëindigen van alle investeringsakkoorden tussen EU-lidstaten is te vinden in de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 maart 2018 in de zaak C-284/16 (het Achmea-arrest). In zijn uitspraak oordeelt het Hof dat een arbitrageregeling, zoals opgenomen in het investeringsakkoord, tussen het Koninkrijk en Slowakije in strijd is met het Unierecht. De uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie raakt niet enkel het investeringsakkoord tussen het Koninkrijk en Slowakije maar heeft tot gevolg dat alle bilaterale investeringsakkoorden tussen de EU-lidstaten beëindigd moeten worden.

De onderhandelingen over het beëindigingsverdag duurden langer dan verwacht. Ten behoeve van het creëren van rechtszekerheid voor arbitragetribunalen en investeerders, hebben lidstaten van de Europese Unie daarom op 15 januari 2019 een verklaring over de juridische gevolgen van het Achmea-arrest ondertekend.23 In de verklaring geven de ondertekenende EU-lidstaten ten eerste aan dat ze als gevolg van de uitspraak de intra-EU investeringsverdragen zullen beëindigen. Ten tweede verklaren deze EU-lidstaten de arbitrale vonnissen die reeds voor 6 maart 2018 tenuitvoergelegd zijn, niet te zullen betwisten. Ten derde verklaren de lidstaten om effectieve juridische bescherming te bieden tegen maatregelen van de staat die onderwerp zijn van lopende intra-EU investeringsarbitrage zaken. Bovendien wordt in de verklaring nogmaals benadrukt dat lidstaten onder Unierecht verplicht zijn om te verzekeren dat hun gerechten en tribunalen voldoen aan de vereisten van effectieve juridische bescherming.

Inmiddels zijn de onderhandelingen over het beëindigingsverdrag afgerond. Op 12 december 2019 heeft de Rijksministerraad ingestemd met de ondertekening van het verdrag. De ondertekening heeft op 5 mei 2020 plaatsgevonden. Het beëindigingsverdrag wordt zo spoedig mogelijk naar uw Kamer verzonden ter stilzwijgende goedkeuring.


X Noot
7

De volgende landen zijn lid van de ASEAN: Brunei Darussalam, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar/Birma, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam.

X Noot
13

Kamerstuk 35 393, nr. 1.

X Noot
21

De volgende landen zijn lid van Mercosur: Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay en Venezuela. Het lidmaatschap van Venezuela is op 1 december 2016 geschorst. Het land is niet betrokken bij de onderhandelingen.

X Noot
23

Verklaring van lidstaten van de Europese Unie van 15 januari 2019 over de juridische gevolgen van de Achmea zaak en over investeringsbescherming, gepubliceerd op 17 januari 2019.

Zie https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/business_economy_euro/banking_and_finance/documents/190117-bilateral-investment-treaties_en.pdf [de verklaring is enkel beschikbaar in het Engels en Frans].

Naar boven