21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2007 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 mei 2019

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 21 mei 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 21 MEI 2019

MFK

De Raad Algemene Zaken zal spreken over begrotingscategorie 6 van het EU Meerjarig Financieel Kader voor 2021–2027 (MFK): Neighbourhood and the World, het externe beleid van de EU. Het Roemeens Voorzitterschap wil in het bijzonder van de Raad horen wat de posities zijn ten aanzien van het Commissievoorstel, het Europees Ontwikkelingsfonds binnen de begroting te brengen (budgettering) en op te laten gaan in het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI). Daarnaast wil het Voorzitterschap van gedachten wisselen over de wijze waarop financiering voor nabuurschapsbeleid vormgegeven dient te worden in het nieuwe MFK. Het doel van deze discussie is, om aan de hand van een politieke discussie dichterbij een raadspositie t.a.v. dit beleidsterrein te komen. Beide elementen komen ook terug als optie tussen blokhaken in het concept MFK-onderhandelingsdocument (de negotiating box).

Zoals vervat in het BNC-fiche voor het NDICI (Kamerstuk 22 112, nr. 2682), verwelkomt het kabinet de door de Commissie voorgestelde modernisering van de externe financieringsinstrumenten door middel van het samenvoegen van instrumenten en budgettering van het EOF. Dit bevordert beleidscoherentie, efficiëntie, flexibiliteit en transparantie. Het is bekend dat een aantal lidstaten, om verschillende redenen, het EOF als separaat fonds buiten het MFK wil behouden.

Ten aanzien van extern beleid, dat van nature gekenmerkt wordt door een hoge mate van onvoorspelbaarheid en beïnvloeding door exogene factoren, hecht het kabinet aan voldoende flexibiliteit om op ontwikkelingen in de wereld in te spelen. Om die reden steunt het kabinet eveneens de door de Commissie voorgestelde integratie van het huidige Europese Nabuurschapsinstrument binnen het NDICI. Dit laat onverlet, dat naar de mening van het kabinet, de buurlanden van de EU (net als landen in sub-Sahara Afrika) prioriteit zouden moeten krijgen binnen het NDICI. Ook hiervoor geldt dat een aantal lidstaten hecht aan een separaat nabuurschapsinstrument.

Voorbereidingen Europese Raad 20–21 Juni 2019

De RAZ zal kennisnemen van de ontwerpagenda voor de Europese Raad (ER) van 20–21 juni 2019. Onderwerpen die naar verwachting op de agenda van deze ER staan zijn klimaat, stand van zaken rondom de onderhandelingen van het Meerjarig Financieel Kader, uitbreiding, Rusland (reguliere verlenging van de sancties), evaluatie van de vooruitgang rondom Brexit en opvolging van de Eurozone top van december 2018. Deze onderwerpen kunnen mogelijk nog wijzigen. Daarnaast zal de ER besluiten over de Strategische Agenda. In deze Strategische Agenda stelt de ER prioriteiten vast voor de komende legislatuur om daarmee sturing te geven aan de nieuwe Europese Commissie. Hierover is tijdens de informele ER in Sibiu op 9 mei van gedachten gewisseld, zonder besluiten te nemen. U ontvangt hierover separaat een verslag. Bij het vaststellen van de prioriteiten moet rekening worden gehouden met de uitkomsten van de verkiezingen van het Europees Parlement (EP). Tot slot zal tijdens de ER van 20-21 juni worden gesproken over de invulling van de EU-topposities, in het bijzonder de voordracht van een kandidaat-voorzitter van de nieuwe Europese Commissie aan het EP, daarbij rekening houdend met de uitkomst van de EP-verkiezingen.

Europees Semester (conferentie Bucharest)

Het Voorzitterschap zal verslag doen van een conferentie die het op 4 april jl. organiseerde over het Europees Semester. Het Semester is het kader waarbinnen lidstaten hun economisch en begrotingsbeleid afstemmen. Tijdens de conferentie wisselden deskundigen van lidstaten en o.a. de Commissie ervaringen uit en werden ideeën geopperd om het Semester een vernieuwde rol te geven. Er werden geen formele conclusies aangenomen. Het kabinet is voorstander van het versterken van de koppeling tussen de EU-begroting en de uitvoering van structurele hervormingen, zodat lidstaten extra worden geprikkeld om de hervormingsprioriteiten daadwerkelijk te implementeren.

Commissiemededeling rechtsstatelijkheid

De Commissie zal onder dit agendapunt haar mededeling COM(2019)163 van 3 april jl. inzake verdere versterking van de rechtsstaat in de Unie als informatiepunt toelichten. Nederland verwelkomt de Commissiemededeling, en deelt de analyse van de Commissie dat het EU-instrumentarium om de rechtsstaat in de Unie te beschermen en te bevorderen verdere versterking behoeft. Het parlement zal voor eind mei het BNC-fiche inzake deze mededeling ontvangen met daarin een uitgebreide appreciatie van het kabinet. De Commissie heeft aangegeven in juni met verdere voorstellen te zullen komen op basis van door de lidstaten, instellingen en overige relevante actoren geleverde input. Ook inzake die voorstellen zal het parlement te zijner tijd per BNC-fiche het kabinetsstandpunt ontvangen.

Europees Cultureel Erfgoed

De Commissie zal tijdens de RAZ verslag doen van de informele bijeenkomst voor de Ministers voor Cultuur en Europese zaken naar aanleiding van de brand in de Notre Dame op 15 april jl. Op 3 mei jl. vond deze informele bijeenkomst over de bescherming van bedreigd cultureel erfgoed plaats in Parijs op initiatief van de Franse Ministers van Europese Zaken en Cultuur. Vanuit Nederland nam Minister van Engelshoven deel aan deze sessie.

Tijdens de bijeenkomst is er unaniem een verklaring1, genaamd «bedreigd cultureel erfgoed», ondertekend door alle aanwezige lidstaten. In deze verklaring hebben de lidstaten de historische en symbolische waarde van de Notre Dame benadrukt. Daarnaast hebben de lidstaten tijdens de bijeenkomst kennis en expertise voor de restauratie aangeboden. Concreet is gesproken over de instelling van een expertisenetwerk op het gebied van Europees erfgoed en het bevorderen van betrokkenheid door jongeren door middel van mobiliteitsprogramma’s. Deze initiatieven sluiten aan bij bestaande gremia in EU-verband. De meeste lidstaten stelden zich behoudend op voor wat betreft de mogelijke lancering van nieuwe initiatieven, maar spraken hun steun uit voor de initiatieven binnen bestaande structuren en financiële kaders.

Naar boven