21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1980 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 maart 2019

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 18 MAART 2019

Raad Buitenlandse Zaken

Inleiding

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini stond stil bij het feit dat het 5 jaar geleden is dat Rusland illegaal de Krim annexeerde en de Verklaring die de EU-28 hierover hebben afgegeven1.

Namens de Benelux sprak Nederland zijn zorg uit over de door de VS aangekondigde (visum)maatregelen tegen personeel van het Internationale Strafhof dat betrokken is bij het vooronderzoek van het Strafhof naar gebeurtenissen in Afghanistan. Verschillende lidstaten steunden de Nederlandse inbreng. De Hoge Vertegenwoordiger wees op de verklaring terzake die haar woordvoerder op 15 maart had uitgegeven.

De Hoge Vertegenwoordiger en verschillende Lidstaten spraken hun afgrijzen uit over de gebeurtenissen in Utrecht en condoleerden Nederland met de slachtoffers.

Venezuela

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini blikte terug op recente politieke ontwikkelingen in Venezuela zoals het besluit van het Maduro-bewind om de Duitse ambassadeur uit te zetten. Ook wees zij op de ontwikkelingen omtrent de International Contact Group (ICG). Deze week vinden er bezoeken plaats aan Venezuela van de twee werkgroepen van de ICG gericht op het onderzoeken van mogelijkheden voor eerlijke presidentsverkiezingen en humanitaire hulpverlening.

Tijdens de Raad sprak Nederland zorg uit over de humanitaire situatie en de politieke ontwikkelingen en benadrukte dat het belangrijk blijft om parallel aan het ICG-initiatief de druk op het Maduro-bewind op te voeren, bijvoorbeeld door aanvullende sancties. Nederland lichtte EU-partners in over de vorderingen met betrekking tot de humanitaire hub op Curaçao en onderstreepte het humanitaire karakter daarvan.

China

De Raad sprak over de Gezamenlijke Mededeling «EU-China: een strategische visie» van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger, die op 12 maart jl. verscheen (zie ook de geannoteerde agenda voor de Europese Raad, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1417). De meeste lidstaten, waaronder Nederland, verwelkomden de Gezamenlijke Mededeling.

Lidstaten benadrukten het belang van het bewaren en versterken van EU-eenheid ten aanzien van China. De besprekingen met China door Centraal- en Oost-Europese landen in het zogeheten «16+1-format» dienden complementair te zijn aan de EU-Chinadialoog en nauwe betrokkenheid van EU-instellingen was van belang om consistentie met EU-regels en -beleid te verzekeren. Met het oog op de EU-Chinatop (gepland op 9 april 2019) noemden veel Lidstaten voortgang op handelskwesties en samenwerking op het gebied van duurzame connectiviteit. Ook riepen Lidstaten op de mensenrechten aan de orde te stellen en Nederland benadrukte daarbij specifiek de situatie van de Oeigoeren in Xinjiang. Verder stelden verschillende lidstaten, waaronder Nederland, dat Europa ook cyberactiviteiten zoals uitgevoerd door Chinese hacker groepen aan de orde moet stellen.

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini gaf een terugkoppeling van de Strategische Dialoog die zij voorafgaand aan de Raad voerde met de Minister van Buitenlandse Zaken, Wang Yi. Zij had aandacht gevraagd voor gezamenlijke uitdagingen (waaronder klimaat) maar had ook gesproken over de beleidsterreinen waarop de visie van de EU en China uiteenloopt, waaronder mensenrechten, handelskwesties (zoals overproductie, markttoegang en gelijk speelveld)

Tijdens de lunch hadden de ministers een discussie met de Minister van Buitenlandse Zaken, Wang Yi. Van EU-zijde werd hierbij, naast het belang van een goede en nauwe samenwerking, ook aandacht gevraagd voor de mensenrechtensituatie. Nederland heeft daarnaast specifiek aandacht gevraagd voor een constructieve rol van China bij de ontwikkelingen in Myanmar en Venezuela.

Moldavië

De Raad sprak in het licht van de recente parlementsverkiezingen op 24 februari jl. over de situatie in Moldavië. De Raad zal het formatieproces, de implementatie van het associatieakkoord en de noodzakelijke hervormingen nauwgezet blijven monitoren. Ook onderstreepte de Raad de bereidheid om deze hervormingsagenda te blijven steunen. Implementatie van hervormingen op het gebied van rechtsstatelijkheid en corruptiebestrijding blijft daarbij voor Nederland essentieel, evenals de koppeling van EU-steun aan de voortgang in dit hervormingsproces (conditionaliteit).

Jemen

De Raad sprak opnieuw steun uit voor het politieke proces onder leiding van de Speciaal Gezant van de VN Martin Griffiths en benadrukte het belang van de implementatie van de Stockholm- akkoorden. Lidstaten hebben de Hoge Vertegenwoordiger gevraagd om verdere concrete steun van de EU voor het politieke proces te inventariseren.

Nederland heeft (conform motie Van Ojik-Karabulut d.d. 17 oktober 2018 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1368)) EU-lidstaten opnieuw opgeroepen om – in lijn met het Nederlandse beleid – een restrictief wapenexportbeleid te hanteren ten aanzien van de bij het conflict betrokken landen. Verschillende lidstaten ondersteunden de Nederlandse interventie. Ook heeft Nederland de deelname van vrouwen aan alle stappen in het vredesproces benadrukt. Hiervoor was steun bij andere lidstaten en de Hoge Vertegenwoordiger.

Overig

Derde Brussel-conferentie over Syrië

Van 12 tot 14 maart organiseerden de EU en de VN de derde Brussel conferentie «Supporting the Future of Syria and the Region». De conferentie heeft een record pledging van 8,2 miljard euro voor de komende jaren opgebracht. Naast pledges was er veel aandacht en steun voor het politiek proces onder leiding van VN, accountability voor internationale misdaden, de erbarmelijke humanitaire situatie in Syrië en de randvoorwaarden van veilige, vrijwillige en waardige terugkeer van Syrische vluchtelingen waar op moment duidelijk nog niet aan wordt voldaan. Het mede door NL georganiseerde side event over accountability richtte zich op samenwerking van actoren op gebied van nationale vervolging en complementariteit van criminele accountability aan andere vormen van rechtvaardigheid. Daarnaast was er gedurende de ministeriele dag actieve betrokkenheid van maatschappelijk middenveld, uit Syrië en buurlanden.

Minister Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking nam op 14 maart deel aan de ministeriele dag en heeft daar 15.5 miljoen euro humanitaire steun voor 2019 toegezegd. Dit in aanvulling op de vorig jaar toegekende bijdrage van meer dan 400 miljoen euro voor de regio in de komende jaren en ongeoormerkte bijdragen aan professionele humanitaire organisaties, die deze steun inzetten waar de noden het hoogst zijn en daarom waarschijnlijk ook voor een aanzienlijk deel in Syrië en de buurlanden. Ten aanzien van de buurlanden van Syrië blijft NL inzetten op een integrale aanpak, waar binnen onderwijs, bescherming en private sector ontwikkeling en toegang tot de Europese markt belangrijke onderdelen zijn.

Nederlandse bijdrage aan de United States Security Coordinator (USSC)

Het kabinet maakt van de gelegenheid gebruik uw Kamer te informeren over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de United States Security Coordinator (USSC) tot en met 31 december 2019. De USSC is een Amerikaans geleide missie die in het teken staat van professionalisering van de Palestijnse veiligheidssector en bevordering van de samenwerking tussen de Palestijnse en de Israëlische veiligheidssector. Nederland draagt sinds 2010 met een totaal van 6 militaire en civiele experts bij aan de USSC. De bijdrage past in het bredere Nederlandse beleid ter bevordering van een twee-staten oplossing en wordt in 2019 in aangepaste vorm voortgezet. Het aantal militaire experts wordt verminderd van 5 naar 3 en het aantal civiel experts uitgebreid van 1 naar 3. Daarnaast wordt de uitzendduur van de militaire experts aangepast van 6 maanden naar 1 jaar. De langere uitzendduur van het Nederlandse USSC-personeel moet bijdragen aan effectievere vertrouwensrelaties met de Palestijnse partners.

Naar boven