21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1969 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2019

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 februari 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 18 FEBRUARI 2019

Hoorn van Afrika

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini wees op de détente tussen Ethiopië en Eritrea die de dynamiek in de Hoorn heeft veranderd en kansen biedt voor versterkte EU-betrokkenheid. Tegelijkertijd blijft de situatie fragiel en moet voorkomen worden dat door verschuivende machtsverhoudingen landen zoals Djibouti, Zuid-Soedan en Kenia geïsoleerd raken. De Hoge Vertegenwoordiger riep lidstaten op de bilaterale contacten met landen uit de regio te bestendigen. Nederland benadrukte dat de situatie in de Hoorn een directe impact heeft op Europa, zowel in positieve als in negatieve zin en dat een gezamenlijke aanpak noodzakelijk is.

Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, onderschreven daarnaast de noodzaak van steun aan de hervormingsagenda van Ethiopië. Eurocommissaris voor Internationale Samenwerking en Ontwikkeling Neven Mimica benadrukte het belang van zowel de uitvoering van het vredesakkoord als het bevorderen van werkgelegenheid. Ten aanzien van Eritrea sprak Nederland, net als verschillende andere lidstaten, zorgen uit over de jarenlange dienstplicht zoals die nog altijd in het land bestaat. In de ogen van meerdere lidstaten moet hierin verandering komen voordat de EU kan overgaan tot volledig herstel van de relaties met Eritrea.

In Somalië wordt de steun aan AMISOM verbonden aan een geleidelijke overdracht van verantwoordelijkheden aan de nationale veiligheidsinstanties op basis van een transitieplan. Hoge Vertegenwoordiger Mogherini benadrukte hierin het belang van de relatie met de Afrikaanse Unie als partner in dit proces.

Nederland sprak zijn zorg uit over de recente gewelddadige reactie van de Soedanese autoriteiten op protesten en riep de Hoge Vertegenwoordiger op deze zorg over te brengen aan Soedan. Tot slot benoemde de Hoge Vertegenwoordiger het belang van een gecoördineerde EU-inzet ten aanzien van migratie in de Hoorn van Afrika.

Oekraïne

In de context van de aanstaande presidentsverkiezingen op 31 maart en de parlementsverkiezingen in het najaar van 2019 werd door de Raad ten aanzien van het door Oekraïne in gang gezette hervormingsproces het belang onderstreept om het momentum hiervoor te behouden. De boodschap dat de EU dit proces zal blijven ondersteunen werd door de Raad breed onderschreven, waarbij ook de conditionaliteit van steungelden werd onderstreept.

De spanningen tussen Oekraïne en Rusland in de wateren rondom de door Rusland geannexeerde Krim kwamen eveneens aan de orde. De EU-ministers herhaalden de grote zorgen over het incident in de Straat van Kertsj in november 2018 en de oproep dat Rusland de vrije doorvaart in het gebied moet garanderen en de 24 gevangengenomen Oekraïense zeelieden moet vrijlaten. Voorts werd er gesproken over de mogelijkheden voor verdere ondersteuning van het gebied dat economisch wordt getroffen door de Russische beperkingen op het scheepsverkeer in de Zee van Azov. De Commissie zal mogelijkheden hiertoe verder uitwerken. Binnen de Raad bleek brede politieke overeenstemming te bestaan voor verdere persoonsgerichte sancties naar aanleiding van het Russische optreden in de Straat van Kertsj in november 2018. De verwachting is dat deze maatregelen op korte termijn zullen worden geformaliseerd.

Syrië

Tijdens de Raad werd gesproken over Syrië. EU blijft eensgezind over bestendigen van de EU-positie ten aanzien van politieke transitie en wederopbouw. Hoge Vertegenwoordiger Mogherini concludeerde dat alleen een politieke oplossing duurzame vrede kan brengen voor alle Syriërs. Ook was in de bespreking aandacht voor de signalen van de Verenigde Staten over aanstaand vertrek uit Syrië en oproep aan de EU om IS-aanhangers met Europese nationaliteit actief terug te halen en te berechten. Verschillende lidstaten, inclusief Nederland, verzochten om in nauw contact te blijven over hoe om te gaan met deze groep uitreizigers. Hoge Vertegenwoordiger Mogherini concludeerde dat het aan lidstaten is met hun eigen rechtssysteem om beleid te bepalen ten aanzien van uitreizigers. Het kabinetsbeleid terzake is met uw Kamer gedeeld door middel van een brief van de Minister van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 29 754, nr. 483) en blijft ongewijzigd.

Nederland heeft, conform staand kabinetsbeleid en in lijn met de moties van het lid Karabulut c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1946) en van het lid Voordewind c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1949), de EU en de lidstaten in dit verband opnieuw opgeroepen om waar mogelijk en op alle niveaus duidelijk te blijven maken dat Turkije weg moet blijven van unilaterale acties die de anti-ISIS-inspanningen ondermijnen of verdere instabiliteit riskeren. Eveneens werd gesproken over de humanitaire situatie, waarbij o.a. Nederland aandacht vroeg voor de noodzaak tot humanitaire hulpverlening aan personen die het laatste IS-gebied in Syrië ontvluchten. Tot slot werd ook de aanstaande Syrië-conferentie in Brussel (12–14 maart 2019) besproken. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, wezen op de noodzaak van accountability inclusief het belang van steun aan het IIIM (International Impartial and Independent Mechanism).

Venezuela

De Raad sprak ook over Venezuela. Hoge Vertegenwoordiger Mogherini koppelde terug over de eerste bijeenkomst van de International Contact Group (ICG) in Montevideo. De ICG zal in de week van 18 februari een technische missie naar Venezuela sturen, onder leiding van de EU en Uruguay. De missie dient een inschatting te maken van de hulp die kan worden geboden bij een democratische en vreedzame transitie en het organiseren van nieuwe presidentiële verkiezingen. De Hoge Vertegenwoordiger benadrukte hierbij het belang een militaire escalatie te voorkomen. Het is daarbij van groot belang dat de EU en de individuele lidstaten blijven samenwerken met de landen uit de regio.

Nederland heeft tijdens de Raad de Lidstaten opgeroepen die Guaidó nog niet hebben erkend als interim-president dit alsnog te doen. Aangezien Maduro niet bereid is de democratie te herstellen heeft Nederland bovendien voorgesteld de druk op het bewind verder op te voeren door het instellen van nieuwe EU persoonsgerichte sancties.

Nederland heeft zorgen geuit over de beslissing van het Maduro-bewind de Venezolaanse grenzen gesloten te houden voor humanitaire hulp. Om die reden is positief gereageerd op het verzoek van interim-president Guaidó om Curaçao te gebruiken als civiele humanitaire hub. Nederland heeft hierbij aangegeven de modaliteiten van de rol van Curaçao verder te onderzoeken en de inzet van de VN blijft steunen bij de totstandkoming van een gecoördineerde reactie op de humanitaire crisis in Venezuela.

Op verzoek van Nederland en enkele andere lidstaten sprak Hoge Vertegenwoordiger Mogherini haar teleurstelling uit na afloop van de Raad uit over het besluit van het Maduro-bewind de delegatie van het Europees Parlement de toegang tot het land te ontzeggen.

Overig

EU-steun aan Soedan

Graag maakt het kabinet van de gelegenheid gebruik om in te gaan op de toezegging gedaan tijdens het Algemeen Overleg Raad Buitenlandse Zaken van 14 februari jl. om een overzicht te geven van EU-steun aan Soedan en de doelmatigheid daarvan. Het overgrote deel van de EU-steun (ca. EUR 273,5 mln.) aan Soedan loopt via het EU Emergency Trust Fund for Africa (EUTF). Deze steun is gericht op de aanpak van grondoorzaken van instabiliteit, irreguliere migratie en gedwongen ontheemding door het verbeteren van leefomstandigheden van vluchtelingen, ontheemden, gastgemeenschappen en andere kwetsbare groepen. Het EUTF draagt hieraan bij door de verlening van basisbehoeften zoals onderwijs en gezondheidszorg, voedselzekerheid, het versterken van het maatschappelijk middenveld en lokaal bestuur, vredesopbouw, het verbeteren van migratiemanagement en het vergroten van economische kansen en werkgelegenheid. Een overzicht van de middelen die beschikbaar zijn voor Soedan en de projecten die hiermee gefinancierd worden is te vinden op de website van de Europese Commissie1. Voor de implementatie van deze projecten werkt de EU met verschillende (internationale) organisaties. Er gaat geen directe financiële steun naar de overheid van Soedan.

De EU rapporteert in het EUTF-jaarverslag over de resultaten van het fonds. Het EUTF-jaarverslag van 2018 is nog niet gepubliceerd. In het jaarverslag van 2017 wordt een overzicht gegeven van projecten en resultaten per regio en per land2.

Daarnaast zijn er over het Hoorn-van-Afrika-window van het EUTF twee monitoringsrapporten gepubliceerd (over het eerste en het tweede kwartaal van 2018)3 4. Hieruit wordt onder andere duidelijk dat met dank aan het EUTF tot juni 2018 in Soedan 1.536 banen zijn gecreëerd, 9.912 mensen zijn geassisteerd bij het ontwikkelen van activiteiten om inkomen te genereren, 11.459 mensen assistentie hebben gekregen op het gebied van voedselzekerheid en 3.409 vluchtelingen en ontheemden juridische bijstand hebben ontvangen om integratie te ondersteunen.

Naast het EUTF worden ook enkele projecten in Soedan gefinancierd vanuit het Instrument contributing to Stability and Peace (IcSP, ca. EUR 7,9 mln. in de periode 2014–2020), waarmee stabilisatie en vredesopbouw worden bevorderd, bijvoorbeeld door het ondersteunen van bemiddeling en dialoog en het verzekeren van gelijke toegang en goed management van natuurlijke hulpbronnen. Een jaarrapport van 2017 van het overkoepelende Service for Foreign Policy Instruments (FPI) is beschikbaar5.

Ook worden in Soedan uit het European Instrument for Democracy and Human Rights (EIDHR, ca. EUR 6,7 mln. in de periode 2014–2020)6 enkele projecten gefinancierd die uitgevoerd worden door internationale of Soedanese maatschappelijke organisaties en gericht zijn op het versterken van mensenrechten en democratie.

Soedan ontvangt daarnaast ook steun uit thematische programma’s van het Development Cooperation Instrument (DCI), met name gericht op het ondersteunen van het maatschappelijk middenveld en mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering. In Soedan worden hiermee bijvoorbeeld projecten op het gebied van voedselzekerheid gefinancierd. Een overzicht per land van deze thematische programma’s is niet gemakkelijk te geven omdat het vaak om regionale programma's gaat.

Ten slotte ontvangt Soedan vanuit de EU humanitaire hulp (ca. EUR 463 mln. sinds 2011)7 gericht op noodhulp op het gebied van basisbehoeften als voedsel, gezondheid en onderdak. Ook voor alle bovenstaande projecten geldt dat er geen directe steun naar de overheid van Soedan gaat.

Verslag «Peace and Security in the Middle East» conferentie in Warschau, 13-14 februari 2019

Zoals toegezegd aan het lid De Roon tijdens het Algemeen Overleg Raad Buitenlandse Zaken van 14 februari jl. maakt het kabinet graag van deze gelegenheid gebruik uw Kamer nader te informeren over de «Peace and Security in the Middle East»-conferentie, die op 13 en 14 februari jl. door Polen en de Verenigde Staten werd georganiseerd in Warschau.

Ruim zestig landen waren vertegenwoordigd, waaronder verschillende landen op kabinetsniveau. Onder andere de Amerikaanse vicepresident Pence, de Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken Pompeo, de Israëlische premier Netanyahu en verschillende Ministers uit de Arabische regio waren aanwezig. Nederland werd net als een aantal andere Europese landen hoogambtelijk vertegenwoordigd, onder andere vanwege parlementaire verplichtingen van de Minister van Buitenlandse Zaken. Enkele landen uit de regio of met belangen in de regio namen niet deel, waaronder Rusland, China, Turkije, Irak en Libanon. Ook de Palestijnse Autoriteit en Iran (niet uitgenodigd) waren niet aanwezig. De gezamenlijke presentie van en directe dialoog tussen de Israëlische premier en verschillende hoogwaardigheidsbekleders uit de Arabische wereld was een bijzonder element van de bijeenkomst.

Tijdens de conferentie werd gesproken over de algemene situatie in de regio inclusief het Midden-Oosten vredesproces, humanitaire aangelegenheden en vluchtelingen, het tegengaan van ballistische programma’s en proliferatie, het bestrijden van cyberdreigingen en het bestrijden van terrorismefinanciering. Dit gebeurde veelal in relatief korte panelsessies met daardoor beperkte interactiemogelijkheden vanuit de zaal. Tijdens de sessies werd veel aandacht besteed aan Iran. Vooral vanuit de VS, Israël en de Golfstaten werd kritiek geuit op de destabiliserende Iraanse rol in de regio, onder andere vanwege steun aan organisaties als Hezbollah en het Iraanse ballistische programma. De Amerikaanse vicepresident Pence riep de EU op om, in navolging van de VS, de steun aan het nucleaire akkoord (JCPOA) op te zeggen en het Iraanse regime verder onder druk te zetten. Zowel de E3 als de Poolse covoorzitter herhaalden de Europese steun voor het akkoord. Dit akkoord is gebaseerd op strikte verificaties door het internationale atoomagentschap (IAEA) van de afspraken voor beperking van Irans (civiele) nucleaire activiteiten zodat Iran geen kernwapen kan ontwikkelen. Daarmee dient het akkoord een direct Europees veiligheidsbelang. Dat laat onverlet dat de EU de zorgen over de Iraanse rol in de regio, mensenrechten en het Iraanse raketprogramma deelt, zoals ook blijkt uit de recente Raadsconclusies over Iran van 4 februari jl.

In de afsluitende verklaring van de Amerikaanse en Poolse covoorzitters (zie bijlage)8 werd aangekondigd dat de onderwerpen die besproken werden tijdens de conferentie verder zullen worden uitgediept in een reeks werkgroepen die de komende periode opgezet zullen worden. De vier werkgroepen zullen gaan over terrorismebestrijding (inclusief terrorismefinanciering), ballistische programma’s en proliferatie, cyberdreigingen en humanitaire kwesties (inclusief mensenrechten). Nederland is van plan te participeren in het vervolg van de Warschau-bijeenkomst, zowel vanuit het belang van stabiliteit in het Midden-Oosten als blijvende betrokkenheid met sleutelspelers in de regio. Tegelijkertijd zal Nederland, samen met andere Europese partners willen waken voor het dupliceren van discussies die in reeds bestaande fora gevoerd worden en zal Nederland uitdragen dat duurzame oplossingen niet mogelijk zijn zonder participatie van alle sleutelspelers in de regio, danwel door een eenzijdige focus op alleen één of enkele landen in de regio.

Naar boven