Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 21501-02 nr. 1849 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 21501-02 nr. 1849 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 maart 2018
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 19 maart 2018.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Oekraïne
De EU-Ministers zullen spreken over de voortgang die Oekraïne maakt ten aanzien van de hervormingen voortvloeiend uit het Associatieakkoord en de Deep and Comprehensive Free Trade Area. Daarbij zal de voortgang in de strijd tegen corruptie en de instelling van een speciaal hoger anti-corruptie hof aan de orde komen. Binnen de EU bestaat de vrees dat met de presidents- en parlementsverkiezingen in 2019 in aantocht, het doorvoeren van hervormingen stagneert. De Commissie stelt een nieuw EU-macro-financieel assistentieprogramma voor. De Raad en het Europees Parlement moeten daaraan hun goedkeuring verlenen. Nederland streeft het opnemen van duidelijke, afrekenbare voorwaarden in dit programma na om druk te houden op het hervormingsproces.
De EU-Ministers zullen ook spreken over het conflict in het oosten van Oekraïne en de mensenrechtensituatie op de Krim. Deze discussie zal plaatsvinden tegen de achtergrond van de Russische presidentsverkiezingen en de illegale annexatie van de Krim op 18 maart a.s. vier jaar geleden. Implementatie van de Minsk-akkoorden blijft grotendeels uit. Niettemin is de EU eensgezind dat het akkoord uitgevoerd moet worden. Inmiddels wordt er ook op internationaal niveau gesproken over een VN-vredesmissie. Nederland is van mening dat de Minsk-akkoorden en de implementatie daarvan als basis moeten worden genomen bij besprekingen over een eventuele missie. De verwachting is dat die positie breed wordt gedeeld in de Raad Buitenlandse Zaken.
Syrië
De Raad spreekt ook over de laatste ontwikkelingen in Syrië, het politieke proces en de aankomende tweede Syriëconferentie in Brussel op 24–25 april 2018. VN-gezant Staffan de Mistura is bij de Raad aanwezig en zal een briefing geven over de laatste ontwikkelingen en het politieke proces. Er zal naar verwachting veel aandacht zijn voor de situatie in Oost-Ghouta, Afrin en Idlib.
Het kabinet heeft grote zorgen over de zeer verontrustende situatie in Oost-Ghouta, Afrin en Idlib en het belang van implementatie en naleving door alle partijen van VNVR-resolutie 2401 (dat toeziet op een staakt-het-vuren ten behoeve van humanitaire toegang) en zal deze zorgen tijdens de Raad uitspreken. Nederland zet zich actief in om met partners te zoeken naar oplossingen om in lijn met resolutie 2401 het geweld in Syrië te doen minderen en humanitaire toegang tot stand te brengen. Nederland trekt in dit opzicht nauw op met Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten en de penvoerders op dit dossier in de VN-Veiligheidsraad, Zweden en Koeweit. Op korte termijn zal uw Kamer ook een brief over de Nederlandse inzet in Syrië toekomen.
Wat betreft de tweede Syriëconferentie zal Nederland het EU-standpunt herbevestigen dat de EU zonder een geloofwaardige, inclusieve politieke transitie geen steun zal verlenen aan de wederopbouw van een post-conflict Syrië. Daarbij zal Nederland het belang van accountability onderstrepen. Nederland hecht eraan dat de conferentie zich verder richt op humanitaire hulp en voortgezette samenwerking met buurlanden Libanon en Jordanië, onder meer op het gebied van opvang van vluchtelingen.
Iran
De Raad spreekt, mede op verzoek van Nederland, over de gezamenlijke EU-benadering ten aanzien van Iran in de context van het nucleaire akkoord (het Joint Comprehensive Plan of Action, JCPOA), de zorgen over het Iraanse ballistische raketprogramma en de rol van Iran in de regio.
Nederland zal zich tijdens de Raad uitspreken voor het behoud van het JCPOA. Het ziet geen alternatief voor deze overeenkomst waarover jarenlang is onderhandeld. Nederland zal daarbij onderstrepen dat het Internationaal Atoom- en Energieagentschap (IAEA) op 6 maart jl. opnieuw heeft geverifieerd dat Iran zich aan het JCPOA houdt. Verder acht het kabinet het van belang dat de sanctieverlichting Iran voldoende economisch dividend oplevert om de Iraanse steun voor het JCPOA te waarborgen. De EU en haar lidstaten kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Tegen deze achtergrond speelt het verwachte besluit van de Amerikaanse president op 12 mei 2018 over de Amerikaanse verlenging van het opschorten van de nucleaire sancties in het kader van het JCPOA. De VS heeft zorgen over het naleven door Iran van de afspraken uit dit akkoord na het aflopen van het JCPOA in 2025 (de zogenoemde «sunset clauses») en de toegang die het IAEA heeft tot Iraanse faciliteiten. Ook heeft de Amerikaanse regering bredere zorgen over de Iraanse rol in de regio en het Iraanse ballistische raketprogramma. De Verenigde Staten koppelen die zorgen aan het JCPOA.
Nederland deelt de Amerikaanse zorgen rondom de «sunset clauses» en de toegang die het IAEA heeft tot Iraanse faciliteiten niet. Het IAEA heeft in alle tien kwartaalrapporten bevestigd dat het alle noodzakelijke toegang heeft tot Iraanse faciliteiten. De bepaling in het JCPOA dat Iran het Additioneel Protocol dient te ratificeren, biedt bovendien voldoende waarborg voor voortdurende verificatie na afloop van de diverse bepalingen van het JCPOA. Nederland heeft wel grote zorgen over het Iraanse ballistische raketprogramma, dat tevens een veiligheidsbelang van de EU is, en over de Iraanse rol in de regio. Zoals aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 32 623, nr. 198 d.d. 21 februari 2018) heeft Nederland reeds in het sanctiecomité het niet-naleven van resolutie 2216 veroordeeld. Deze niet-naleving van Iran vergroot de zorgen die het Kabinet reeds heeft over het ballistische raketprogramma van Iran. Het kabinet zal deze zorgen bij Iran blijven aankaarten, zowel bilateraal als in EU-verband. Additionele maatregelen (sancties) worden hierbij niet uitgesloten.
Het kabinet wil deze zorgen overigens uitdrukkelijk niet aan het JCPOA koppelen, omdat dat akkoord alleen verband houdt met de zorgen over het Iraanse nucleaire programma. Nederland vindt het daarom van belang om Iran buiten het JCPOA om te bewegen tot het aangaan van een constructieve, inhoudelijke dialoog om de zorgen over het ballistische raketprogramma en de Iraanse rol in de regio te bespreken. Wat de Iraanse rol in de regio betreft verwacht Nederland dat Iran zich onomwonden inzet om het Syrische regime te bewegen humanitaire toegang te bewerkstelligen en dat Iran zijn invloed aanwendt het Syrische regime te bewegen tot serieus engagement in de Genève-besprekingen. Minister Kaag heeft deze boodschap zeer stevig afgegeven tijdens haar bezoek aan Teheran op 21 februari jl.
Overig
Rusland
Onder het agendapunt Current Affairs zal Hoge Vertegenwoordiger Mogherini naar verwachting kort ingaan op de Russische presidentsverkiezingen van 18 maart a.s. Algemeen wordt aangenomen dat de huidige president Poetin zal worden herkozen voor een vierde termijn van zes jaar. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) stuurt, op uitnodiging van Rusland, waarnemers die het verloop van de verkiezingen zullen observeren. Nederland draagt bij aan deze missie en vaardigt 4 lange termijn waarnemers en 10 korte termijn waarnemers af.
Lunch met Minister Kyung van Zuid-Korea
Tijdens de informele lunch zullen de EU-Ministers spreken met de Zuid-Koreaanse Minister van Buitenlandse Zaken, mw. Kang Kyung-wha. Zij zal een terugkoppeling geven over de contacten tussen Zuid- en Noord-Korea, zowel tijdens als na de Olympische Winterspelen.
De opening van de Olympische Winterspelen werd bijgewoond door de zus van Kim Jong-un, mw. Kim Yo-jong. Tijdens een officiële bijeenkomst met president Moon Jae-in van Zuid-Korea bracht zij de wens van Kim Jong-un over om president Moon zo spoedig mogelijk te ontmoeten. De sluiting van de Olympische Winterspelen werd bijgewoond door de vicevoorzitter van het Centraal Comité van de Koreaanse Arbeiderspartij (tevens hoofd van de Noord-Koreaanse inlichtingendienst), dhr. Kim Yong-chol. Ook hij had een ontmoeting met president Moon, waarin van Noord-Koreaanse zijde zou zijn benadrukt dat het land bereid is de dialoog met de VS te hervatten.
Op 5 en 6 maart jl. bezocht een Zuid-Koreaanse delegatie Noord-Korea. De delegatie werd geleid door dhr. Chung Eui-yong, de directeur van het Nationale Veiligheidsbureau en Speciaal Gezant van president Moon. De delegatie sprak onder andere met Kim Jong-un. Tijdens het bezoek hebben Zuid- en Noord-Korea afgesproken eind april een topontmoeting te organiseren tussen de leiders van de twee landen. Ook zou Noord-Korea tijdens het bezoek hebben aangegeven bereid te zijn met de VS te spreken over denuclearisering, en raketlanceringen en kernproeven op te schorten zolang het diplomatieke spoor wordt bewandeld.
Nederland verwelkomt de toenadering tussen Noord- en Zuid-Korea, en hoopt dat dit een eerste stap is naar een bredere, geloofwaardige en betekenisvolle dialoog. Nederland blijft zich inzetten voor wereldwijde sanctie-implementatie om Noord-Korea daadwerkelijk naar de onderhandelingstafel te laten terugkeren om te spreken over volledige, controleerbare en onomkeerbare denuclearisering van het Koreaanse schiereiland.
VNVR laatste ontwikkelingen
Terugblik februari
In de laatste weken van februari besteedde de Veiligheidsraad nog als gevolg van het Amerikaanse Jeruzalem-besluit veel aandacht aan de bezette Palestijnse gebieden. Zo had voorzitter Koeweit voor de reguliere briefing op 20 februari President Abbas uitgenodigd en werd in een sessie op 14 februari een bespreking over Gaza ingevoegd.
Tijdens de consultaties over de politieke VN-missie in Irak (UNAMI), heeft het Koninkrijk gepleit voor een snelle start van de werkzaamheden van het onderzoeksteam dat bewijs gaat vergaren over misdaden gepleegd door ISIS-strijders op grond van resolutie 2379 aangenomen op 21 september 2017. Het Koninkrijk heeft daarbij wel zijn zorgen geuit over het uitblijven van garanties van Irak dat het werk van het onderzoeksteam niet zal leiden tot de doodstraf. Als deze zorgen niet worden weggenomen zal NL het initiatief niet financieel kunnen steunen noch kunnen overgaan tot het delen van bewijs. Het Koninkrijk heeft de VN daarnaast aangemoedigd Irak te steunen met het instellen van een gespecialiseerde rechtbank voor internationale misdrijven.
Het sanctie-regime voor Jemen en het mandaat van het Panel of Experts werden op 26 februari jl. verlengd. De tekst van de resolutie 2402 was vergelijkbaar met die van vorig jaar. Een poging, met steun van het Koninkrijk, om in de resolutie de jongste ontwikkelingen en het rapport van het Panel te verwerken stuitte op een veto van Rusland, onder andere wegens een kritische vermelding van de rol van Iran.
Koeweit herdacht op 21 februari de effectieve besluitvorming van de Veiligheidsraad over de Iraakse bezetting van het land in 1990 in de vorm van een debat over het Handvest van de VN. Het Koninkrijk maakte van de gelegenheid gebruik door nog eens te wijzen op vreedzame geschillenbeslechting, de steun die de Veiligheidsraad moet geven na zijn verwijzingen naar het Strafhof en de verantwoordelijkheid van de leden om elkaar te vinden in besluitvorming.
Maart
Het Koninkrijk der Nederlanden is in maart voor één maand voorzitter van de VN-Veiligheidsraad. Op donderdag 1 maart jl. werd het voorlopige werkprogramma besproken, aangenomen en publiek gemaakt. De primaire taak van de voorzitter van de Veiligheidsraad is om de besluitvorming goed te laten verlopen en dialoog te faciliteren. Het leeuwendeel van de agenda wordt bepaald door de zogenaamde «ijzeren werkvoorraad». Naast deze lopende agenda zal het Koninkrijk tijdens de voorzitterschapsmaand aan de hand van een aantal «signature events» aandacht vestigen op de drie prioriteiten preventie, gerechtigheid, en modernisering van VN-vredesoperaties.
Signature events
Op 8 maart, internationale Vrouwendag, werd onder Voorzitterschap van Minister Kaag en met een meerderheid aan vrouwen rond de tafel de situatie in Afghanistan en ten aanzien van de VN-missie UNAMA besproken, met specifieke aandacht voor de rol van vrouwen bij vredesprocessen. Voor aanvang van het debat werd de resolutie ter verlenging van het missie-mandaat aangenomen.
Op 19 maart agendeert het Koninkrijk de derde grootste humanitaire crisis ter wereld: de situatie in de Democratische Republiek Congo, waarin onder meer zal worden teruggeblikt op de reis van Minister Kaag met VN OCHA naar dat land voorzien van 12 tot 15 maart.
Op 22 maart, Wereldwaterdag, heeft het Koninkrijk een bespreking van de crisis rondom het Tsjaad-meer geagendeerd, waarbij het, naast de problematiek met regionale migratie en Boko Haram, ook aandacht zal vragen voor waterschaarste als een van de grondoorzaken van conflict.
Op 23 maart is bespreking van het thema conflict en honger voorzien, waarbij gepleit zal worden voor handhaving van Internationaal Oorlogsrecht, specifiek in gevallen waar verhongering en het tegenhouden van humanitaire hulp wordt ingezet als oorlogswapen in een conflict.
Op 28 maart vindt het voornaamste high-level evenement van het Koninkrijk plaats, wanneer de Minister-President hierover een high-level open debat over modernisering van VN-vredesoperaties zal voorzitten. De Secretaris-Generaal van de VN zal de Veiligheidsraad tijdens dit debat toespreken over zijn eigen plannen om vredesoperaties effectiever te maken.
Naast deze zogeheten «signature events» staan in maart vijf mandaatvernieuwingen op de agenda en is er veel aandacht voor actuele crises.
Afrika
Met betrekking tot Afrika beheersen het mandaat voor UNMISS in Zuid-Soedan (verloopt op 15 maart) en dat voor MONUSCO in de Democratische Republiek Congo (verloopt op 31 maart) de agenda van maart. In verband met de acute politieke en veiligheidscrisis in DRC zal het Koninkrijk trachten tijdens de MONUSCO-onderhandelingen een duidelijk mandaat (politiek, maar ook gericht op bescherming van burgers in het conflict) en transparantere evaluatie van uitdagingen en behoeften te bewerkstelligen.
Verder zijn consultaties over het sanctiecomité Somalië/Eritrea (13 maart) voorzien alsmede een bespreking van de missie UNAMID in Darfur (14 maart) en de verlenging van de missie UNSOM in Somalië (27 maart).
Midden-Oosten
Syrië blijft in maart de agenda van de VNVR domineren, met besprekingen voorzien op 12 maart (over de staakt-het-vuren-resolutie), 15 maart (politiek spoor), 20 maart (dimensie chemische wapens met een briefing door de OPCW Directeur-Generaal Üzümcü aan de Veiligheidsraad in de vorm van een «informal interactive dialogue») en 27 maart (humanitair spoor). De inzet van het kabinet ten aanzien van Syrië is de Kamer eerder per brief toegegaan. Verder zijn voorzien op 20 maart een bespreking over Libanon, op 21 maart over Libië (sancties en missie UNSMIL) en de Westelijke Sahara (missie MINURSO), de maandelijkse bespreking van het MOVP op 26 maart, en consultaties over de missie UNDOF (Golan-hoogte) op 27 maart.
Het Koninkrijk heeft een voortrekkersrol genomen in de onderhandelingen over een voorzittersverklaring (PRST) die oproept tot meer toegang tot Jemen, voor het verbeteren van de zorgwekkende humanitaire situatie, en tot het naleven van het humanitair oorlogsrecht.
Overig
De Italiaanse Minister van Buitenlandse Zaken, in zijn hoedanigheid van Chairman in Office van de OVSE, briefte op 8 maart de VNVR over Europese veiligheid en de inzet van de OVSE op dit vlak. Hiermee werd tevens de split seat met Italië onder de aandacht gebracht.
Tenslotte zal het Koninkrijk, tijdens een informele bijeenkomst op 15 maart, in de context van de VNVR stilstaan bij de illegale annexatie van de Krim door Rusland, een situatie die nu al vier jaar voortduurt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-02-1849.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.