21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1739 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 april 2017

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken («Gymnich») op 28 en 29 april 2017.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN (GYMNICH) VAN 28 APRIL 2017

Op 28 april vindt de informele Raad Buitenlandse Zaken («Gymnich») plaats op Malta. De Raad Buitenlandse Zaken komt eenmaal per zes maanden informeel bijeen in het land van het Voorzitterschap om over een aantal onderwerpen van gedachten te wisselen. Er worden zoals bekend uitdrukkelijk geen besluiten genomen. In deze brief wordt daarom in algemene zin een aanduiding gegeven van de te bediscussiëren onderwerpen.

Turkije

Op 16 april vindt zoals bekend in Turkije een referendum plaats waarin enkele substantiële wijzigingen in de Grondwet van Turkije aan de bevolking worden voorgelegd. De bespreking tijdens Gymnich biedt de gelegenheid voor een eerste informele discussie over de uitslag van het referendum. De campagne voor het referendum heeft de tegenstellingen in de binnenlands-politieke verhoudingen in Turkije verder aangescherpt. Ook blijft er grote zorg bestaan over de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en de maatregelen die Turkije heeft genomen onder de noodtoestand in de nasleep van de couppoging van 15 juli 2016, zoals die in eerdere brieven en interventies door de Nederlandse regering aan de orde zijn gesteld

Ook Hoge Vertegenwoordiger Mogherini (HV) en Commissaris Hahn spraken in een recente verklaring hun zorg uit over de excessieve machtsconcentratie in één hand; de voorgenomen grondwetswijziging heeft serieuze implicaties voor de scheiding der machten en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Ook spraken zij hun zorg uit over het wijzigen van de Grondwet terwijl de noodtoestand van kracht is. HV en Commissaris Hahn kondigden in hun verklaring aan dat de EU de grondwetswijziging en de implementatie ervan zal beoordelen in het licht van de verplichtingen van Turkije als kandidaat-lidstaat van de EU en lid van de Raad van Europa. Het kabinet onderschrijft deze benadering waarvoor binnen de Raad brede steun bestaat. Nederland hecht daarbij aan EU-eenheid, waaronder in de Raad van Europa. Al deze zaken zullen aan de orde kunnen komen, evenals de geopolitieke positie van Turkije, de strijd tegen het terrorisme en de migratie-samenwerking.

De afgelopen weken heeft Nederland geprobeerd, naar aanleiding van het conflict met Turkije over de bezoeken van ministers,om tot een gezamenlijk EU-standpunt te komen over de ruimte die niet-Lidstaat Turkije heeft voor het ontplooien van politieke activiteiten in de EU, conform de motie-Omtzigt (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1730). Op verschillende momenten, waaronder tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 3 april jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1737), is gebleken dat hiervoor geen steun bestaat.

Werkmethoden

De informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) zal spreken over werkmethoden binnen het buitenlandbeleid van de Europese Unie (EU). De internationale situatie is aan constante verandering onderhevig. Landen als China, Rusland, Iran en Saudi-Arabië zijn geopolitiek assertiever in regionale vraagstukken. De internationale veiligheidssituatie verandert voortdurend door verscherping van onder meer regionale conflicten en terrorisme. Bovendien staan de universele waarden en internationale structuren in toenemende mate onder druk.

Deze veranderende wereld vergt een sterk EU-buitenlandbeleid, een goed functionerende Unie en een EU die zich niet uit elkaar laat spelen. Door meer politieke en diplomatieke eenheid kan de invloed en impact van Europa op de wereld worden versterkt. Daarbij is betrokkenheid van de lidstaten zelf cruciaal om de legitimiteit van het externe optreden te vergroten, en dient de uitvoering van het beleid tussen de Lidstaten en de Europese instellingen in goede samenhang te worden gedaan. Nauwere samenwerking van de EU in multilaterale organisaties is daarbij eveneens van belang.

Het Kabinet steunt het verbeteren van de werkmethoden binnen het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB) met het oog op een grotere internationale impact van de Unie. Dit is zo ook uitgedragen in de aanloop naar de EU Global Strategy (zie ook Kamerstuk 21 501-02, nr. 1671 en Kamerstuk 21 501-02, nr. 1641), één van de speerpunten van het Nederlandse voorzitterschap van de EU. Het Kabinet zet hierbij onder meer in op een verbetering van de informatiedeling tussen EU en Lidstaten, zowel tussen de hoofdsteden en Brussel, als tussen de vertegenwoordigingen in derde landen. Voorts is het van belang dat de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) toeziet op de uitvoering van afgesproken beleid.

In nauwe samenwerking met de HV zet het Kabinet voorts in op het bevorderen van een samenhangend beleid en inzet van instrumenten (GBVB, GVDB en extern beleid) en middelen, om de effectiviteit van het extern optreden te versterken. De raadsconclusies over de synergie tussen EU energie en klimaatdiplomatie als uitwerking van de EU Global Strategy on Foreign and Security Policy (nr. 6981/17), zoals aangenomen door de RBZ van 6 maart jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1726), zijn hiervan een goed voorbeeld.

Globalisation and challenges to the rules-based international order

Ministers zullen van gedachten wisselen over nieuwe realiteiten, trends en uitdagingen waar de Unie mee te maken heeft in het buitenlands beleid en manieren waarop de Europese normen en waarden hierin effectief een rol kunnen blijven spelen. De discussie zal daarbij ingaan op uitdagingen en vraagstukken over het functioneren van multilaterale instellingen, vrijhandel, klimaatverandering, weerstand tegen globalisering en de rol van grote landen als Rusland, VS en China daarbij.

Nederland herkent de complexe geopolitieke uitdagingen die de internationale orde onder druk zetten. Het Kabinet zal benadrukken dat het multilaterale stelsel zich zal moet innoveren en aanpassen aan de veranderende balance of power als het een baken van stabiliteit wil blijven. De EU heeft een goed functionerend multilateraal stelsel nodig om zich duurzaam te weren tegen grensoverschrijdende dreigingen zoals klimaatverandering, terrorisme en cybermisdaad. Ook blijft de internationale rechtsorde belangrijk voor het handelsklimaat. Voor de EU en NL zijn macht en waarde twee kanten van dezelfde medaille.

Global strategy

Op de Europese Raad van juni 2016 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1129) presenteerde de HV de EU Global Strategy on Foreign and Security Policy (hierna «EUGS»). Het Kabinet heeft een actieve rol opgenomen in de consultatiefase in aanloop naar de EUGS, zoals uiteengezet in de Geannoteerde Agenda van de informele RBZ van 5–6 februari 2016 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1580). De EUGS biedt het kader voor het externe beleid van de EU, rekening houdend met de sterk veranderende geopolitieke en veiligheidsuitdagingen, gebaseerd op de volgende vier kernbelangen: veiligheid, welvaart, democratie en rules-based world order. Uw kamer ontving reeds op 17 juli 2016 een toelichting en appreciatie van de EUGS (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1140). De HV zal deze zomer rapporteren over de implementatie van de EUGS. De RBZ van 17 oktober 2016 wees reeds op het belang van een snelle en goede implementatie van de vijf verschillende sporen: veiligheid en defensie; resilience en de integrale benadering van conflict- en crisisbeheersing; de nexus tussen intern en extern beleid; zowel actualiseren van bestaande als nieuwe regionale en thematische strategieën en als vijfde, publieksdiplomatie. De informele Raad van 28 april a.s. biedt de EU-lidstaten de mogelijkheid de gezamenlijke inzet voor verdere implementatie te bespreken.

Nederland zal wijzen op het belang van een spoedige en geïntegreerde opvolging op alle verschillende sporen. Het Kabinet blijft daarbij het belang onderstrepen van eigenaarschap van lidstaten, nationale parlementen en de verschillende EU-instellingen bij een zo snel mogelijke implementatie van de strategie. Vooral door een spoedige en juiste implementatie van de strategie, onder meer via verschillende deelstrategieën, kunnen de Europese waarden worden verankerd.

Uw Kamer werd eerder geïnformeerd over de RBZ van maart jl. die sprak over de voortgang die sinds de Europese Raad van december is geboekt t.a.v. de uitvoering van de EUGS op het terrein van veiligheid en defensie (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1726). Nederland heeft actief ingezet op spoedige uitwerking van de strategie op het gebied van veiligheid en defensie in een Security and Defence Implementation Plan (SDIP) en verwelkomt de voortgang op dit dossier. Naast verdere versterking van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB), streeft Nederland ook naar nauwere samenwerking tussen de EU en de NAVO. Bovendien vindt Nederland het belangrijk dat concrete voortgang wordt bereikt bij de uitwerking van resilience en de integrale benadering van conflicten en crises. Daarnaast dient aandacht uit te gaan naar implementatie van de strategie ten aanzien van dreigingen op het snijvlak van interne en externe veiligheid, zoals cyber security en terrorismebestrijding, samenwerking op het gebied van migratie en energieveiligheid. Een stabiel en welvarend Europa vraagt om stabiliteit en welvaart aan onze grenzen onder meer door het vergroten van weerbaarheid in de landen om ons heen. Dit vereist onder meer een verdere ontwikkeling en herziening van regionale EU-strategieën, waaronder de reeds bestaande regionale strategie van de EU voor de Sahel-regio. Het Kabinet zal zich er tevens voor inzetten dat de EUGS waar relevant wordt meegenomen in de voorbereiding van de verschillende EU-toppen met derde landen.

Naar boven