21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1698 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2016

Hierbij bied ik u aan de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 12 december 2016.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 12 DECEMBER 2016

Migratie

De Raad zal spreken over migratie, in het bijzonder over de voortgang van de implementatie van het partnerschapsraamwerk dat de Commissie in juni 2016 voorstelde (zie Mededeling COM(2016) 385, BNC fiche met Kamerstuk 22 112, nr. 2157). Nederland steunt dit raamwerk, dat uitvoering geeft aan de door het kabinet bepleite alomvattende aanpak gericht op het redden van levens op de Middellandse Zee, een betere samenwerking op terugkeer, een effectieve aanpak van grondoorzaken en een betere opvang van vluchtelingen in regio. Dit vereist nauwe samenwerking met EU-lidstaten en landen van herkomst, transit en opvang. Het kabinet is actief betrokken bij de totstandkoming van de migratiecompacts met een aantal belangrijke herkomst-, transit- en opvanglanden in Afrika. Nederland heeft bijvoorbeeld via ambtelijke en politieke consultaties bijgedragen aan het in kaart brengen van belangen en behoeften van Mali om in dat land tot een gezamenlijke aanpak te komen. De Minister van Buitenlandse Zaken zal, voorafgaand aan de Raad, namens de Hoge Vertegenwoordiger een bezoek brengen aan Mali en Niger om de migratieafspraken verder vorm te geven.

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini gaf tijdens de Europese Raad van 20-21 oktober jl. (Kamerstuk 21 501–20, nr. 1161) een eerste tussentijdse rapportage, waarin zij concludeerde dat inmiddels een aantal belangrijke stappen is gezet in de samenwerking met derde landen. Uitgangspunt voor de Nederlandse inbreng in de Raad is dat dit momentum nu wordt behouden zodat werkelijke resultaten worden geboekt. Daarbij moet een goede balans gevonden worden tussen resultaten op de korte termijn – zoals terugkeer – en de lange termijn – zoals de aanpak van grondoorzaken.

Voor het Europese krachtenveld op het gebied van migratie verwijst het kabinet uw Kamer naar het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 17 oktober 2016 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1688), het verslag van de Raad Algemene Zaken van 18 oktober 2016 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1687) en het verslag van de Europese Raad van 20 en 21 oktober 2016 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1161).

Afrika

Mede in het licht van de EU-Afrikatop in het najaar van 2017 zal de Raad een strategische discussie over Afrika houden. Aandacht zal uitgaan naar onderwerpen als veiligheid, migratie, goed bestuur en economische ontwikkeling. De geografische focus zal naar verwachting liggen op de Sahel en de Hoorn van Afrika.

De verhoudingen tussen Europa en Afrika veranderen, waarbij de betrekkingen steeds vaker een transactionele aard hebben. Op sommige terreinen krijgen de verschillen tussen Afrikaanse landen en Europa nadrukkelijker profiel. Zo heeft een drietal Afrikaanse landen aangekondigd zich terug te zullen trekken uit het Internationaal Strafhof. Daarnaast neemt de invloed van niet-Westerse landen als China in Afrika toe.

De welvaart in Afrika is de laatste jaren sterk gegroeid. Veel Afrikaanse landen, evenals de Afrikaanse Unie (AU), zijn mede als gevolg van de groei een meer onafhankelijke koers gaan varen. De voortgang op een aantal ontwikkelingsdoelen is onmiskenbaar. De kansen voor het bedrijfsleven nemen toe. Niettemin is het optimisme over «Africa rising» in recente jaren afgenomen. De groei is afgevlakt als gevolg van onder meer tegenvallende economische ontwikkelingen in China en lage brandstofprijzen. Daarnaast profiteert slechts een klein deel van de bevolking van de groei. De bevolking in Afrika neemt ondertussen explosief toe. Dit draagt bij aan het gebrek aan toekomstperspectief voor steeds grotere groepen jongeren. Deze uitzichtloosheid, de ongelijkheid, de etnische verdeeldheid en het vaak zwakke bestuur leiden er toe dat bepaalde regio’s en landen in Afrika kwetsbaar zijn voor radicalisering en gewelddadig extremisme. Irreguliere migratie neemt toe, ook richting Europa.

In deze context zullen de EU en Nederland samenwerking blijven zoeken met Afrika, daar waar gemeenschappelijke belangen liggen, zoals op het gebied van regionale stabiliteit, sociaaleconomische ontwikkeling, gerechtigheid en verzoening, goed bestuur en migratie. Die samenwerking zal gestoeld moeten zijn op een gelijkwaardige en pragmatische relatie om het gewenste effect te sorteren. De EU zal daarbij aandacht blijven vragen voor het toepassen van democratische beginselen, het respecteren van fundamentele vrijheden en mensenrechten, en het belang van een functionerende rechtsstaat.

Voor het kabinet is de EU een logisch en een belangrijk kanaal voor de Nederlandse inzet. De aard van de uitdagingen waar Afrika en Europa mee te maken hebben is complex, per land verschillend en vaak grensoverschrijdend. De EU is bij uitstek in de positie om op een geïntegreerde manier landen specifiek en regionaal beleid te helpen ontwikkelen en uit te voeren door het brede Europese instrumentarium op het gebied van handel, ontwikkeling en vrede en veiligheid, o.a. door middel van militaire en civiele EU-missies. Het is belangrijk dat deze instrumenten op een regionale en geïntegreerde manier worden ingezet.

Nederland zal er in de Raad onder meer voor pleiten dat de EU blijft investeren in een intensieve, brede politieke dialoog met Afrikaanse landen, in de opbouw en capaciteit van de Afrikaanse veiligheidsarchitectuur en in een gecoördineerde aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit. De sterke rol van de EU ten aanzien van de samenwerking op het gebied van irreguliere migratie wordt door Nederland ondersteund. Bijzondere aandacht zal er in de ogen van het kabinet moeten zijn voor een meer inclusieve groei en versterking van de positie van jongeren en vrouwen. Het kabinet verwelkomt in dat verband «jeugd op beide continenten» als het centrale thema voor de EU-Afrikatop in 2017. Tot slot is een belangrijk aandachtspunt voor Nederland het versterken van de synergie tussen EU-missies en de inzet van individuele EU-lidstaten.

DRC

De Raad zal op verzoek van een aantal lidstaten dieper ingaan op de politieke crisis in de Democratische Republiek Congo (DRC) die is ontstaan door uitstel van de presidentiële verkiezingen. Deze verkiezingen dienden oorspronkelijk nog dit jaar plaats te vinden; op 19 december loopt de tweede en laatste grondwettelijke termijn van president Kabila af. Als regering en oppositie voor 19 december geen inclusief akkoord bereiken, ziet het kabinet een reëel risico op gewelddadig straatprotest en een toename van repressie.

Het kabinet zet zich in voor een actieve rol van de EU bij het komen tot een inclusief politiek akkoord tussen de Congolese regering en de oppositie. Dat betekent wat Nederland betreft respect voor de huidige Grondwet (in het bijzonder ten aanzien van de constitutionele presidentstermijnen), een vreedzame transitie na 19 december en het zo snel mogelijk houden van de uitgestelde verkiezingen. Het Kabinet ondersteunt de oproep van de EU aan alle partijen in de DRC om de Grondwet te respecteren en de getoonde bereidheid van de EU om maatregelen te nemen tegen diegenen die verantwoordelijk zijn voor geweld of een vreedzame uitweg uit de crisis blokkeren, conform de EU Raadsconclusies van 17 oktober jl. (referentienummer 582/16). Daarnaast zet Nederland zich proactief in ter ondersteuning van mensenrechtenorganisaties en mensenrechtenverdedigers die in de DRC onder druk staan door werk wat zij doen.

Egypte

De Raad zal naar verwachting ook spreken over Egypte, mede met het oog op de bijeenkomst tussen de EU en de Arabische Liga die op 20 december in Caïro plaatsvindt. Hierbij zal aandacht worden besteed aan actuele binnenlandse ontwikkelingen, de regionale rol van Egypte, migratie en de onderhandelingen tussen de EU en Egypte over de prioriteiten voor de samenwerking onder het Nabuurschapsbeleid.

Het kabinet is bezorgd over de verslechterende politieke, mensenrechten- en economische situatie in Egypte. Het maatschappelijk middenveld en mensenrechtenverdedigers- en organisaties in Egypte komen steeds meer onder druk te staan. Nederland maakt zich daarbij zorgen over mogelijke wetgevende initiatieven die de vrijheden van niet-gouvernementele organisaties aanzienlijk inperken. In bilateraal verband en in multilaterale fora worden spreken Nederland en de EU deze zorgen onverkortuit en dringen zij aan op verbeteringen op deze vlakken.

Voorts speelt Egypte een belangrijke rol in de regio en vormt het daarbij een strategisch belang voor de Europese Unie. Momenteel is Egypte bovendien een niet-permanent lid van de VN-Veiligheidsraad. De EU heeft er belang bij dat Egypte een constructieve rol speelt bij het vinden van oplossingen voor conflicten in omringende landen en daarmee het bevorderen van regionale stabiliteit.

In het kader van het herziene EU Nabuurschapsbeleid streeft de EU naar een op maat gesneden aanpak per partnerland, waarbij de omvang van de samenwerking afhangt van de mate van overeenstemming over de centrale waarden van het Nabuurschapsbeleid. Momenteel wordt in EU-verband met Egypte onderhandeld over de vaststelling van de zogenaamde partnerschapsprioriteiten. Deze prioriteiten zullen de toekomstige relatie gaan vormgeven. Het kabinet acht het positief dat de focus in de onderhandelingen ligt op het bevorderen van duurzame stabiliteit, waarbij voor Nederland en de EU inclusieve ontwikkeling, democratisering, respect voor mensenrechten, goed bestuur en accountability centraal staan en onontbeerlijk zijn.

Naar boven