21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1535 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2015

Bij brief van 13 oktober jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over het ontwerprapport van de rapporteurs Hübner (EPP/POL) en Leinen (S&D/DUI) van het Europees parlement met voorstellen tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezingen van de leden van het Europees parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen.1 Op 16 oktober jl. heeft de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken mij per brief gevraagd om een aanvullende reactie op het rapport. Tevens is verzocht om een nadere uitleg over de volgende zin in mijn brief van 13 oktober jl.: «Het kabinet moet daarbij overigens rekening houden met de rol van Nederland als inkomend voorzitter van de Raad». Uw vragen beantwoord ik, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, graag.

Het ontwerprapport is (inmiddels) openbaar en als bijlage bij deze brief gevoegd.2

Ook zijn er door leden van het Europees parlement amendementen op het ontwerprapport ingediend (bijgevoegd).3

Een inhoudelijke reactie op het rapport acht ik voortijdig. Over het rapport is op 28 september gestemd in de Commissie Constitutionele Zaken van het Europees parlement, behandeling in de plenaire vergadering van het Europees parlement zal naar verwachting op 28 oktober volgen. Pas daarna zal duidelijkheid bestaan of het rapport wordt aangenomen en dan zal ook de specifieke inhoud van het rapport en het daarin opgenomen ontwerpvoorstel voor een besluit van de Raad betreffende de Kiesakte definitief zijn. Vervolgens dient het ontwerpvoorstel, in lijn met art 223 VWEU, aan de Raad aangeboden te worden en is behandeling in Raadsverband aan de orde. Dat is ook het moment waarop een kabinetsappreciatie zal volgen op het ontwerpvoorstel van het Europees parlement.

Deze zal zo spoedig mogelijk aan Uw Kamer worden toegestuurd, opdat u uw opvatting op het kabinetsstandpunt kenbaar kunt maken voor de inhoudelijke behandeling in de Raad begint.

Het Luxemburgse voorzitterschap van de Raad bepaalt de wijze waarop de Raad het ontwerpvoorstel zal behandelen. Voortzetting van de behandeling onder Nederlands voorzitterschap kan aan de orde zijn in de eerste helft van 2016.

Bij brief van 28 januari 2015 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken u geïnformeerd over de inhoudelijke voorbereidingen voor dit EU-voorzitterschap. De werkzaamheden van het voorzitterschap bestaan in belangrijke mate uit het verder brengen van de lopende wetgevingsdossiers, dat kan ook voor de behandeling van dit ontwerpvoorstel van toepassing zijn. De voorzitter van de Raad heeft vooral de rol van betrouwbare en efficiënte bemiddelaar die compromissen smeedt tussen de 28 lidstaten en tussen Raad, Commissie en Europees parlement. Andere lidstaten en de Europese instellingen beoordelen een voorzitterschap op de invulling van deze rol.4

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-02, nr. 1532.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

Kamerstuk 34 139, nr. 1.

Naar boven