21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1362 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2014

Hierbij bieden wij u de geannoteerde agenda aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken («Gymnich») van 4 en 5 april 2014.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN («GYMNICH») VAN 4 EN 5 APRIL 2014

Op 4 en 5 april 2014 komen de EU-Ministers van Buitenlandse Zaken in Athene bijeen voor de reguliere informele bijeenkomst van de Raad Buitenlandse Zaken («Gymnich»). De Ministers zullen spreken over de ontwikkelingen in de directe buurlanden van de EU, zowel in het Oosten als in het Zuiden. Nadruk van de bespreking zal in het bijzonder op Oekraïne liggen. Voor een deel van de bijeenkomst zijn de EU-kandidaat-lidstaten uitgenodigd.

Uw Kamer is meest recentelijk geïnformeerd over de situatie in Oekraïne en het beleid van Nederland en de EU in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1359). Voorafgaand aan het Algemeen Overleg van 26 maart a.s. ontvangt uw Kamer tevens het verslag van de Europese Raad van 20–21 maart, waarin wordt ingegaan op de besprekingen en conclusies van de Europese Raad over Oekraïne.

Het kabinet maakt graag gebruik van deze geannoteerde agenda om uw Kamer te informeren over de recente discussies over Oekraïne in OVSE-, RvE- en VN-kader.

Tot slot ontvangt uw Kamer met deze brief nadere informatie over de Nederlandse inzet bij de EU-Afrika Top op 2 en 3 april a.s. in Brussel, zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg over de Raad Algemene Zaken en de Europese Raad op 13 maart jl.

Stand van zaken internationale discussies over Oekraïne (OVSE, RvE en VN)

NB: voor de meest recente ontwikkelingen ten aanzien van Oekraïne in de NAVO wordt verwezen naar de geannoteerde agenda van de aanstaande NAVO-ministeriële, die uw Kamer op vrijdag 21 maart is toegegaan.

OVSE

De Oekraïense interim-minister van Buitenlandse Zaken, Desjtsjytsja, heeft op 20 maart jl. de Permanente Raad van de OVSE toegesproken. Hij gaf de Oekraïense visie op de huidige situatie weer en benadrukte dat Oekraïne niet langer te maken had met een intern conflict maar met agressie van een ander land. Tegelijkertijd wil Oekraïne de dialoog met Rusland aangaan. Hij vond daarvoor krachtige steun bij de Westerse landen.

Over het mandaat van een brede OVSE Monitoring Missie wordt nog onderhandeld, vooral de geografische reikwijdte daarvan. De Europese Unie heeft gezegd een bijdrage aan een dergelijke missie te willen leveren. Indien de komende dagen geen overeenstemming over deze monitoringsmissie kan worden bereikt zal de Europese Unie voorbereidingen treffen voor een monitoringsmissie onder EU-vlag.

De missie waarmee de OVSE de Oekraïense presidentsverkiezingen van 25 mei zal waarnemen, is op 20 maart van start gegaan. Deze missie zal op haar hoogtepunt ongeveer 1.000 waarnemers omvatten. De militaire waarnemingsmissie onder het Weens Document is afgesloten op 20 maart jl. Helaas kreeg deze missie geen toegang tot de Krim. Mogelijkheden voor vervolgmissies onder de verschillende bestaande wapenbeheersingsregimes worden onderzocht. Indien opportuun zal Nederland daaraan een actieve bijdrage leveren, opnieuw in de vorm van militaire waarnemers.

Voorts is de OVSE, op verzoek van Oekraïne, begonnen met een «Nationale Dialoog»-project. Doelstelling is het identificeren van mogelijke OVSE-activiteiten gericht op het scheppen van vertrouwen tussen de verschillende delen van de Oekraïense samenleving. In het projectteam van 15 internationale experts neemt ook een Nederlander deel.

Raad van Europa

Een delegatie van de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa, onder leiding van parlementsvoorzitter Anne Brasseur, zal van 22 tot 24 maart een bezoek brengen aan Kiev, Donetsk en Lviv. De delegatie zal rapport uitbrengen over de situatie in Oekraïne met het oog op een debat in PACE, dat plaats zal vinden in de plenaire sessie van 7 tot 11 april a.s. De delegatie spreekt onder andere met de interim-president, de premier en de Ministers van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken. Daarnaast wordt met politieke partijen gesproken en een voorman van de Krim Tataren.

Op 13 maart jl. heeft Oekraïne bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een zogeheten «interstatelijke zaak» (ook wel «statenklacht» genoemd) aanhangig gemaakt tegen Rusland. Oekraïne heeft het Hof daarbij tevens verzocht Rusland bij wijze van voorlopige maatregel op te dragen zich te onthouden van handelingen die het leven en de gezondheid van burgers in Oekraïne in gevaar brengen.

Op basis van Regel 39 van zijn procedureregels heeft het Hof het verzoek om een voorlopige maatregel toegewezen. Met dien verstande dat beide betrokken staten worden opgeroepen zich te weerhouden van handelingen, in het bijzonder militaire handelingen, die mogelijk een inbreuk zouden betekenen op de rechten die het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens aan de burgers geeft. Beide staten zijn gevraagd om het Hof zo snel mogelijk te informeren welke maatregelen zij hebben genomen om te waarborgen dat zij in volledige overeenstemming met het EVRM handelen. Het kabinet is verheugd dat het Hof deze voorlopige maatregel heeft getroffen.

Verenigde Naties

Op 19 maart 2014 kwam de VN-Veiligheidsraad voor de achtste keer bijeen over Oekraïne. Volgende week, naar verwachting op donderdag 27 maart, volgt een debat in de Algemene Vergadering. Er wordt gewerkt aan een conceptresolutie gebaseerd op de Oekraïne-resolutie die eerder in de Veiligheidsraad op een Russisch veto stuitte. Deze resolutie zal onder andere oproepen tot de-escalatie, toegang van onafhankelijke waarnemers en het starten van directe dialoog tussen de partijen. Voorts is de Secretaris Generaal van de VN afgereisd naar Moskou en Kiev in een poging te bemiddelen tussen de partijen. De SGVN riep betrokken partijen op niet te provoceren en spoedigst in dialoog te treden.

Een VN mensenrechten-monitoringsmissie wordt nu ontplooid in Oekraïne op verzoek van de autoriteiten in Kiev. Het team, onder leiding van de regionaal vertegenwoordiger Azië voor de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, Harutyunyan, zal bestaan uit negen internationale en 25 nationale stafleden. Doel is het objectief beoordelen van en rapporteren over vermeende mensenrechtenschendingen, het monitoren van de mensenrechtensituatie in het hele land, alsmede het tegengaan van het verspreiden van foutieve informatie. De missie moet ook een presentie in de Krim krijgen.

EU-Afrika Top

Tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer over de Europese Raad van 13 maart jl. is toegezegd uw Kamer nader te informeren over de Nederlandse inzet ten behoeve van de EU-Afrika Top die op 2 en 3 april a.s. in Brussel zal plaatsvinden. In aanvulling op de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 17 maart, wordt deze toezegging in dit verslag gestand gedaan. Daarbij is opgemerkt dat de Nederlandse inzet geheel in lijn is met de Europese inzet die is vastgelegd in de conclusies van de Europese Raad van 21 maart.

De relatie tussen de EU en Afrika evolueert. Sinds de vorige Top in 2010 heeft de EU een economische crisis doorgemaakt, terwijl verschillende landen in Afrika forse groeicijfers laten zien. De handelsrelaties tussen beide continenten zijn verdiept en de EU is nog altijd de grootste handelspartner van Afrika. Maar de relaties zijn van oudsher breder dan alleen handel. De traditionele ontwikkelingsrelatie is de afgelopen jaren aanzienlijk verbreed. Op het gebied van vrede en veiligheid neemt Afrika steeds meer zelf het initiatief om conflicten te bestrijden en te voorkomen, zoals in Mali, de Centraal Afrikaanse Republiek en meer recent in Zuid-Sudan. De Europese Raad heeft uitgesproken dat zij de Afrikaanse inspanningen zal blijven ondersteunen en heeft andere donoren opgeroepen hun deel te leveren in het kader van burden sharing. Het opbouwen van capaciteit om de Afrikaanse architectuur op het gebied van vrede en veiligheid te ondersteunen is van belang: de EU zal zich beraden op manieren om deze capaciteit verder te versterken zodat Afrikaanse partners conflicten beter kunnen voorkomen en effectief en snel op crises kunnen inspringen. Nederland vindt dit belangrijk. Vanuit de gedachte van «Afrikaanse oplossingen voor Afrikaanse problemen» kan de EU deze eigen verantwoordelijkheid en commitment van Afrikaanse landen steunen, bijvoorbeeld met vraag gestuurde ondersteuning en interventies, met de nadruk op institutionele capaciteitsopbouw. Nederland zal dit tijdens de top nog eens onderstrepen.

Nederland streeft ernaar om tijdens de aanstaande EU-Afrika Top de brede en steeds meer gelijkwaardige relatie te bestendigen. Voor Nederland liggen er op het gebied van handel concrete kansen. Nederland zal tijdens de Top spreken met Afrikaanse regeringsleiders om onze wederzijdse economische relaties verder te ontwikkelen.

Het kabinet is van mening dat binnen een gelijkwaardige relatie ook lastige onderwerpen besproken moeten kunnen worden. Het respecteren van mensenrechten, zeker die van minderheden, vormt een onlosmakelijk element van vrede en veiligheid. De conclusies van de Europese Raad onderstrepen de aandacht die zal uitgaan naar goed bestuur, rechtsstaat en mensenrechten in het partnerschap met Afrika. De bevordering van gelijke rechten voor en sociale acceptatie van LHBT (Lesbiennes, Homoseksuelen, Biseksuelen en Transgenders) is een gevoelige kwestie in Afrika, waarvoor Nederland aandacht blijft vragen. LHBT maakt echter geen onderdeel uit van het plenaire programma tijdens de Top. Dit onderwerp zal, waar relevant, in bilaterale consultaties en marge van de Top besproken worden. In het verdedigen van mensenrechten en de bestrijding van straffeloosheid is een belangrijke rol weggelegd voor het ICC. 34 Afrikaanse landen zijn partij bij het ICC. Zij vormen daarmee een grote groep die een belangrijke rol speelt binnen het ICC. Nederland verwelkomt dan ook de volgende voorzitter van de Assembly of State Parties die afkomstig zal zijn uit de Afrikaanse groep.

Ook hecht Nederland sterk aan het belang van migratie. Tijdens de Top zal hierover intensief worden gesproken, inclusief terug- en overname. Over migratie en mobiliteit zal in de hoofdverklaring van de Top in een aparte paragraaf worden opgenomen. Over de invulling hiervan vindt nog overleg plaats met de Afrikaanse partners, waarbij de Europese inzet is irreguliere migratie tegen te gaan en mensenhandel te bestrijden, vanzelfsprekend vanuit gedeelde verantwoordelijkheid tussen landen van oorsprong, doorgang en bestemming. Ook zal een separate verklaring worden aangenomen over migratie waarin wordt opgeroepen tot een actieplan voor de periode 2014–2017. In dit actieplan zal onder meer worden ingegaan op mobiliteit, mensenhandel en de relatie met ontwikkelingssamenwerking.

Tenslotte, naar aanleiding van het schriftelijke verzoek van de griffier van de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de beleidsnotitie over Afrika met kenmerk 2014Z03382/2014D08636 die werd ingezonden op 10 maart 2014, deel ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, mede dat deze notitie in het voorjaar aan het parlement wordt aangeboden. De notitie zal toelichten hoe de beleidslijnen van het kabinet op het gebied van onder meer vrede en veiligheid, mensenrechten, handel en ontwikkelingssamenwerking zijn vertaald naar de Afrikaanse context. De uitkomsten van de EU-Afrika Top zullen in deze notitie worden meegenomen.

Naar boven