21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1302 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2013

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 november 2013.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 18 NOVEMBER 2013

Oostelijk Partnerschap

De Raad zal in het bijzonder stilstaan bij de mogelijke ondertekening van een Associatie Akkoord (AA) inclusief Deep and Comprehensive Free Trade Area (DCFTA) met Oekraïne. In navolging van de Raad Buitenlandse Zaken van 21 oktober jl. concludeerde de Europese Raad van 24 en 25 oktober dat Oekraïne nog vastberaden actie en tastbare vooruitgang moet laten zien op de voorwaarden die door de Raad zijn gesteld.1 Voorafgaand aan de Raad zal Hoge Vertegenwoordiger Ashton een inschatting geven van de voortgang die Oekraïne heeft gemaakt. De bevindingen van de – verlengde – EP-missie Cox en Kwasniewski die medio november worden verwacht, zullen daarin worden meegenomen.

Het is nog te vroeg om vast te stellen of het in Vilnius tot ondertekening van een Associatie Akkoord met Oekraïne zal komen. Bij verschillende gelegenheden heeft de EU – evenals individuele lidstaten, waaronder Nederland – de autoriteiten in Kiev te verstaan gegeven dat nog niet aan de voorwaarden is voldaan. Het is de verwachting dat Oekraïne in de korte tijd die nog resteert tot aan de Top nog een aantal stappen zal zetten: het Oekraïense parlement zal naar verwachting belangrijke wetgeving aannemen, zoals een anti-corruptiewet en een nieuwe wet inzake parlementsverkiezingen. Het parlement zal ook voorstellen behandelen waarmee het ambt van Openbaar Aanklager ingrijpend wordt gemoderniseerd en de Hoge Raad wordt hervormd.

Indien Oekraïne vóór de Top in Vilnius deze wetgeving aanneemt en er naar tevredenheid van alle lidstaten een oplossing wordt gevonden met betrekking tot mevrouw Timosjenko, is het kabinet bereid in Vilnius het akkoord met Oekraïne te tekenen. Aanname van deze wetten zou de hervormingsgezindheid van Kiev onderstrepen. Voor het kabinet zijn bredere rechtsstaathervormingen altijd een belangrijk ijkpunt geweest. Een aantal lidstaten heeft ondertekening voorwaardelijk gemaakt aan het vinden van een oplossing voor het meest aansprekende geval van selectieve rechtspraak, mevrouw Julia Timosjenko.

Zuidelijke buurlanden

Syrië

De Raad zal opnieuw spreken over de crisis in Syrië. De voorziene vredesconferentie Genève II, de ontmanteling van het Syrische chemische wapenarsenaal, en de humanitaire situatie komen hierbij aan de orde.

Deze week werd bekend dat het niet mogelijk is om, zoals eerder door betrokken partijen werd aangekondigd, eind november een vredesconferentie te houden. De gesprekken over de organisatie van een conferentie gaan op 25 november a.s. verder. Vooral aan de zijde van de oppositie is deelname aan de conferentie onderwerp van discussie. Het leiderschap van de politieke oppositie is zich bewust van het belang van deelname, maar het ziet zich geconfronteerd met interne verdeeldheid. Deze wordt deels ingegeven door angst de aansluiting met gewapende oppositiegroepen te verliezen, die deelname aan Genève II een daad van verraad noemen zolang Assad niet aftreedt. Het kabinet heeft begrip voor deze zorgen, maar dringt er bij de oppositie op aan de gelederen te sluiten en naar de onderhandelingstafel te komen. Het kabinet is er stellig van overtuigd dat een politieke oplossing de enige duurzame uitweg uit het conflict is.

De gezamenlijke missie van de VN en de OPCW onder leiding van de Nederlandse VN-diplomate Sigrid Kaag heeft de eerste twee stappen in het proces van vernietiging van Syrische chemische wapens succesvol kunnen afronden: de inspectie van de productiefaciliteiten en het onklaar maken van deze faciliteiten en andere cruciale apparatuur vóór de deadline van 1 november jl. De volgende stap beoogt de vernietiging van chemische wapens en precursoren vóór 30 juni 2014. Nederland is in gesprek met mevrouw Kaag om naast eerder geboden financiële steun aan het Trust Fund for Syria van de OPCW nadere ondersteuning te bieden, overeenkomstig de behoeftestelling van de missie.

De humanitaire situatie in en om Syrië blijft schrijnend. De winter is onderweg, met alle gevolgen van dien voor de miljoenen gevluchte, ontheemde en hulpbehoevende Syriërs. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft een uitbraak van polio bevestigd, waartegen naar schatting honderdduizenden kinderen niet gevaccineerd zijn. Het kabinet maakt zich zorgen om berichten dat de grenzen van buurlanden van Syrië steeds vaker dicht blijven, en moedigt de landen in kwestie – die lof verdienen voor hun voortgezette inspanningen op humanitair gebied – aan, hun grenzen zoveel mogelijk open te houden. Het kabinet erkent dat dit niet mogelijk is zonder de steun van de internationale gemeenschap. Nederland heeft vooralsnog EUR 59 miljoen aan humanitaire hulp bijgedragen, onderzoekt thans additionele mogelijkheden en vraagt Europese en andere partners dat ook te doen. Het kabinet acht het noodzakelijk dat de toegang voor hulporganisaties binnen Syrië verbeterd wordt en zal hier tijdens de Raad aandacht voor vragen. De VN Veiligheidsraad heeft zich op 2 oktober j.l.bij wijze van een voorzittersverklaring krachtig uitgesproken voor betere toegang tot hulpbehoevenden binnen Syrië, maar dat heeft vooralsnog helaas niet tot verbetering geleid.

Egypte

De Egyptische autoriteiten zien zich, naast de bestaande politieke instabiliteit, geconfronteerd met een groeiend probleem van terreur, in het bijzonder in de Sinaï. Daarnaast heeft het huidige repressieve klimaat een negatieve invloed op de voortdurende straffeloosheid en mensenrechtenschendingen.

Tegelijkertijd onderstrepen de Egyptische autoriteiten dat zij willen vasthouden aan de implementatie van de democratische routekaart. De commissie die zich buigt over aanpassing van de Grondwet zal naar verwachting binnen afzienbare tijd zijn werkzaamheden afronden, waarna het grondwetswijzigingsvoorstel zal worden voorgelegd aan de Egyptische bevolking. Indien de bevolking zich in meerderheid voor de aanpassing uitspreekt, volgen in de eerste helft van 2014 parlements- en presidentsverkiezingen.

Het kabinet is van mening dat de EU zoveel als mogelijk ondersteuning moet bieden aan de implementatie van de democratische routekaart. Als op 14 november a.s. de noodtoestand daadwerkelijk afloopt, kan de EU dat verwelkomen. Als de autoriteiten in plaats daarvan echter repressieve wetten tegen demonstraties en terrorisme aannemen, waarover diverse politici en mensenrechtenverdedigers ernstige zorgen hebben, zal eerder sprake zijn van een verslechtering dan een verbetering van de situatie. De EU dient deze en cruciale transitiethema’s, zoals als de aanpak van straffeloosheid en het tegengaan van mensenrechtenschendingen, kritisch te bespreken met de autoriteiten. Het kabinet acht een bezoek van de EU Speciaal Vertegenwoordiger voor de Mensenrechten, Lambrinidis, aan Egypte in dit verband dan ook relevant.

Libië

De Raad zal bij de bespreking van Libië naar verwachting in het bijzonder stilstaan bij de recente verslechtering van de veiligheidssituatie, de ontwikkelingen op politiek gebied en de wijze waarop de EU kan bijdragen aan verbetering van de veiligheidssituatie en stabilisatie van de transitie, waaronder via de grensmissie EUBAM en de NAVO-inzet.

Het kabinet is van mening dat de nadruk in Libië dient te liggen op verbetering van de veiligheidssituatie en steun aan het legitieme gezag. Stabilisering van de veiligheidssituatie vergroot de kansen op succes voor de transitie naar een democratische rechtsstaat in Libië. Een stabiel en democratisch Libië is tegelijkertijd noodzakelijk voor vrede en veiligheid in de bredere Maghreb en Sahelregio. Om deze redenen steunt het Kabinet de EUBAM-missie en de voorgenomen NAVO-inzet en draagt het via Matra-zuid en andere programma’s bij aan verdere democratisering en ontwikkeling van de rechtsstaat in Libië.

Migratie in het Middellandse Zeegebied

Mede naar aanleiding van de overzeese illegale migratie vanuit Libië zal de Raad spreken over de migratieproblematiek in het Middellandse Zeegebied. De Raad zal hierbij concreet spreken over een Italiaans voorstel voor een eventuele GVDB-missie, gericht op de aanpak van illegale migratie in het Middellandse Zeegebied en met een focus op het bestrijden van mensensmokkel. Het Italiaanse voorstel omvat zowel politiek-militaire als ontwikkelingsgerelateerde elementen.

Gezien de complexe problematiek is een gedegen analyse en inventarisatie van zowel de achterliggende problematiek als mogelijke oplossingsrichtingen vereist. De EDEO zal het Italiaanse voorstel nader uitwerken en een paper met mogelijke opties opstellen. Tijdens de JBZ-Raad van oktober jl. is daarnaast een Taskforce Mediterranean opgericht, waarin ook maatregelen worden geïdentificeerd die rampen als de recente bij Lampedusa moeten helpen voorkomen.

Het kabinet erkent het belang van een gezamenlijke aanpak in EU-verband en met Mediterrane partners van de problematiek om deze voortdurende menselijke tragedie tegen te gaan. Het kabinet is van mening dat de verschillende voorstellen en initiatieven in onderlinge samenhang moeten worden bezien en worden besproken in het kader van de Taskforce Mediterranean. Indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven zal uw Kamer terzake nader worden geïnformeerd.

Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB)

In een gezamenlijke bijeenkomst met de ministers van Defensie zullen de ministers van Buitenlandse Zaken spreken over de voorbereiding van de Europese Raad van 19 en 20 december a.s., waar onder meer de defensie-aspecten van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) op de agenda staan. Het kabinet beschouwt de discussie op de Europese Raad als een kans om op het hoogste niveau richting te geven aan de verdere ontwikkeling van Europese samenwerking op het terrein van veiligheid en defensie en om het strategisch belang van defensie voor de veiligheid en welvaart van de Europese burger te onderstrepen («Defence matters»).

Het eindrapport van de Hoge Vertegenwoordiger is u toegegaan met de brief van de minister van Defensie (Kamerstuk 21 501–28, nr. 104). Het rapport is positief ontvangen door de lidstaten en er is consensus dat het een goed overzicht biedt van de stand van zaken en van mogelijke vervolgstappen in de EU-samenwerking op het terrein van veiligheid en defensie. Tijdens de bespreking van de gezamenlijke Raad kunnen ministers besluiten welke voorstellen zich lenen voor bespreking door de ER en welke specifieke taskings moeten worden uitgewerkt ter bekrachtiging door de ER.

Voor het kabinet is de bespreking in de Europese Raad van december geen eindpunt. De veranderingen in de veiligheidsomgeving, evenals de mondiale en economische trends, nopen de Europese landen tot meer samenwerking. Het GVDB vormt een belangrijk instrument voor de verdere ontwikkeling van de Europese daadkracht en slagvaardigheid. Het kabinet is hierbij ambitieus, realistisch en pragmatisch. Verbetering van de samenhang en van de doelgerichtheid moet in de eerste plaats worden gezocht binnen de bestaande institutionele kaders. De aangekondigde gezamenlijke mededeling van de Commissie en EDEO over de geïntegreerde benadering zal ook een aanzet moeten geven voor een effectiever GVDB in samenhang met de andere EU-instrumenten.

Voor een uitgebreidere toelichting over de inzet van het kabinet ter voorbereiding op het debat van de Europese Raad van december a.s. wordt verwezen naar de geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van EU-ministers van Defensie op 18–19 november a.s., die uw Kamer reeds toeging (Kamerstuk 21 501-28, nr. 104).

EU-China

De RBZ spreekt over de EU-China relaties, mede in aanloop naar de de 16e EU-China Top, die op 21 november in Peking plaatsvindt. Het thema van deze Top is «Groene Groei in een Veiliger Wereld». De EU en China werken aan een gezamenlijke agenda met de blik op het jaar 2020: EU-China 2020 Agenda for Security, Prosperity and Sustainable Development: Green Growth in a Safer World. Daarin zijn prioriteiten voor samenwerking opgenomen, onder andere op het terrein van handel en investeringen, mondiale en internationale kwesties, mensenrechten, urbanisatie, milieu, innovatie en people-to-people dialogen. De onderhandelingen hierover zijn nog gaande. Voor het kabinet is het van belang dat er in de gezamenlijke agenda vooral aandacht is voor markttoegang voor Europese bedrijven, eerlijke concurrentie, het waarborgen van universele waarden zoals de Rechten van de Mens en het zoeken naar samenwerking en de dialoog over mondiale en internationale kwesties. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de Chinese prioriteiten, door deze te combineren en te incorporeren in de samenwerking op thema’s als urbanisatie. Daarnaast zal de Top het begin kunnen markeren van de onderhandelingen over een investeringsovereenkomst met China.

Bosnië-Herzegovina

De Raad zal spreken over de politieke situatie in Bosnië-Herzegovina. Het land heeft het Sejdic-Finci arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens nog altijd niet ten uitvoer gelegd, waardoor de huidige grondwet en kieswet strijdig blijven met Europese mensenrechtenstandaarden. Ook ten aanzien van de oprichting van een EU-coördinatiemechanisme, dat het land in staat zou moeten stellen met één stem te spreken over EU-zaken, is het afgelopen jaar opnieuw geen vooruitgang geboekt. Dit ondanks actieve bemoeienis van Commissaris Füle, die op 10 oktober jl. tijdens de High Level Dialogue opnieuw een poging deed om de Bosnische politici op één lijn te krijgen op deze dossiers.

Het kabinet is van mening dat het tijd is het EU-beleid ten aanzien van Bosnië onder de loep te nemen. Het kabinet vindt dat het uitblijven van vooruitgang consequenties moet hebben, ook op het gebied van de financiële steun aan het land.


X Noot
1

Voor de kabinetsinzet ten aanzien van de Top van het Oostelijk Partnerschap zie Kamerstuk 21 501-20 nr. 810. Voor een verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 21 oktober en de Europese Raad van 24 en 25 oktober zie Kamerstukken 21 501-02 nr. 1300 en 21 501-20 nr. 815.

Naar boven