21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 augustus 2013

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken («Gymnich») van 6 en 7 september 2013.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN («GYMNICH») D.D. 6–7 SEPTEMBER 2013

Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB)

De Ministers zullen spreken over de voorbereiding van de Europese Raad van 19 en 20 december a.s., waar onder meer de defensie-aspecten van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) op de agenda staan. Het kabinet beschouwt de discussie op de Europese Raad als een kans om op het hoogste niveau richting te geven aan de verdere ontwikkeling van Europese samenwerking op het terrein van veiligheid en defensie en om het strategisch belang van defensie voor de veiligheid en welvaart van de Europese burger te onderstrepen («Defence matters»).

Het tussenrapport van de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissiemededeling over het GVDB, die uw Kamer op 25 juli jl. toegingen (Kamerstuk 21 501-28, nr. 101), geven een evenwichtig beeld van de ideeënvorming tot heden over de drie thematische clusters (verhogen van de effectiviteit en zichtbaarheid van het GVDB, versterking van de ontwikkeling van defensiecapaciteiten, versterking van de positie van de Europese defensie-industrie).

Het tussenrapport wordt ook tijdens de informele bijeenkomst van Ministers van Defensie op 5 en 6 september a.s. besproken. De Ministers van Buitenlandse Zaken zullen zich voornamelijk richten op cluster 1 (effectiviteit GVDB) en de Ministers van Defensie op cluster 2 (militaire capaciteiten) en cluster 3 (defensie-industrie en markt). Voor het kabinet staat in cluster 1 de geïntegreerde benadering centraal. In het najaar verschijnt een gezamenlijke mededeling van de EDEO en de Commissie over dit onderwerp. Op basis van de discussies van de Ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie zal de Hoge Vertegenwoordiger Ashton haar rapport voltooien en aan de voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy aanbieden. Het definitieve rapport vormt een belangrijke bijdrage aan het debat over defensieaangelegenheden tijdens de Europese Raad van december a.s.

Vanuit de optiek van het kabinet vormt het ER-debat over defensieaangelegenheden geen eindpunt. De veranderingen in de veiligheidsomgeving evenals de mondiale en economische trends nopen de Europese landen tot meer samenwerking. De Europese landen zullen meer verantwoordelijkheid moeten nemen om de belangen van de Europese burgers zeker te blijven stellen. Het GVDB vormt een belangrijk instrument voor de verdere ontwikkeling van de Europese daadkracht en slagvaardigheid. Het kabinet is hierin ambitieus, doch tegelijk realistisch en pragmatisch. Verbetering van de samenhang en van de doelgerichtheid moet in de eerste plaats worden gezocht binnen de bestaande institutionele kaders.

Verdere toelichting op de accenten die het kabinet ter voorbereiding op het debat in de ER van december a.s. wil leggen staat uitgewerkt in de geannoteerde agenda voor de informele bijeenkomst van EU-Ministers van Defensie op 5–6 september a.s., die uw Kamer reeds toeging (Kamerstuk 21 501-28, nr. 102).

Oosterburen

De discussie over het Oostelijk Partnerschap (OP) zal zich naar verwachting toespitsen op de voorbereidingen van de OP-Top in Vilnius op 28 en 29 november a.s.

Tijdens deze top zouden de associatieakkoorden en vrijhandelsakkoorden (DCFTA's) met Moldavië, Georgië en Armenië kunnen worden geparafeerd, mits onderhandelingen tijdig worden afgerond en aan alle technische criteria is voldaan. Zoals ook gesteld in de Kabinetsappreciatie nabuurschapsbeleid van 16 april jl. (Kamerstuk 22 112 nr. 1616) ziet het kabinet hiertoe geen politieke obstakels. De akkoorden zullen de politieke en economische samenwerking tussen deze landen en de EU versterken. Dit zal ook de stabiliteit, veiligheid en welvaart aan de buitengrenzen van de Unie ten goede komen. Het kabinet benadrukt nogmaals dat het Oostelijk Partnerschap geen voorportaal is voor EU-lidmaatschap. Voorafgaand aan de Gymnich-bijeenkomst zal ik – samen met mijn Benelux collega’s – een bezoek brengen aan Moldavië en Georgië. Mijn bevindingen van deze reis zal ik meenemen in het verslag van de informele Raad.

Ondertekening van het associatieakkoord en DCFTA met Oekraïne komt aan de orde als Oekraïne overtuigend heeft aangetoond aan de door de EU gestelde voorwaarden te voldoen. Het gaat hier om de versterking van de rechtsstaat, in het bijzonder het in lijn brengen van verkiezingsregelgeving en -organisatie met internationale standaarden, het doorvoeren van justitiële hervormingen en de aanpak van selectieve rechtspraak, zoals de veroordeling van voormalig premier Timosjenko. De Raad verwacht van Oekraïne dat het in aanloop naar de Top voortgang op deze punten laat zien en houdt ontwikkelingen nauwlettend in het oog. De Raad zal in oktober a.s. een nadere discussie over Oekraïne voeren.

Het kabinet zal in aanloop naar de Top ook de geopolitieke situatie in de regio meewegen, mede in het licht van de Russische positie ten aanzien van de oosterburen van de EU. Rusland legde recent beperkingen op aan de import vanuit Oekraïne. Feitelijk leidden deze tot een importstop die op termijn zware economische gevolgen voor Oekraïne zou hebben gehad. Hoewel Rusland de handelsrestricties inmiddels weer heeft opgeheven, zijn vervolgstappen in aanloop naar de top in Vilnius niet uitgesloten. Op deze wijze voert Rusland de druk op Oekraïne op om te kiezen voor een douane-unie met Rusland – en niet voor nauwere economische en politieke banden met de EU. De meer gedetailleerde inzet van het kabinet ten aanzien van de Top in Vilnius zal uw Kamer dan toegaan.

Zuiderburen

VS Secretary of State (SoS) Kerry zal de tweede dag van Gymnich bijwonen. Naar verwachting zullen dan met name onderstaande onderwerpen aan de orde komen.

Syrië

De Ministers zullen spreken over de ontwikkelingen in Syrië. Voor de positie van het kabinet ten aanzien van de situatie in Syrië wordt verwezen naar de kamerbrief stand van zaken Syrië die uw Kamer op 28 augustus jl. toeging in reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 27 augustus 2013 inzake Syrië (Kamerstuk 32 623, nr. 106) en de reactie op de feitelijke vragen van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 28 augustus 2013 met kenmerk 2013Z16170 inzake Syrië die uw Kamer op 29 augustus jl. toeging.

Egypte

De politieke situatie in Egypte blijft onverminderd zorgelijk. Het aantal gewelddadige confrontaties is sinds de geweldsescalatie van 14 augustus jl. verminderd. Dit is echter niet gepaard gegaan met een verbetering van het politieke klimaat. Geen van beide partijen heeft stappen gezet die politieke en maatschappelijke toenadering mogelijk maken.

De Moslimbroederschap (MB) wordt door de autoriteiten en (staats)media stelselmatig als criminele of terroristische organisatie betiteld. Gezien het gebrek aan bewijs daarvoor en de aanzienlijke achterban van de MB is betrokkenheid van de MB bij het politieke proces noodzakelijk voor een duurzame en vreedzame oplossing. Honderden Moslimbroeders, waaronder tientallen van hun leiders, zijn opgepakt. Tegelijkertijd zijn er vanuit de MB geen vertrouwenwekkende maatregelen genomen die de heersende politieke en maatschappelijke opvatting zouden kunnen beïnvloeden, zoals een ferme veroordeling van geweld tegen religieuze minderheden en tegen veiligheidstroepen. Het constitutioneel proces loopt ondertussen door. De aanpassing van de grondwet uit 2012 wordt op korte termijn verder uitgewerkt door een commissie van maatschappelijke vertegenwoordigers. Helaas lijkt deelname van alle partijen aan dit proces in deze fase uitgesloten.

In dit verband blijft het kabinet in het kader van «more for more, less for less» de herziening van de EU-hulp nauwlettend in de gaten houden. In de huidige situatie staan ook lokale en buitenlandse journalisten en mensenrechtenverdedigers onder druk. Als bekend zetten de EU en Nederland de steun aan de meest kwetsbare groepen en aan maatschappelijke organisaties voort.

Tot slot zal het kabinet blijvende aandacht vragen voor het belang van spoedige en vrije parlementsverkiezingen, van onafhankelijk onderzoek naar de recente gewelddadigheden en het nut om experts van internationale organisaties als de VN te betrekken bij dat onderzoek.

Midden-Oosten vredesproces

De Ministers zullen ook met SoS Kerry spreken over de voortgang bij de gesprekken van partijen in het kader van het Midden-Oosten Vredesproces, de haalbaarheid van een ontwerpovereenkomst binnen negen maanden, de inspanningen van SoS Kerry op politiek, veiligheids- en economisch vlak, alsmede de wijze waarop de EU dit initiatief kan ondersteunen. SoS Kerry en VS-gezant Indyk voeren momenteel intensieve consultaties met zowel Israël als de Palestijnse Autoriteit en inmiddels hebben vier gesprekken tussen de onderhandelaars van de partijen plaatsgevonden. Een groot aantal onderwerpen komt aan de orde tijdens de onderhandelingen, maar naar verwachting zal het eerste onderwerp «grenzen en veiligheid» zijn.

Zoals eerder aan uw Kamer gemeld, steunt het kabinet het initiatief van de VS om de impasse in het vredesproces te doorbreken. Het kabinet vindt dat hierbij een belangrijke ondersteunende rol voor de EU is weggelegd. Eensgezind optreden van de EU is essentieel, evenals nauwe coördinatie met de VS.

Naar boven