21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1253 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 mei 2013

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken van 21 mei 2013.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken d.d. 21 mei 2013

Meerjarig Financieel Kader

De Raad zal opnieuw een stand van zaken opmaken van de besprekingen met het Europees Parlement (EP) over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor 2014–2020. Vooralsnog is er in deze besprekingen weinig beweging merkbaar. Nadat de Europese Raad (ER) op 7–8 februari jl. een akkoord heeft bereikt, is thans goedkeuring van dit akkoord door het EP vereist voordat de Raad het nieuwe MFK in een verordening kan vaststellen. Naast deze verordening zullen de Raad, het EP en de Commissie te zijner tijd een inter-institutioneel akkoord (IIA) vaststellen over samenwerking in begrotingszaken en over goed financieel beheer.

De Raad Algemene Zaken (RAZ) van 22 april jl. voerde een discussie op hoofdlijnen over de inzet van de Raad in deze onderhandelingen. Sindsdien heeft het Voorzitterschap contact gehad met vertegenwoordigers van het EP. Prioriteiten voor het EP zijn maximale flexibiliteit (tussen uitgavencategorieën en tussen jaren), een verplichte en alomvattende tussentijdse evaluatie van het MFK, een diepgaande hervorming van het systeem van eigen middelen en transparantie over de geldstromen van de Unie. Bovendien stelt het EP als voorwaarde voor een akkoord over het MFK dat overeenstemming wordt bereikt over een aanvullende begroting voor 2013. De Raad zal over deze onderwerpen een nadere oriënterende bespreking houden, met als doel het Voorzitterschap in staat te stellen voortgang met het EP te bereiken.

De inzet van het kabinet is er op gericht om een akkoord met het EP te bereiken dat in lijn ligt met het door de Europese Raad in februari jl. bereikte akkoord. Het kabinet is van mening dat flexibiliteit moet worden begrensd en niet mag leiden tot hogere totaalplafonds. Het kabinet is voorstander van een tussentijdse evaluatie van het MFK, mits gekoppeld aan besluitvorming met unanimiteit. Verder zal het kabinet in de onderhandelingen met het EP oog houden voor modernisering van de Europese begroting. Ten aanzien van de eigen middelen merkt het kabinet op dat het EP hier slechts een raadgevende bevoegdheid heeft.

De Ecofin-Raad van 14 mei zal een discussie voeren over het voorstel voor de aanvullende begroting 2013. Over de inzet van het kabinet in die discussie informeert de minister van Financiën uw Kamer via het voorafgaande schriftelijk overleg, in aanvulling op zijn brieven van 2 april jl. (Kamerstuk 21 501-03, nr. 67) en 22 april jl. (Kamerstuk 21 501-03, nr. 68). Het kabinet kan instemmen met een tweestappenbenadering die het Voorzitterschap nu voorstelt, waarbij eerst een beperkte aanvullende begroting wordt behandeld en later dit jaar opnieuw wordt bezien of de begroting toereikend is. Een aanvullende EU-begroting is voor het kabinet alleen acceptabel indien het bedrag overtuigend is onderbouwd en een goed akkoord met het EP inzake het MFK wordt bereikt.

Voorbereiding Europese Raad 22 mei a.s.

Energie

De ER zal stilstaan bij de voortgang van het Europese energiebeleid. Sinds 2011 worden jaarlijks de belangrijkste vooruitgang en eventuele obstakels besproken. De regeringsleiders kijken daarbij vooral naar de aspecten van energie die raken aan de Europese groei-agenda. Bij deze bespreking zal daarom de nadruk liggen op de voortgang die is gemaakt bij het tot stand brengen van de interne energiemarkt (de Energieraad in juni zal hierover conclusies aannemen), het faciliteren van investeringen in de energiesector en diversificatie van levering van energie. Ten slotte zullen regeringsleiders ook stilstaan bij de gevolgen van de ontwikkeling van energieprijzen voor het Europese concurrentievermogen. Het kabinet verwelkomt de agendering van dit onderwerp en zal vooral aandringen op spoedige implementatie van alle benodigde regelgeving om de interne energiemarkt te realiseren. Daarnaast zal het pleiten voor een betere integratie van hernieuwbare energie in de Europese energiemarkt, waarbij vooral de nationale subsidies om hernieuwbare energie te stimuleren beter op elkaar afgestemd zouden moeten worden.

Belastingen

Tijdens de ER van 14 en 15 maart jl. werd de noodzaak van hernieuwde inspanningen ter verbetering van de efficiëntie van belastinginning en de bestrijding van belastingontwijking benadrukt. De ER van 22 mei zal hier opvolging aan geven en zich onder meer richten op de spaartegoedenrichtlijn, het BTW anti-fraude pakket en het Actieplan tegen belastingontduiking en -fraude. Deze onderwerpen zullen voorafgaand aan de ER aan de orde komen tijdens de Ecofin-Raad van 14 mei a.s. Het kabinet verwelkomt de aandacht die de Europese Commissie besteedt aan de bestrijding van belastingontduiking en belastingfraude.

Bijzondere aandacht zal uitgaan naar het initiatief van vijf lidstaten (het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië) voor een pilot om onderling automatisch gegevens uit te wisselen over vermogenswinsten, dividenden en royalty's, zodat hier door particulieren of bedrijven geen belasting mee kan worden omzeild. Het kabinet steunt dit initiatief en ziet graag dat ook andere EU-lidstaten hieraan deelnemen.

In het BTW anti-fraude pakket wordt het Snelle Reactiemechanisme (SRM, tijdelijk mechanisme tegen plotse massieve BTW fraude) gekoppeld aan andere anti-fraude maatregelen, zoals uitbreiding van de lijst met goederen waar lidstaten de verleggingsregeling op mogen toepassen. Via beide regelingen, waar Nederland zich in het bijzonder sterk voor heeft gemaakt, kan aan de BTW-fraude op de genoemde goederen en diensten een halt worden toegeroepen. Dit gebeurt door de BTW afdracht in deze handelsketens te verleggen naar de afnemende ondernemer. Het kabinet steunt dit pakket aan efficiënte maatregelen voor BTW fraudebestrijding op korte en lange termijn.

Met betrekking tot het Actieplan tegen belastingontduiking en belastingfraude is het voor het kabinet essentieel dat het subsidiariteitsbeginsel en de bevoegdheden van de Raad en de lidstaten op het gebied van belastingen worden gerespecteerd. Daarnaast is het belangrijk dat aansluiting wordt gezocht bij G20-, G8- en OESO- initiatieven. Het kabinet heeft veel waardering voor het werk van de Gedragscodegroep inzake de belastingregeling voor ondernemingen, en ziet geen noodzaak voor versterking hiervan.

Versterking Economische en Monetaire Unie

De ER zal in voorbereiding op de ER van juni naar verwachting stilstaan bij de voortgang van de werkzaamheden van ER-voorzitter Van Rompuy en Commissievoorzitter Barroso ter versterking van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Mogelijk zal hierbij kort worden stilgestaan bij ontwikkelingen inzake de bankenunie. Op de ER van 22 mei zullen hierover geen besluiten worden genomen.

De ER van december 2012 verzocht voorzitter Van Rompuy om samen met Commissievoorzitter Barroso en op basis van consultaties met lidstaten mogelijke voorstellen te doen voor de ER van juni ten aanzien van:

  • a) de coördinatie van nationale economische hervormingen conform de afspraak uit het Stabiliteitsverdrag;

  • b) de sociale dimensie van de EMU, inclusief de sociale dialoog;

  • c) de mogelijkheid en modaliteiten van het afsluiten van lidstaatcontracten en;

  • d) mogelijke solidariteitsmechanismen die de inspanningen van lidstaten in het kader van de contracten versterken.

Op 22 april jl. stuurden de ministers van Economische Zaken en Financiën een brief met de kabinetsreactie op de commissiemededelingen over ex ante coördinatie van hervormingen en een instrument voor convergentie en concurrentievermogen (onderwerpen a), c) en d), met kenmerk AEP/13068646). Op korte termijn ontvangt u een brief van de minister van Sociale Zaken over de sociale dimensie van de EMU (onderwerp b). Deze brieven vormen het kader voor de inzet van het kabinet in de RAZ.

Voorbereiding Europese Raad 27-28 juni a.s.

De RAZ zal kennis nemen van de nog door ER-voorzitter Van Rompuy te verspreiden geannoteerde agenda voor de Europese Raad (ER) van 27-28 juni a.s. Het betreft hier een procedureel punt.

Deze ER van juni zal de landenspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester bekrachtigen. De Commissie zal de concept-aanbevelingen naar verwachting eind mei uitbrengen. Vervolgens worden deze in de aanloop naar de ER van juni behandeld in de betrokken vakraden. Uw Kamer zal via de geannoteerde agenda’s van deze raden worden geïnformeerd over de inzet van het kabinet.

Aan deze ER zullen voorts voorstellen voorliggen over de versterking van de EMU op de vier eerder genoemde terreinen (ex-ante coördinatie van nationale hervormingen, sociale dimensie van de EMU, lidstaatcontracten en daaraan gekoppelde solidariteitsmechanismen). Op welke van deze thema’s de ER van juni tot besluiten zal kunnen komen is op dit moment nog niet duidelijk.

Verder zal de ER naar verwachting de stand van zaken opmaken ten aanzien van het geïntegreerd financieel kader (bankentoezicht/bankenunie).

Tot slot zal de ER, overeenkomstig hetgeen is afgesproken tijdens de ER van maart jl., kort spreken over industrieel concurrentievermogen. Deze discussie zal worden voortgezet tijdens de ER van februari 2014.

Uiteraard zal uw Kamer te zijner tijd de gebruikelijke geannoteerde agenda van de ER van juni toegaan.

Follow up Europese Raden

Onder dit procedurele agendapunt zal de RAZ kennis nemen van de stand van de implementatie van de conclusies van eerdere Europese Raden.

Naar boven