21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1246 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 april 2013

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken van 22 april 2013.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken d.d. 22 april 2013

Voorbereiding Europese Raad 22 mei a.s.

De Raad Algemene Zaken (RAZ) zal kennis nemen van de nog door ER-voorzitter Van Rompuy te verspreiden geannoteerde agenda voor de Europese Raad (ER) van 22 mei a.s.. Deze ER zal een verkennende discussie houden over de vier thema’s die ER-voorzitter Van Rompuy op verzoek van de ER van december 2012 uitwerkt ten behoeve van de ER van juni a.s.: ex-ante coördinatie van nationale hervormingen, de sociale dimensie van de EMU, lidstaatcontracten en daaraan gekoppelde solidariteitsmechanismen. Daarnaast zal de ER spreken over het Europese energiebeleid, waarbij vooral wordt stilgestaan bij de ontwikkeling van de interne energiemarkt.

Zoals eerder toegezegd zal het kabinet uw Kamer op korte termijn een brief doen toekomen met de kabinetsappreciatie van de twee mededelingen die de Commissie eind maart presenteerde over ex-ante coördinatie en over contracten met beperkte financiële steun. Daarnaast zal het kabinet uw Kamer een brief doen toekomen met de inzet ten aanzien van de sociale dimensie van de EMU. Uiteraard ontvangt uw Kamer ter voorbereiding van de ER van mei de gebruikelijke geannoteerde agenda.

Meerjarig Financieel Kader

De Raad zal een stand van zaken opmaken van de onderhandelingen met het Europees Parlement (EP) over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor 2014–2020. Nadat de ER op 7-8 februari jl. een akkoord bereikte, is goedkeuring door het EP vereist voordat de Raad het nieuwe MFK in een verordening kan vaststellen. Naast deze verordening zullen de Raad, het EP en de Commissie te zijner tijd een inter-institutioneel akkoord (IIA) vaststellen over samenwerking in begrotingszaken en over goed financieel beheer. De Commissie had in juni 2011 bij de voorstellen voor het MFK reeds een ontwerp voor de MFK-verordening en het IIA gepresenteerd. Het voorzitterschap heeft deze nu in lijn gebracht met de uitkomsten van de Europese Raad. Naar verwachting zal de Raad ditmaal alleen een oriënterende bespreking houden, maar geen definitieve besluiten nemen over de Raadspositie met betrekking tot de MFK-verordening en het IIA.

Het EP heeft op 13 maart jl. in een resolutie zijn onderhandelingsinzet vastgesteld. Het EP verwerpt het ER-akkoord in huidige vorm en pleit onder andere voor maximale flexibiliteit, een herzieningsmogelijkheid en een diepgaande hervorming van het systeem van eigen middelen. Bovendien stelt het EP als voorwaarde dat er overeenstemming is over een aanvullende begroting voor 2013.

De inzet van het kabinet is er op gericht om een akkoord met het EP te bereiken dat in lijn ligt met het akkoord van de ER. Het kabinet is van mening dat flexibiliteit moet worden begrensd en niet mag leiden tot hogere totaalplafonds. Het kabinet is voorstander van een tussentijdse evaluatie van het MFK, mits gekoppeld aan besluitvorming met unanimiteit. Verder zal het kabinet in de onderhandelingen met het EP oog houden voor modernisering van de Europese begroting. Ten aanzien van de eigen middelen merkt het kabinet op dat het EP hier alleen een raadgevende bevoegdheid heeft. Over het Commissievoorstel voor de aanvullende begroting 2013 en de inzet van het kabinet informeerde de minister van Financiën uw Kamer in zijn brief van 2 april jl. (Kamerstuk 21 501-03, nr.  67).

Uitbreiding

Tijdens de Raad zullen de voortgangsrapportages over Servië, Kosovo en Macedonië worden gepresenteerd. De rapportages vinden hun oorsprong in de Raadsconclusies van december 2012, waarin de Commissie werd verzocht te rapporteren over de voortgang in hervormingen in deze landen en de verbetering van relaties met buurlanden. Voor Servië en Kosovo zal de rapportage speciale aandacht schenken aan de voortgang in de dialoog tussen beide landen en de samenwerking met EULEX.

De voortgangsrapportages zullen naar verwachting kort voor de Raad verschijnen. De Raad zal dan ook slechts worden gevraagd nota te nemen van de rapporten. Inhoudelijke bespreking volgt op een later moment. Na verschijning van de rapportages zal het kabinet uw Kamer een appreciatie daarvan doen toekomen.

Initiatief democratie, fundamentele waarden en rechtsstaat

Op de Raad staat eveneens geagendeerd de gezamenlijke brief die de Duitse, Deense, Finse en Nederlandse Ministers van Buitenlandse Zaken op 6 maart jl. aan de Voorzitter van de Commissie hebben gezonden, waarin zij de Commissie oproepen om een aanvullend instrument te ontwikkelen om de rechtsstaat en de fundamentele waarden binnen de EU effectief te waarborgen en te versterken. Deze brief is uw Kamer op 13 maart jl. toegegaan (TK 2012–2013, 33 551, nr. 17). Het huidig EU-instrumentarium is voor het bereiken van de genoemde doelstellingen niet toereikend. Tijdens de Raad zullen de briefschrijvers in de gelegenheid worden gesteld de brief toe te lichten.

Het kabinet zal zich, daartoe mede aangespoord door de motie Verheijen (TK 2012–2013, 33 551, nr. 2), inzetten voor de totstandkoming van een dergelijk instrument. Het zal daartoe aandringen op verdere bespreking van dit onderwerp in volgende bijeenkomsten van de RAZ.

Richtsnoeren voor de behandeling van interne Raadsdocumenten

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken, zoals vervat in de brief van 22 maart jl., om geïnformeerd te worden over «de mogelijkheden om de vertrouwelijkheidsrichtsnoeren van de (Europese) Raad en Eurozonetoppen te wijzigen of op te zeggen teneinde de transparantie van EU-documenten en besluitvormingsprocedures te vergroten», wordt uw Kamer hierbij als volgt geïnformeerd.

Reeds tijdens het Algemeen Overleg over informatievoorziening over EU-besluitvorming van 12 februari jl. is met uw Kamer gesproken over de richtsnoeren voor de behandeling van interne Raadsdocumenten (bijlage bij document 11336/11, http://register.consilium.europa.eu/pdf/nl/11/st11/st11336.nl11.pdf ). Daarbij is opgemerkt dat het niet eenvoudig zal zijn om overeenstemming tussen de lidstaten te bereiken over aanpassing van deze richtsnoeren, omdat de besluitvormingsprocedures van de Raad nadelig kunnen worden beïnvloed als in interne documenten vervatte informatie te vroeg algemeen bekend wordt gemaakt. Zoals eveneens tijdens dat Algemeen Overleg besproken, zou aanpassing van de richtsnoeren bovendien tot gevolg kunnen hebben dat documenten die uw Kamer in de openbaarheid zou willen brengen voortaan in groten getale (anders) worden gerubriceerd. Desondanks zal het kabinet, zoals toegezegd, in de geëigende fora in EU-verband deze wens van uw Kamer aan de orde stellen. Over de uitkomsten daarvan zal uw Kamer separaat worden geïnformeerd.

Daarnaast zal uw Kamer in een later stadium worden geïnformeerd over de contacten met het Ierse EU-voorzitterschap en andere lidstaten over de zorgvuldige voorbereiding van de besluitvorming in de ER en de mogelijke bespreking daarvan in de RAZ. Ook in dat kader zullen mogelijkheden voor verruiming van de transparantie worden onderzocht. Dit heeft echter niet zozeer betrekking op de voornoemde richtsnoeren, maar op de inhoud van de, inmiddels ook met uw Kamer op vertrouwelijke basis gedeelde, concept-conclusies van de Europese Raden, en de rol van de RAZ bij de totstandkoming daarvan.

Naar boven