21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1167 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juli 2012

Hierbij bieden wij u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 juli 2012.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 23 juli 2012

Zuidelijk nabuurschap

Syrië

Het dodental in Syrië is opgelopen tot 15 000. Het conflict is verder gemilitariseerd. De berichten over ernstige mensenrechtenschendingen door het Syrische regime blijven zeer verontrustend. De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN) heeft de mensenrechtenschendingen in Syrië in een resolutie op 6 juli jl. veroordeeld.

Het politiek proces onder leiding van Speciaal Gezant voor Syrië van de VN Kofi Annan kreeg met de bijeenkomst van de Action Group in Genève op 30 juni jl. een nieuwe impuls. De Friends of Syria bijeenkomst op 6 juli jl. in Parijs, waaraan minister Rosenthal deelnam, verwelkomde het transitieplan van de Action Group en benadrukte dat er geen plaats is voor Assad in het nieuwe Syrië. De Friends of Syria riepen op tot aanname van een resolutie door de VN-Veiligheidsraad onder artikel 41 van het VN-handvest. De VN-Veiligheidsraad kan daarmee zwaardere sancties instellen als het Syrische regime onvoldoende blijft meewerken aan internationale inspanningen voor een vreedzame oplossing van het conflict. Het is van belang druk te blijven uitoefenen op het regime door middel van aanvullende sancties. Naar verwachting zullen tijdens de Raad, mede op basis van Nederlandse voorstellen, nieuwe sancties worden afgekondigd.

Het mandaat van UNSMIS loopt op 20 juli aanstaande af. Op 11 juli jl. heeft Speciaal Gezant Annan de Veiligheidsraad geïnformeerd over de mogelijkheden de missie voort te zetten. Deze zal voor het aflopen van het mandaat moeten besluiten over verlenging of herziening ervan.

Het kabinet pleit voor een politieke oplossing van het conflict en steunt de inspanningen van Speciaal Gezant Annan en zijn oproep aan de Veiligheidsraadsleden zich constructief op te stellen. Het kabinet bepleit dat ook de EU de relevante leden van de internationale gemeenschap krachtig aanspreekt op hun verantwoordelijkheden.

Nederland bevordert actief dat niet-EU-landen vergelijkbare sanctiemaatregelen nemen als de EU. Het kabinet is verheugd dat een aantal hoge medewerkers van Assad recent ervoor heeft gekozen over te lopen. Het kabinet is van mening dat de EU dergelijke moedige stappen moet blijven bevorderen.

Tijdens de oppositieconferentie in Caïro op 2 en 3 juli jl. zijn belangrijke stappen gezet naar een verenigde visie op transitie. Eenheid tussen de verschillende partijen blijft een aandachtspunt. Nederland ondersteunt de Syrische oppositie met financiële en praktische middelen en roept hen op tot verdere onderlinge samenwerking.

Libanon

Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton zal een toelichting geven op de situatie in Libanon, waar de gevolgen van de onrust in Syrië steeds groter worden. Zo is de afgelopen tijd sprake geweest van toegenomen sektarische spanningen in het noorden van Libanon en nemen vluchtelingenstromen vanuit Syrië toe.

Libië

De eerste vrije verkiezingen voor het Libische Nationale Volkscongres die plaatsvonden op 7 juli jl. zijn, op enkele incidenten na, goed verlopen. Het kabinet waardeert de ondersteunende rol die de VN bij dit proces spelen. Nederland heeft de verkiezingen ondersteund met financiële bijdragen aan onder meer de VN, en het Carter Center voor verkiezingswaarneming.

In afwachting van de definitieve verkiezingsresultaten en het eindverslag van de EU-waarnemingsmissie, zal de Raad spreken over steun van de EU aan vervolgstappen in het transitieproces. De inspanningen van de EU in Libië zijn sinds de val van Kadaffi vooral gericht op humanitaire hulp en steun bij wederopbouw. In dit verband moet aandacht worden geschonken aan verbetering van de economische relaties tussen de EU en Libië en verbeterde markttoegang voor Libische producten. Het kabinet is van mening dat de nadruk nu ook geleidelijk kan worden verlegd naar langere termijn steun voor een inclusief democratisch transitieproces in Libië, met bijzondere aandacht voor de rechten van vrouwen en de positie van minderheden.

Egypte

Op 30 juni jl. werd de nieuwe Egyptische president Mohamed Morsy door het Hoge Constitutionele Hof geïnaugureerd. Op 7 juli jl. riep hij het parlement, dat eerder door de Hoge Militaire Raad (SCAF) was ontbonden weer bijeen en verordonneerde hij dat parlementsverkiezingen binnen 60 dagen na vaststelling per referendum van de nieuwe grondwet zouden plaatsvinden. De SCAF had op 15 juni jl. tot ontbinding van het parlement besloten omdat het Constitutioneel Hof op 14 juni jl. oordeelde dat de kieswet op basis waarvan het parlement was gekozen, ongrondwettig was.

Het Hoge Constitutionele Hof is van mening dat het parlement terecht is ontbonden. Het Hoogste Administratieve Hof zal zich 17 juli a.s. uitspreken over de vraag of president Morsy het parlement weer bijeen kan roepen. Het Hoogste Administratieve Hof zal 4 september a.s. uitspraak doen over de vraag of het door een ongrondwettig verkozen parlement benoemd grondwettelijk comité dat is belast met het herschrijven van de Egyptische grondwet, zal moeten worden opgeheven.

Het kabinet acht het van belang dat HV Ashton er bij de Egyptische autoriteiten op aandringt zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over de wijze waarop de uitspraken van de verschillende Hoven zich tot elkaar verhouden. Daarnaast is het van belang dat alle relevante politieke krachten een duidelijk tijdspad voor de transitie in Egypte hebben, waarin de verschillende te nemen stappen zijn gedefinieerd.

Sudan/Zuid-Sudan

Na de escalatie van het geweld in de grensregio Sudan en Zuid-Sudan in maart jl. zijn de onderhandelingen over de uitstaande zaken van het vredesakkoord (Comprehensive Peace Agreement; CPA) opgeschort. De uitstaande zaken zijn de status van Abyei, het gebruik van olie-infrastructuur, grensafbakening en de status van wederzijdse onderdanen. Met de aanvaarding van de routekaart van de Afrikaanse Unie op 24 april jl. en de VN-Veiligheidsraadsresolutie 2 046 op 2 mei jl. heeft de internationale gemeenschap verklaard ernaar te streven dat Sudan en Zuid-Sudan binnen drie maanden tot een politieke oplossing van de uitstaande geschillen komen.

Na kalmering van de situatie in de grensregio hebben Sudan en Zuid-Sudan de onderhandelingen hervat, maar vooralsnog is er beperkte vooruitgang in het oplossen van de geschillen. Beide landen geven prioriteit aan de veiligheid in de grensregio alvorens over de andere uitstaande zaken te spreken.

Het kabinet ondersteunt een oproep van de EU aan beide landen om politiek leiderschap te tonen door de onderhandelingen conform VN-Veiligheidsraadsresolutie 2 046 op korte termijn succesvol af te ronden.

Sahel: Mali

De afgelopen weken is weinig vooruitgang geboekt in het transitieproces in Mali. De politieke situatie in het noorden van Mali blijft zorgelijk. De humanitaire situatie, inclusief de stroom vluchtelingen, verbetert niet. De EU blijft de inspanningen van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) steunen.

Op 5 juli jl. nam de VN-Veiligheidsraad een resolutie aan over het transitieproces in Mali. Daarin worden de Malinese autoriteiten opgeroepen een routekaart voor transitie op te stellen. Belangrijke elementen hiervan zijn de hervorming van het leger, herstel van het gezag van de overheid over het hele grondgebied van Mali en de organisatie van verkiezingen binnen 12 maanden. De Secretaris-Generaal van de VN zal op 31 juli a.s. uitgewerkte opties aandragen voor een eventuele militaire interventie door ECOWAS. ECOWAS heeft Mali dringend opgeroepen om met een voorstel voor een meer inclusieve regering te komen vóór 31 juli a.s.

Het kabinet is bezorgd over de trage voortgang in het herstel van de constitutionele orde in Mali. Het kabinet bepleit dat de EU, mede in het kader van de Sahel-strategie, de problematiek in Mali ook beschouwt in het licht van de bredere instabiliteit in de regio. Het kabinet meent dat de EU de mogelijkheid van het treffen van sancties tegen individuen of entiteiten die het herstel van de constitutionele orde frustreren, moet openhouden. Nu er nog wordt gesproken over de vorming van een meer inclusieve regering zijn sancties echter nog niet aan de orde.

Naast de humanitaire hulp van 4,9 miljoen euro die Nederland eerder al aan de Sahel-regio toekende, heeft het kabinet op 12 juli jl. besloten een additionele bijdrage van 5,3 miljoen euro ter beschikking te stellen ten behoeve van Malinese vluchtelingen en ontheemden en ten behoeve van voedselzekerheid.

Democratische Republiek Congo

De VN Group of Experts publiceerde op 29 juni jl. een rapport waarin Rwanda wordt beschuldigd van directe materiële en financiële steun aan muiterij en gewapende groepen in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC). Rwanda ontkent tot op heden alle beschuldigingen en heeft de VN Group of Experts uitgenodigd naar Kigali te komen om de informatie uit het rapport te verifiëren.

Mede op voorstel van Nederland sprak HV Ashton meermaals haar zorgen uit over de verslechtering van de veiligheidssituatie in het oosten van de DRC en de betrokkenheid van Rwanda daarbij. Ashton roept op tot het beëindigen van steun aan gewapende groepen aldaar en tot een constructieve dialoog tussen de DRC en Rwanda.

Mede op voorstel van Nederland is in het licht van deze ontwikkelingen een besluit over de verlening van EU sectorale begrotingssteun aan Rwanda voorlopig aangehouden.

Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid

HV Ashton zal aan de Raad rapporteren over de voortgang van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) van de EU. Zij zal in het bijzonder ingaan op de planning en aansturing van GVDB-missies en operaties, samenwerking bij de ontwikkeling van civiele en militaire capaciteiten («pooling & sharing») en de herziening van crisismanagementprocedures met het oog op betere integratie van het GVDB hierin.

Binnenkort zullen drie nieuwe GVDB-missies operationeel worden: EUCAP Nestor in de Hoorn van Afrika, EUCAP Niger en EUAVSEC Zuid-Soedan (versterken veiligheid luchthaven Juba). Over EUAVSEC Zuid-Soedan en de Nederlandse bijdrage daaraan is uw Kamer per brief van 3 juli jl. (onze referentie 2012 14557; nog geen formeel kamerstuk) geïnformeerd. Over EUCAP Nestor en EUCAP Niger ontving uw Kamer informatie met de brieven van 14 mei jl. (Kamerstuk nr. 21 501-02, nr. 1155) en 1 mei jl. (Kamerstuk nr. 21 501-02, nr. 1148). De missie EUPM in Bosnië-Herzegovina is per 30 juni jl. beëindigd. De EU zal versterking van de rechtsstaat in Bosnië- Herzegovina steunen via het Instrument voor Pre-accessie (IPA) via het kantoor van de EU Speciaal Vertegenwoordiger.

De discussie over «pooling and sharing» zal voortbouwen op de conclusies van de Raad van 22 maart jl. Uitgangspunten blijven, zoals besproken tijdens de NAVO-Top in Chicago in mei dit jaar, nauwe samenwerking met NAVO Smart Defence, zodat activiteiten coherent en complementair zijn.

Het kabinet is voorstander van een effectief en efficiënt GVDB dat complementair is aan de inspanningen van de NAVO op het gebied van veiligheid. Dat stelt de EU in staat om een verantwoordelijke rol te spelen bij de preventie en bestrijding van conflicten. Centraal daarin staat de gedachte dat een sterk Europa op het terrein van veiligheid en defensie bijdraagt aan een sterk trans-Atlantisch bondgenootschap. Daartoe moeten binnen het GVDB civiele missies en militaire operaties ondersteund worden door toereikende capaciteiten, samenwerkingsverbanden en structuren. Het kabinet wil dat de EU kostenefficiëntie, civiel-militaire integratie, samenwerking met derde landen en samenwerking met de NAVO zonder onnodige duplicatie van structuren als uitgangspunten hanteert. Geïntegreerde EU-strategieën bieden de mogelijkheid EU-instrumenten op elkaar versterkende wijze in te zetten.

Energie en buitenlands beleid

Mede in navolging van de oproep van de Energieraad van 24 november 2011 streeft HV Ashton naar een actieve rol bij het vormgeven van de externe energierelaties van de EU. Energiebelangen moeten als integraal onderdeel van de externe relaties van de EU worden meegewogen. De discussie in de Raad zal zich richten op de toenemende vraag naar energie, de veranderende dynamiek met nieuwe actoren op internationale markten en de transitie naar een nieuwe energiemix. De discussie over de rol van EDEO zal zich naar verwachting toespitsen op het belang van coherentie, energie als een van de strategische prioriteiten van het extern beleid, samenwerking tussen de lidstaten en de Europese instituties en het versterken van de rol van de EU bij publiek-private samenwerking op het terrein van energie.

Het kabinet onderschrijft de noodzaak om meer aandacht te besteden aan energie en grondstoffen in de externe relaties van de EU. Het verwelkomt een geïntegreerde aanpak en een proactieve en coördinerende rol van HV Ashton, onder andere door het faciliteren van betere informatie-uitwisseling tussen lidstaten, de Commissie en EDEO. Dit laat onverlet dat lidstaten een eigenstandig extern energiebeleid voeren. Per geval moet bezien worden hoe de EU en de lidstaten een consistente en gecoördineerde boodschap kunnen overbrengen in de dialoog met derde landen. Het kabinet is geen voorstander van nieuwe formele coördinatiestructuren en is van mening dat gebruik wordt gemaakt van bestaande kanalen.

China

HV Ashton zal verslag uitbrengen van de EU-China Strategische Dialoog die op 9 juli jl. in Peking is gehouden. Ook wordt vooruit gekeken naar de volgende EU-China Top, voorzien voor september in Brussel. Premier Wen Jiabao beoogt een positieve top («Sunshine Summit»), die zijn inspanningen om de relaties met Europa nauwer aan te halen verzilvert. Verwacht wordt dat de start van dialogen over energieveiligheid, contacten tussen bevolkingen en mogelijk ook de start van een taakgroep internetveiligheid zullen worden besproken. Tevens komen de onderwerpen investeringen & handel, klimaat & energie, voedselzekerheid en nucleaire veiligheid aan de orde. De keuze van te bespreken regionale kwesties is afhankelijk van de actualiteit.

Het kabinet meent dat ook dossiers aan de orde moeten komen waarover Europa en China van inzicht verschillen. De EU zal daarbij aandacht moeten vragen voor mensenrechten, markttoegang en de rol van China bij mondiale uitdagingen als grondstofschaarste en klimaatverandering. China zal naar verwachting aandacht vragen voor de financieel-economische situatie in Europa en mogelijk verzoeken om toekenning van Market Economy Status. Het kabinet dringt bij de EDEO en de Commissie aan op een strategische visie met voldoende aandacht voor de geostrategische aspecten van energie- en grondstoffenbevoorrading. De EU streeft ernaar om tijdens de top met met China overeen te komen toe te werken naar opening van de onderhandelingen over een investeringsakkoord. Dit akkoord moet wederzijdse investeringen in ten minste dezelfde mate beschermen als het bilaterale investeringsakkoord. China moet nieuwe sectoren openstellen voor investeringen door Europese bedrijven.

Zimbabwe

De Raad zal mogelijk besluiten over de geplande herziening van het sanctieregime voor Zimbabwe. Verlichting van het sanctieregime ligt ter tafel, mede in het licht van voorbereidingen voor een constitutioneel referendum en de voortgaande positieve samenwerking tussen politieke partijen binnen de regering van nationale eenheid. Het kabinet is van mening dat mogelijke aanpassing van het sanctieregime gekoppeld dient te zijn aan concrete en significante vooruitgang in het democratisch transitieproces in Zimbabwe.

Somalië

Met het oog op het einde van de politieke transitiefase in Somalië per 20 augustus dit jaar, zal de Raad de voortgang in het transitieproces kort bezien. De Somalische autoriteiten worden oproepen om de internationale afspraken hierover te respecteren.

Naar boven