Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2019
Op 27 januari 2017 heeft mijn ambtsvoorganger u geïnformeerd over de ontwikkelingen
rond en de bijdrage aan het Nationaal Holocaust Museum en het Namenmonument (Kamerstuk
20 454, nr. 125). Hij benoemde daarbij de schokkende gevolgen van het buiten werking stellen van
de rechtsstaat en staatsterreur, zoals de systematische en geïndustrialiseerde vernietiging
van Joden, Sinti en Roma.
Tevens is geschetst dat VWS een bijdrage van € 2,3 mln ter beschikking stelt voor
realisering van het monument. Andere fondsen en financiers zoals het vfonds en de
gemeente Amsterdam maar ook particulieren en bedrijven nemen ook hun verantwoordelijkheid
voor een deel van de kosten.
Jaarlijks staan wij stil bij alle gevallenen in de Tweede Wereldoorlog op 4 mei en
bij de slachtoffers van de Holocaust op 27 januari. Herdenken van, educatie over en
onderzoek naar de Holocaust zijn van essentieel belang. Nederland is daarom actief
lid van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA), de organisatie die
zich de laatste jaren heeft onderscheiden met onder andere educatieve richtlijnen,
werkdefinities (antisemitisme en Holocaust-ontkenning), beschermde overheidsstatus
van bedreigde Holocaust-plekken, publicaties, websites en grensoverschrijdende projecten.
Antisemitisme en de toenemende gevoelens van onveiligheid stemmen tot grote zorg.
Ik ben dan ook van mening dat het voorgenomen Namenmonument, de gedenkplaats voor
de 102.000 Nederlandse slachtoffers van de Holocaust, een concrete bijdrage is aan
de herdenking van en educatie over de Holocaust en aan de strijd tegen discriminatie
zoals racisme en antisemitisme.
Bij de ontwikkeling van het Namenmonument in het plantsoen aan de Weesperstraat te
Amsterdam is sprake van een toename van kosten waardoor de totale kostenraming op
€ 14,6 mln uitkomt. Het kabinet heeft daarom besloten zijn verantwoordelijkheid te
nemen en een additionele bijdrage van € 6 mln. ter beschikking te stellen. Voor het
overige benodigde bedrag voor de realisatie van het monument ad. € 1,7 mln. staat
het kabinet garant op het moment dat het niet lukt om de benodigde fondsenwerving
te realiseren. Opdat het Namenmonument een blijvende herinnering is aan de verschrikkingen
van de Holocaust en een indringende waarschuwing tegen discriminatie.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis