20 454 Voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen

Nr. 125 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2017

Op 3 november 2016 heb ik u per brief geïnformeerd over de actuele ontwikkelingen op het beleidsterrein van oorlogsgetroffenen en de herinnering van de Tweede Wereldoorlog (Kamerstuk 20 454, nr. 123). Ik heb u de vernieuwing geschetst in de vormgeving van de herinnering van de Tweede Wereldoorlog. Een herinnering die immers nog steeds van cruciaal belang is, onder andere door de terreur tegen burgers, de systematische en geïndustrialiseerde vernietiging van Joden, Sinti en Roma en andersdenkenden, de buiten werkingstelling van de rechtstaat indertijd en de wereldwijde omvang van het conflict. De Tweede Wereldoorlog en deze genocide zijn hiermee kort gezegd het morele ijkpunt voor hoe wij onze samenleving nooit meer willen. Met het wegvallen van de generatie ooggetuigen moeten komende generaties hierover blijvend worden geïnformeerd, zodat begrepen wordt wat het betekent om in vrijheid te leven.

Daarbij vervult het herdenken een grote rol. De internationale organisatie die educatie over, herinnering van en onderzoek naar de Holocaust bevordert is de 31 lidstaten tellende International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA), waarin Nederland zeer actief is. De slachtoffers van de Holocaust en de genocide op Roma en Sinti worden wereldwijd herdacht op of rond 27 januari. In Nederland wordt die herdenking jaarlijks gehouden in het Wertheimpark in Amsterdam, dit jaar op zondag 29 januari. Alle Nederlandse gevallenen van de Tweede Wereldoorlog en oorlogssituaties en vredesmissies nadien worden nationaal herdacht op De Dam op 4 mei.

Op dit moment zijn er in Amsterdam twee nationale initiatieven die het herdenken van en de herinnering aan de Holocaust en haar slachtoffers op een eigentijdse manier invulling geven. Over zowel de plannen om een Namenmonument op te richten als de doorontwikkeling van het Nationaal Holocaust Museum (NHM) heb ik intensief met de initiatiefnemers gesproken. Bij de ontwikkeling van dergelijke initiatieven past vanuit de rijksoverheid vanwege de geschiedenis bescheidenheid en met het oog op de toekomst betrokkenheid. In overleg met de initiatiefnemers ben ik gekomen tot concrete bijdragen die realisatie en uitbouw verder mogelijk moeten maken.

De gemeente Amsterdam heeft vorig jaar € 10 miljoen aan de Joodse gemeenschap toegekend. Dit besluit volgde op het NIOD-onderzoek naar de opgelegde betalingen aan Joodse slachtoffers van de Holocaust na de Tweede Wereldoorlog. Onderhavig voorstel hangt samen met dit Amsterdamse initiatief.

Bijna alle Europese landen hebben een Holocaust museum of een Holocaust herinneringscentrum. In 2016 heeft het Nationaal Holocaust Museum i.o. haar deuren geopend aan de Plantage Middenlaan 27 in Amsterdam. Deze voormalige Hervormde Kweekschool is het gebouw van waaruit 600 joodse kinderen gered zijn, die in de naastgelegen crèche gevangen werden gehouden omdat de eigenlijke Umschlagplatz aan de overkant van de straat, de Hollandsche Schouwburg, overvol was. De Umschlagplatz Hollandsche Schouwburg herdenkt de deportatie van tienduizenden Joden naar de vernietigingskampen, terwijl de Kweekschool de hoop weerspiegelt die uitgaat van de redding van deze kinderen. Het Nationaal Holocaust Museum reageert nadrukkelijk op de actualiteit en zoekt voortdurend naar nieuwe vormen van verbeelding en musealisering van de geschiedenis. Het laat via educatie, tentoonstellingen en randprogrammering zien waarom we ook aan de volgende generaties moeten vertellen over de Holocaust. Als bijdrage aan het NHM stel ik de komende jaren € 5,6 miljoen ter beschikking. Hiermee wordt een noodzakelijk fundament gelegd onder de werving van andere binnen- en buitenlandse middelen en wordt een belangrijke ideële impuls gegeven aan de verdere uitbouw van het museum en de exploitatie daarvan.

Op initiatief van het Nederlands Auschwitz Comité is lang gewerkt aan de realisatie van een Nationaal Holocaust Namenmonument, een gedenkplaats waarop de namen van ruim 102.000 Nederlandse slachtoffers staan gegrift. De locatie is het plantsoen aan de Amsterdamse Weesperstraat geworden, gelegen in het Joods Cultureel Kwartier en in de nabijheid van de Hollandsche Schouwburg, het Joods Historisch Museum, de Portugese Synagoge en het Nationaal Holocaust Museum. Het ontwerp van Daniel Libeskind voorziet in muren van baksteen (met elk aanraakbaar de naam van een slachtoffer) en roestvrij staal in de vorm van het Hebreeuwse «ter herinnering van.» Het monument fungeert daarmee ook als blijvende waarschuwing voor de verschrikkingen van extreme ideologieën en racisme, ook voor toekomstige generaties. Ik stel hiervoor € 2,3 miljoen ter beschikking welke ook als noodzakelijk fundament en stimulans naar verdere fondsenwerving kan werken.

Ik verwelkom deze nieuwe herdenkings- en bezinningsplaatsen, die ik zie als een belangrijke bijdrage aan het herinneringslandschap en de educatie over de Holocaust.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven