Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2023
Op 28 januari 2021 heeft het lid Van Ojik een motie (Kamerstuk 20 361, nr. 189) ingediend waarin werd verzocht met een ruiterlijk gebaar te komen waarin het foutieve
handelen van de toenmalige overheid inzake Anton de Kom ondubbelzinnig wordt erkend.
Met dit schrijven wil ik u informeren over de uitvoering van deze motie.
Dit jaar is het 125 jaar geleden dat Anton de Kom in Suriname geboren werd. Tijdens
zijn leven streed Anton de Kom voor rechtvaardigheid, gelijkheid en menswaardigheid.
Zijn belangrijke bijdrage aan de Nederlandse en Surinaamse geschiedenis wordt in Nederland
terecht in toenemende mate erkend. Zo onderschrijft de toevoeging van Anton de Kom
aan de Canon van Nederland deze bijdrage.
Vandaag heb ik persoonlijk een brief aangeboden aan de kinderen en familieleden van
wijlen Anton de Kom waarin ik namens de regering excuses aanbied voor het leed dat
Anton de Kom en zijn gezin hebben ondervonden door het handelen van de toenmalige
autoriteiten.
Anton de Kom was een Surinaamse activist, antikoloniaal schrijver en verzetsheld.
Dit zijn echter niet de woorden waarmee Anton de Kom tijdens zijn leven door de toenmalige
autoriteiten omschreven werd. Het koloniale bestuur in Suriname heeft Anton de Kom
bestempeld als oproerkraaier en iemand die het bestuur omver wilde werpen. Hij werd
belemmerd in zijn activiteiten, vervolgd, gevangen genomen en tenslotte op een schip
naar Nederland gezet. Daar had Anton de Kom vervolgens een zeer lastig leven, mede
door toedoen van de toenmalige autoriteiten. Dit heeft niet alleen gevolgen gehad
voor Anton de Kom zelf, maar ook voor zijn vrouw en kinderen. Met het uitbreken van
de Tweede Wereldoorlog in 1940 sloot Anton de Kom zich aan bij het Nederlands verzet.
Uiteindelijk heeft Anton de Kom dit met zijn leven moeten bekopen. Hoewel hij jarenlang
van de toenmalige autoriteiten tegenwerking heeft ondervonden, heeft Anton de Kom
zijn leven gegeven voor Nederland.
Ter verdere uitvoering van bovenstaande motie is in samenspraak met de familie en
de Anton de Kom Stichting besloten een leerstoel in te stellen ter bevordering van
het gedachtegoed van Anton de Kom. Met dit gebaar wil de regering het eerherstel van
Anton de Kom concreet en zichtbaar maken voor een breder publiek. Anton de Kom schreef
in zijn bekendste werk «Wij slaven van Suriname» dat er «geen beter middel [is] om
het minderwaardigheidsgevoel bij een ras aan te kweken, dan dit geschiedenisonderwijs
waarbij uitsluitend de zonen van een ander volk worden genoemd en geprezen.» Middels
deze leerstoel, die in het academisch jaar 2023–2024 zal aanvangen, wordt bijgedragen
aan de rechtmatige plaats van Anton de Kom en zijn gedachtegoed in het geschiedenisonderwijs
en de bredere academische wereld.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een selectiecommissie ingesteld bestaande
uit personen met verschillende achtergronden en uit diverse werkvelden.1 Na een zorgvuldige selectie uit voorstellen, ingediend door negen Nederlandse universiteiten,
is besloten om de leerstoel in te stellen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In
een context waarin het verleden van slavernij en het koloniaal verleden wereldwijd
toenemende aandacht krijgt, richt deze leerstoel zich op de historische verwerking
van dit verleden en haar hedendaagse doorwerking in sociale en culturele verhoudingen,
juridische kaders en transnationale gemeenschappen, in lijn met het gedachtegoed van
Anton de Kom.
De regering hoopt dat deze initiatieven zullen bijdragen aan het proces van heling
en erkenning van de nalatenschap van Anton de Kom en aan de opbouw en verspreiding
van kennis over de minder belichte kanten van onze vaderlandse geschiedenis.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra