Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 20361 nr. 168 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 20361 nr. 168 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 september 2015
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 4 juni 2015 inzake de actuele situatie in Suriname (inclusief reactie op de uitkomst van de verkiezingen).
Verkiezingen in Suriname
Op 25 mei jl. vonden de parlementaire verkiezingen plaats in Suriname. De Nationale Democratische Partij van president Bouterse won 26 van de 51 zetels, een winst van negen zetels t.o.v. de vorige verkiezingen (2010). Van een groot samenwerkingsverband van zes oppositionele partijen (V7) heeft alleen de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) van oud-Minister van Justitie en Politie, C. Santokhi, een zetel weten te winnen. De VHP heeft nu acht zetels. De andere partijen binnen dit samenwerkingsverband hebben zetels verloren en twee partijen hebben geen zetels behaald. De partijen die deelnamen aan de V7 hebben de samenwerking als blok beëindigd. De Algemene Bevrijdings en Ontwikkelingspartij (ABOP) van R. Brunswijk heeft evenals in 2010 vijf zetels behaald.
De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) heeft de verkiezingen gemonitord en stelde vast dat de verkiezingen ordelijk en vreedzaam zijn verlopen. De OAS deed een aantal aanbevelingen gericht op onder andere een meer evenwichtige vertegenwoordiging van kiezers per district en het openbaar maken van de financiering van politieke partijen.
Als formateur heeft D.D. Bouterse vervolgens met twee partijen, BEP (tot afgelopen verkiezingen behorend tot oppositieblok V7) en DOE een coalitie gevormd met gedoogsteun van PALU (1 zetel) en de Groep Sapoen, een afsplitsing van de Javaanse partij PL (2 zetels); in totaal 32 zetels.
Op 14 juli jl. werd president Bouterse door het parlement herkozen voor de termijn 2015–2020. De oppositiepartijen hadden geen tegenkandidaten gepresenteerd. Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, A. Adhin, aanvankelijk partijloos maar later toegetreden tot de NDP, werd gekozen tot vicepresident, met zijn 35 jaar de jongste tot dusverre. Op 12 augustus vond de installatie in de Nationale Assemblee van de president en de vicepresident plaats, gevolgd door de beëdiging door de president van zijn nieuwe Ministersploeg, bestaande uit 16 Ministers. Ofschoon veel Ministers van Bouterse II lid zijn van de NDP, zijn er ook onafhankelijke vakministers toegetreden. Voorts hebben DOE, BEP en ook de groep Sapoen elk een Minister mogen leveren. De verwachting is dat op korte termijn ook bij diverse ministeries en het Kabinet van de President nieuwe benoemingen volgen.
Het accent van het kabinet Bouterse II ligt op onderwijs en wetenschap, duurzame inzet van de eigen natuurlijke hulpbronnen, alternatieve energiebronnen, milieu, economische diversificatie en het betrekken van kennis en expertise uit de Surinaamse diaspora. Tevens heeft president Bouterse aangekondigd de strijd tegen corruptie aan te gaan.
Buitenlandse politiek
De regering Bouterse richt zich sinds 2010 op diversificatie van de buitenlandse relaties van Suriname, zowel regionaal als mondiaal. Suriname participeert actief in wederzijds voordelige regionale politieke, economische en culturele samenwerkings- en integratieverbanden. Voorbeelden hiervan zijn UNASUR, de CARICOM, PetroCaribe, de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en de Organisatie van de Islamitische Samenwerking (OIS). Vooral de integratie op het Zuid-Amerikaanse continent is voor de regering Bouterse van belang. Van januari tot juli 2012 was Suriname voorzitter van CARICOM; van augustus 2013 tot augustus 2014 was Suriname voorzitter van UNASUR. Op verzoek van opvolger Uruguay werd dit verlengd tot december 2014.
Economische situatie
Met ruim een half miljoen inwoners en een BBP van bijna 5 miljard euro, heeft Suriname een kleine open economie. De Surinaamse economie is sterk gericht op grondstoffen en heeft de afgelopen vijf jaar een groei laten zien van gemiddeld 3,9% per jaar. De eerdere afhankelijkheid van bauxiet is afgenomen, maar daarvoor zijn voornamelijk olie, goud en tropisch hardhout als belangrijkste drijvers van de economie in de plaats gekomen.
De nieuwe regering staat voor de grote uitdaging de staatsfinanciering op orde te krijgen. Met de daling van wereldmarktprijzen voor olie en goud heeft Suriname het economisch moeilijk. De staatsinkomsten zijn drastisch teruggelopen en de staatsschuld neemt verder toe. In juni 2015 werd de staatsschuld vastgesteld op SRD 6,3 miljard (1,7 miljard euro), 36% van het BBP. Het begrotingstekort bedroeg in 2013 5,9%, in 2014 kwam het net op 5,2%.
Nederland-Suriname
Nederland respecteert de uitslag van de verkiezingen in Suriname en de daaruit volgende keuze van het parlement voor D.D. Bouterse tot president. Met president Bouterse worden functionele contacten onderhouden. Het antwoord op de vraag of contact op een bepaald moment al dan niet opportuun is, wordt bepaald door de noodzaak en context van een dergelijk contact. Nederland werd bij de inauguratie van president Bouterse – net als in 2010 – vertegenwoordigd door de Nederlandse ambassadeur in Paramaribo.
De gedeelde geschiedenis, de gemeenschappelijke taal en de vele persoonlijke contacten tussen mensen in beide landen, vormen de basis voor een blijvende sterke verwevenheid tussen de beide samenlevingen Conform de brieven aan uw Kamer d.d. 26 augustus 2011 (Kamerstuk 20 361, nr. 147) en d.d. 22 mei 2015 (Kamerstuk 20 361, nr. 167) blijft Nederland in de toekomst een zakelijke en betrokken relatie met Suriname nastreven.
Stimulering van de maatschappelijke contacten vindt o.a. plaats vanuit de Twinningfaciliteit Suriname-Nederland 2013–2016. In navolging van de Twinning faciliteit Suriname-Nederland 2008–2012 (12 miljoen euro) is dit een tastbaar component van het veranderde Suriname-beleid zoals dat sinds 2005 is ingezet. De Twinningfaciliteit richt zich op de sectoren onderwijs en opleiding, zorg en welzijn en taal en cultuur. Het totale budget van de Twinningfaciliteit 2013–2016 is 6,5 miljoen euro. Een eventuele vervolgfase zal in de komende maanden beslist worden.
Ook activiteiten die gedaan worden via het Programma Cultuur, Sport en Ontwikkeling dragen bij aan het stimuleren van maatschappelijke contacten. Projecten zijn gericht op ondersteuning van jongeren die een podium krijgen om hun mening te uiten en zich te presenteren. Voor dit programma is in 2015 550.000 euro beschikbaar. Binnen het Programma Gedeeld Cultureel Erfgoed wordt de nadruk gelegd op kennisoverdracht, bewustwording, behoud en overdracht van vertelkunst als bindmiddel tussen de verschillende culturen. Voor dit programma bedraagt het budget voor 2015 150.000 euro. Het Internationaal Cultuurbeleid wordt thans geëvalueerd. In 2016 wordt besloten over het vervolg.
De Surinaamse markt is relatief klein, maar vanwege de verwevenheid tussen beide landen, zijn de contacten tussen het bedrijfsleven aan beide zijden intensief. De wederzijdse handelsstroom is daardoor weliswaar beperkt maar relatief sterk. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft daarnaast veel expertise in sectoren waar Suriname haar economie wil diversifiëren. De Nederlandse overheid faciliteert ondernemers uit het gehele Koninkrijk in het versterken van de economische relatie. Allereerst door het geven van informatie en bieden van ondersteuning bij het leggen van contacten. Daarnaast is het instrumentarium ter bevordering van de economische betrekkingen in Suriname goed bekend onder zowel de Nederlandse als lokale ondernemers. Zo wordt er door diverse partijen gebruik gemaakt van de Exportkredietverzekering. Suriname staat open voor het Dutch Good Growth Fund.
Nederland blijft inzetten op versterking van de rechtsstaat en veiligheid (incl. politiesamenwerking en drugsbestrijding). Suriname is een van de prioriteitslanden voor internationale politiesamenwerking van de Nationale Politie, zoals vastgesteld door het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Het doel van de samenwerking is het bevorderen van de operationele werkprocessen tussen beide korpsen. Daarnaast vindt samenwerking o.a. plaats via rechtshulpverzoeken. Beide landen hebben belang bij het bestrijden van de georganiseerde criminaliteit tussen Nederland en Suriname.
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie ondersteunt met behulp van de Nederlandse douane en de Koninklijke Marechaussee het Surinaamse «Bestrijding Internationaal Drugssmokkel» (BID)-team, onderdeel van het Korps Politie Suriname. Nederland traint medewerkers en stelt middelen ter beschikking (o.a. drugshonden en bagagescans). Jaarlijks heeft Nederland hiervoor 200.000 euro beschikbaar.
Nederland werkt op het gebied van natuurbescherming samen met het World Wildlife Fund Guianas. De regio (Guianas) herbergt een enorme diversiteit aan flora en fauna. Uit het programma worden onder meer activiteiten gefinancierd zoals o.a. een campagne tegen het gebruik van kwik en het in kaart brengen van de South Suriname Conservation Corridor. Het programma loopt van 2012–2017. Het budget bedraagt 4,9 miljoen dollar.
Bij het onafhankelijk worden van Suriname heeft Nederland omgerekend 1,6 miljard euro aan hulp toegezegd, de zogeheten verdragsmiddelen. In 2012 heeft Nederland in reactie op de aanname van de Amnestiewet, de besteding van de verdragsmiddelen opgeschort. Er is nog ongeveer 17 miljoen euro niet besteed.
De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-20361-168.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.