32 037
Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Algemene Ouderdomswet en de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met de overheveling van de uitvoering van de aanvullende bijstand voor personen van 65 jaar of ouder van de gemeenten naar de Sociale verzekeringsbank en het aanbrengen van enkele andere aanpassingen in de Algemene Ouderdomswet en tot wijziging van enkele sociale verzekeringswetten in verband met de gelijkstelling binnen de sociale zekerheid van voormalige pleeg- en stiefkinderen met eigen kinderen

B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 27 november 2009

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleidende opmerkingen

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsontwerp. Zij onderschrijven de doelstelling van de regering om met dit wetsontwerp het niet benutten van de mogelijkheden voor aanvullende bijstand terug te dringen, en verwachten dat de voorgestelde maatregelen daartoe in algemene zin ook effectief zullen zijn. Mede gezien de behandeling in de Tweede Kamer hebben zij nog een aantal vragen over de gevolgen van het wetsontwerp voor situaties waarin sprake is van een jongere partner.

De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel en hebben een aantal vragen.

AOW-er met jongere partner

Indien het inkomen in het huishouden van de AOW-er onder het bestaansminimum dreigt te zakken, ontstaat recht op aanvullende bijstand.

Indien de partner van deze AOW-er nog geen 65 is, is deze in principe verplicht tot re-integratie in het arbeidsproces. Als er sprake is van een gering leeftijdsverschil tussen beide partners zal deze re-integratieverplichting waarschijnlijk veelal een dode letter blijven. De leden van de CDA-fractie vernemen graag van de regering hoe zij in dergelijke gevallen de re-integratieverplichting c.a. duidt, en in hoeverre SVB en gemeenten daaraan nog invulling moeten en kunnen geven. Deze leden verzoeken de regering daarbij het voorziene vervallen van de partnertoeslagen in de AOW, hetgeen naar verwachting het beroep op aanvullende bijstand in onderhavige situaties zal doen toenemen, in de haar beschouwing ter zake te betrekken.

Anders ligt het in situaties waarin sprake is van een aanzienlijk leeftijdsverschil. Daar dient de re-integratieverplichting naar het oordeel van de leden van de CDA-fractie uiterst serieus te worden genomen. In deze gevallen kan het scheiden van de financiële verantwoordelijkheid (SVB) en re-integratietaak (gemeente) de effectiviteit van het re-integratiebeleid belemmeren, zo vrezen deze leden. Welke financiële prikkels of andere waarborgen voorziet de regering om gemeenten te stimuleren werk van deze taak te maken en de samenwerking tussen gemeenten en SVB veilig te stellen? Het in de stukken genoemde risico dat deze jongere partner eventueel later een beroep op gemeentelijke aanvullende bijstand moet doen, beschouwen deze leden slechts als een beperkte prikkel. Ziet de regering andere mogelijkheden? Zij zouden graag zien dat de regering periodiek rapporteert over de samenwerking tussen SVB en gemeenten en de effectiviteit van het re-integratiebeleid voor de onderhavige doelgroep. Is de regering daartoe bereid?

De leden van de CDA-fractie vernemen in dit kader voorts gaarne welke ervaringen er zijn met eventuele andere regelingen waarbij de SVB betrokken is bij een re-integratie-opgave, maar deze taak niet zelf uitvoert.

De Staatssecretaris heeft als belangrijk argument voor de verplichte uitvoering van de aanvullende bijstand door de SVB genoemd het creëren van één loket.

Echter op het moment dat één partner jonger dan 65 jaar rust er een re-integratie plicht bij de gemeente. Op dat moment is er weer sprake van twee loketten, zo constateren de leden van de VVD-fractie. Aangezien meestal de ene partner jonger is dan de ander zal er waarschijnlijk vrijwel altijd sprake zijn van een re-integratieplicht bij een partner. Dit is het gevolg van de keuze door de regering om het beoordelingsmoment bij de SVB te leggen bij de 65-jarige leeftijd van de oudste partner. Kan de regering inzicht geven in de aantallen waarbij er een re-integratieplicht bestaat bij de partner die jonger is dan 65 jaar?

Veel gemeenten hebben inmiddels één loket ingevoerd. Waarom meent de regering dat het beter is ook deze gemeenten te verplichten de uitvoering van de aanvullende bijstand over te hevelen naar de SVB? Temeer omdat nu de SVB weer de gemeenten erop moet wijzen dat zij in voorkomende gevallen een re-integratieplicht hebben. Geeft dit niet juist extra uitvoeringskosten?

Een ander argument van de regering is dat de betreffende ouderen zich zouden kunnen generen om zich tot de gemeenten te wenden voor een aanvullende bijstandsuitkering en dat dit probleem voorkomen zou worden bij uitvoering door de SVB. Zou het niet eenvoudiger zijn, zo suggereren de leden van de VVD-fractie, dat de SVB bij de toekenning van de AOW de gemeente verwittigt dat er bij de betrokkene een recht op aanvullende bijstand wordt geconstateerd zodat de gemeente contact kan opnemen met die betrokkene?

Kan de gemeente niet veel beter en in samenhang beoordelen of deze groep recht heeft op aanvullende bijstand (eigen huis, eventueel vermogen etc.) en of re-integratie van de andere partner zinvol is?

Vrijwillige inkoop AOW

Er maken maar weinig mensen gebruik van de mogelijkheid om vrijwillige AOW in te kopen. Waarom zou dit anders worden als alleen de beslistermijn wordt verruimd van vijf naar tien jaar, zo vragen de leden van de VVD-fractie? Immers, de andere elementen/voorwaarden blijven gelijk.

De leden van de commissie zien met belangstelling uit naar de antwoorden van de regering.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Van Driel

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Kim van Dooren


XNoot
1

Samenstelling:

Van den Berg (SGP), Swenker (VVD), Terpstra (CDA) (vice-voorzitter), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Vedder-Wubben (CDA), Kneppers-Heijnert (VVD), Westerveld (PvdA), Biermans (VVD), Schouw (D66), Van Driel (PvdA) (voorzitter), Leijnse (PvdA), Hillen (CDA), Thissen (GroenLinks), Goyert (CDA), Quik-Schuijt (SP), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Vac. (PvdA), Elzinga (SP), Vac. (SP), Yildirim (Fractie-Yildirim) en Flierman (CDA).

Naar boven