31 249
Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met de verstrekking van bijdragen aan zorgaanbieders die inkomsten derven ten gevolge van het verlenen van medisch noodzakelijke zorg aan bepaalde groepen vreemdelingen en van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten met het oog op verzekering van bepaalde groepen minderjarige vreemdelingen

I
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2009

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel stroomlijning financiering medisch noodzakelijke zorg aan illegalen (31 249) op 28 oktober 2008, heb ik naar aanleiding van de aangehouden motie Slagter-Roukema1 toegezegd een nadere afweging te zullen maken over een eventuele wetswijziging voor een ruimere vergoeding van tandheelkundige hulp aan illegalen. Zoals ik u in mijn brief van 13 juli 20092 heb gemeld heb ik het CVZ gevraagd om zijn volgende rapportage zo snel mogelijk uit te brengen en concreet in te gaan op de toegang tot tandheelkundige zorg voor illegalen, niet alleen in kwantitatieve maar ook in kwalitatieve zin. Ik heb u toegezegd om u na ontvangst en analyse van deze gegevens zo spoedig mogelijk dit najaar, doch uiterlijk bij de VWS-verzekerdenmonitor 2010, uitgebreider en verdergaander te informeren over de uitvoering van dit onderdeel van de regeling.

Om aan deze toezegging te voldoen bericht ik u het volgende.

Graag vraag ik allereerst uw aandacht voor het belangrijkste uitgangspunt van bovenvermelde wet en de zorg waar een bijdrage voor mogelijk is.

Uitgangspunt van de wet is dat de illegaal de kosten van aan hem verleende medisch noodzakelijke zorg zelf aan de zorgaanbieder betaalt. Voor de kosten van verleende medisch noodzakelijke zorg die de zorgaanbieder niet op de illegale patiënt kan verhalen, biedt de wet een bijdragemogelijkheid. In de wet staat die zorg gedefinieerd als zorg of overige diensten als bedoeld in artikel 11 van de Zvw of in artikel 6 van de AWBZ, met uitzondering van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen vormen van zorg of diensten3. Dit overigens voor zover de zorgaanbieder dit gezien de aard van de prestaties en de verwachte duur van het verblijf van de vreemdeling medisch noodzakelijk acht. Dit geldt voor alle soorten zorg, dus ook voor tandheelkundige zorg. Als er tandartszorg aan illegalen wordt verleend die in de Zvw of de AWBZ is opgenomen kan een zorgaanbieder onder voorwaarden dus daarvoor een bijdrage vragen. Tandartszorg die niet daaronder valt – met name tandartszorg voor volwassenen – valt buiten de bijdragemogelijkheid. Reden waarom hiervoor is gekozen is dat de regering het onwenselijk acht dat voor personen die in geen enkel land bijdragen aan de solidariteit en bovendien niet rechtmatig in ons land verblijven, een ruimere invulling van het begrip medisch noodzakelijke zorg zou gelden dan voor personen die wel bijdragen aan de solidariteit en wel rechtmatig verblijven. Om die reden is voor zorg die niet in het AWBZ- of Zvw-pakket zit, geen bijdragemogelijkheid opgenomen. Dat geldt dus ook voor tandartszorg.

Zoals u bekend is, heeft het CVZ op mijn verzoek bijzondere aandacht besteed aan de tandheelkundige zorg en daarbij ook geanalyseerd hoe vaak illegalen gebruik maken van specialistische tandheelkundige zorg in het ziekenhuis en of sprake is van substitutie. Het CVZ heeft aan de kaakchirurgen van de door haar gecontracteerde ziekenhuizen de vraag voorgelegd in hoeverre effecten voor de tweedelijnszorg zich tot op heden hebben voorgedaan. Het CVZ geeft aan dat uit dit, eenvoudige, onderzoek, blijkt dat deze substitutie zich slechts in zeer beperkte mate heeft voorgedaan.

Uit het onderzoek is gebleken dat bij een oneigenlijke doorverwijzing de verwijzende tandarts doorgaans door de kaakchirurg op zijn verantwoordelijkheid aangesproken wordt. Incidenteel is sprake van een terechte doorverwijzing van illegalen naar de kaakchirurg als gevolg van verwaarlozing van de mondzorg. Maar dergelijke doorverwijzingen kwamen ook in voorgaande jaren voor waarbij de verwaarlozing, vanuit ervaringen met de mondzorg in het land van herkomst, ook voortkwam uit angst voor de tandarts. Het CVZ heeft over het eerste halfjaar van 2009 voor 23 illegalen nota’s ontvangen voor kaakchirurgie. Ook hieruit blijkt, zo geeft het CVZ aan, dat slechts incidenteel sprake is van doorverwijzing naar de kaakchirurg.

Kopie van de tweede CVZ-monitor1 die op 8 oktober 2009 aan mij is toegezonden voeg ik ter kennisneming bij.

Deze informatie geeft mij geen aanleiding thans de principiële keuze te doorbreken en voor illegalen een ruimere invulling van het begrip medisch noodzakelijke zorg te geven en een wetswijziging van artikel 122a van de Zorgverzekeringswet voor te bereiden voor een ruimere vergoedingsmogelijkheid van tandheelkundige hulp aan illegalen.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Kamerstukken I 2008/09, 31 249, G.

XNoot
2

Kamerstukken I 2008/09, 31 249, H.

XNoot
3

In-vitrofertilisatiebehandelingen en genderbehandelingen (Stb. 2008, 528).

XNoot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 140695.14.

Naar boven