Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 31249 nr. I |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 31249 nr. I |
Vastgesteld 10 november 2009
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport/Jeugd en Gezin2 heeft in haar vergadering van 8 september 2009 gesproken over de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 juli 2009 (31 249, H) inzake de aangehouden motie Slagter-Roukema c.s. (31 249, E) en de naar aanleiding van die motie gedane toezegging (T000880). De minister zegde toe een nadere afweging te zullen maken over een eventuele wetswijziging voor een ruimere vergoeding van tandheelkundige hulp aan illegalen.
Naar aanleiding daarvan heeft de commissie de minister op 11 september 2009 een brief gestuurd.
De minister heeft op 10 november 2009 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
BRIEF AAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Den Haag, 11 september 2009
In haar vergadering van 8 september 2009 heeft de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport/Jeugd en Gezin gesproken over uw brief van 13 juli 2009 (31 249, H) inzake de aangehouden motie Slagter-Roukema c.s. (31 249, E) en de naar aanleiding van die motie gedane toezegging (T000880). U zegde toe een nadere afweging te zullen maken over een eventuele wetswijziging voor een ruimere vergoeding van tandheelkundige hulp aan illegalen.
Aangezien aan de eerste rapportage nog geen conclusies kunnen worden verbonden ten aanzien van tandheelkundige hulp voor illegalen, heeft u het CVZ gevraagd zijn volgende rapportage zo snel mogelijk uit te brengen en concreet in te gaan op de toegang tot tandheelkundige zorg voor illegalen. U verwacht de Kamer mogelijk dit najaar, doch uiterlijk bij de VWS-verzekerdenmonitor 2010 uitgebreider en meer verdergaand te kunnen informeren en daarmee tevens te voldoen aan de toezegging om effecten te bezien die de wet heeft voor de toegang voor illegalen tot tandheelkundige hulp.
De commissie heeft hiervan kennisgenomen en beschouwt de door u verstrekte informatie als weergave van een tussenstand. Dit heeft tot gevolg dat de status van zowel de motie (aangehouden) als van de toezegging (openstaand) niet zal veranderen totdat de resultaten van het toegezegde onderzoek en uw reactie daarop bekend zijn. De commissie ziet uw reactie met belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport/Jeugd en Gezin,
T. M. Slagter-Roukema
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2009
Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel stroomlijning financiering medisch noodzakelijke zorg aan illegalen (31 249) op 28 oktober 2008, heb ik naar aanleiding van de aangehouden motie Slagter-Roukema1 toegezegd een nadere afweging te zullen maken over een eventuele wetswijziging voor een ruimere vergoeding van tandheelkundige hulp aan illegalen. Zoals ik u in mijn brief van 13 juli 20092 heb gemeld heb ik het CVZ gevraagd om zijn volgende rapportage zo snel mogelijk uit te brengen en concreet in te gaan op de toegang tot tandheelkundige zorg voor illegalen, niet alleen in kwantitatieve maar ook in kwalitatieve zin. Ik heb u toegezegd om u na ontvangst en analyse van deze gegevens zo spoedig mogelijk dit najaar, doch uiterlijk bij de VWS-verzekerdenmonitor 2010, uitgebreider en verdergaander te informeren over de uitvoering van dit onderdeel van de regeling.
Om aan deze toezegging te voldoen bericht ik u het volgende.
Graag vraag ik allereerst uw aandacht voor het belangrijkste uitgangspunt van bovenvermelde wet en de zorg waar een bijdrage voor mogelijk is.
Uitgangspunt van de wet is dat de illegaal de kosten van aan hem verleende medisch noodzakelijke zorg zelf aan de zorgaanbieder betaalt. Voor de kosten van verleende medisch noodzakelijke zorg die de zorgaanbieder niet op de illegale patiënt kan verhalen, biedt de wet een bijdragemogelijkheid. In de wet staat die zorg gedefinieerd als zorg of overige diensten als bedoeld in artikel 11 van de Zvw of in artikel 6 van de AWBZ, met uitzondering van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen vormen van zorg of diensten3. Dit overigens voor zover de zorgaanbieder dit gezien de aard van de prestaties en de verwachte duur van het verblijf van de vreemdeling medisch noodzakelijk acht. Dit geldt voor alle soorten zorg, dus ook voor tandheelkundige zorg. Als er tandartszorg aan illegalen wordt verleend die in de Zvw of de AWBZ is opgenomen kan een zorgaanbieder onder voorwaarden dus daarvoor een bijdrage vragen. Tandartszorg die niet daaronder valt – met name tandartszorg voor volwassenen – valt buiten de bijdragemogelijkheid. Reden waarom hiervoor is gekozen is dat de regering het onwenselijk acht dat voor personen die in geen enkel land bijdragen aan de solidariteit en bovendien niet rechtmatig in ons land verblijven, een ruimere invulling van het begrip medisch noodzakelijke zorg zou gelden dan voor personen die wel bijdragen aan de solidariteit en wel rechtmatig verblijven. Om die reden is voor zorg die niet in het AWBZ- of Zvw-pakket zit, geen bijdragemogelijkheid opgenomen. Dat geldt dus ook voor tandartszorg.
Zoals u bekend is, heeft het CVZ op mijn verzoek bijzondere aandacht besteed aan de tandheelkundige zorg en daarbij ook geanalyseerd hoe vaak illegalen gebruik maken van specialistische tandheelkundige zorg in het ziekenhuis en of sprake is van substitutie. Het CVZ heeft aan de kaakchirurgen van de door haar gecontracteerde ziekenhuizen de vraag voorgelegd in hoeverre effecten voor de tweedelijnszorg zich tot op heden hebben voorgedaan. Het CVZ geeft aan dat uit dit, eenvoudige, onderzoek, blijkt dat deze substitutie zich slechts in zeer beperkte mate heeft voorgedaan.
Uit het onderzoek is gebleken dat bij een oneigenlijke doorverwijzing de verwijzende tandarts doorgaans door de kaakchirurg op zijn verantwoordelijkheid aangesproken wordt. Incidenteel is sprake van een terechte doorverwijzing van illegalen naar de kaakchirurg als gevolg van verwaarlozing van de mondzorg. Maar dergelijke doorverwijzingen kwamen ook in voorgaande jaren voor waarbij de verwaarlozing, vanuit ervaringen met de mondzorg in het land van herkomst, ook voortkwam uit angst voor de tandarts. Het CVZ heeft over het eerste halfjaar van 2009 voor 23 illegalen nota’s ontvangen voor kaakchirurgie. Ook hieruit blijkt, zo geeft het CVZ aan, dat slechts incidenteel sprake is van doorverwijzing naar de kaakchirurg.
Kopie van de tweede CVZ-monitor1 die op 8 oktober 2009 aan mij is toegezonden voeg ik ter kennisneming bij.
Deze informatie geeft mij geen aanleiding thans de principiële keuze te doorbreken en voor illegalen een ruimere invulling van het begrip medisch noodzakelijke zorg te geven en een wetswijziging van artikel 122a van de Zorgverzekeringswet voor te bereiden voor een ruimere vergoedingsmogelijkheid van tandheelkundige hulp aan illegalen.
Samenstelling:
Werner (CDA), Van den Berg (SGP), Dupuis (VVD), (vice-voorzitter), Rosenthal (VVD), Swenker (VVD), Tan (PvdA), Van de Beeten (CDA), Slagter-Roukema (SP), (voorzitter), Linthorst (PvdA), Biermans (VVD), Putters (PvdA), Hamel (PvdA), Engels (D66), Thissen (GL), Goyert (CDA), Peters (SP), Quik-Schuijt (SP), Huijbregts-Schiedon (VVD), Laurier (GL), Ten Horn (SP), Meurs (PvdA), Leunissen (CDA), De Vries-Leggedoor (CDA), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), De Boer (CU), Yildirim (Fractie-Yildirim), Flierman (CDA) en Benedictus (CDA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-20092010-31249-I-h1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.