Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31226 nr. A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31226 nr. A |
18 december 2007
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enige technische onvolkomenheden te repareren en enige andere wijzigingen door te voeren in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten;
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Pensioenwet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De definitie van scheiding komt te luiden:
– scheiding: echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door dood, vermissing of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of beëindiging van een partnerrelatie in de zin van de pensioenovereenkomst;.
2. De definitie van toeslag wordt gewijzigd door:
a. aan het einde van onderdeel b het woord «of» te laten vervallen;
b. aan het einde van onderdeel c het woord «of» toe te voegen na de puntkomma;
c. een onderdeel toe te voegen, luidende:
d. een pensioenaanspraak van een gepensioneerde ten behoeve van zijn partner;.
3. In de definitie van uitvoeringsreglement vervalt in onderdeel a het woord «verplichtgesteld».
4. De definitie van verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds komt te luiden:
– verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds: een bedrijfstakpensioenfonds waarin de deelneming verplicht is gesteld als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en artikel 21, eerste lid, van de Wet privatisering ABP;.
Aan artikel 2 worden twee leden toegevoegd, luidende:
7. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld op grond waarvan aanvullingen op een loonaanvullingsuitkering of een vervolguitkering als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen die geen arbeidsongeschiktheidspensioen zijn als bedoeld in artikel 1 worden aangemerkt als arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in dat artikel.
8. De voordracht voor een krachtens het zevende lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
In artikel 6 wordt «een aanspraak- of pensioengerechtigde» vervangen door: een aanspraak- of pensioengerechtigde, tenzij in deze wet anders is bepaald.
Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:
2. Het in het eerste lid genoemde tijdstip waarop de verwerving begint kan, indien in de pensioenovereenkomst is voorzien in een wachttijd of drempelperiode, met betrekking tot ouderdompensioen worden uitgesteld met ten hoogste twee maanden of, indien sprake is van een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel 690 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, tot de werknemer in meer dan 26 weken arbeid heeft verricht. Voor de berekening van de termijn van 26 weken is artikel 691, vierde en vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing. Wachttijden of drempelperioden zijn niet toegestaan voor het nabestaandenpensioen en het arbeidsongeschiktheidspensioen.
Aan artikel 25, eerste lid, onderdeel h, wordt een zin toegevoegd, luidende:
De regeling kan geen uitsluiting van collectieve waardeoverdracht inhouden.
In artikel 38 wordt na het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van het bepaalde in artikel 49 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien de verworven pensioenaanspraak minder bedraagt dan het op basis van artikel 66 bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.
Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. informatie over omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van de pensioenuitvoerder.
2. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van het bepaalde in artikel 49 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien de verworven pensioenopbouw minder bedraagt dan het op basis van artikel 66 bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.
In artikel 40 wordt na het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van het bepaalde in artikel 49 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien de verworven pensioenopbouw minder bedraagt dan het op basis van artikel 66 bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.
Artikel 48, eerste lid, komt te luiden:
1. De pensioenuitvoerder verstrekt de informatie, bedoeld in de artikelen 21 en 38 tot en met 47, tijdig. De informatie, bedoeld in de artikelen 21, 38 tot en met 45, 46, eerste lid, onderdeel d, tweede tot en met vierde lid, en 47 verstrekt de pensioenuitvoerder in duidelijke en begrijpelijke bewoordingen.
Artikel 50, vierde lid, komt te luiden:
4. Indien het bij de pensioenuitvoerder bekende adres voor de elektronische verstrekking van informatie onjuist blijkt, verstrekt de pensioenuitvoerder de informatie schriftelijk.
In artikel 55, vijfde lid, wordt na «overeengekomen» toegevoegd: , waarbij rekening wordt gehouden met het partnerpensioen verkregen op grond van artikel 61. Dit lid is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op werkloosheidsuitkering van zijn woonland.
Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «een aanspraak op partnerpensioen» vervangen door: een zodanige aanspraak op partnerpensioen.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Indien de partnerrelatie van een gewezen deelnemer eindigt door scheiding, en de gewezen deelnemer ten behoeve van die partner een aanspraak op partnerpensioen heeft behouden bij beëindigen van dedeelneming, gaat de aanspraak over op de gewezen partner van de gewezen deelnemer.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Indien de partnerrelatie van een gepensioneerde eindigt door scheiding, en de gepensioneerde ten behoeve van die partner een aanspraak op partnerpensioen heeft behouden bij het ingaan van het ouderdomspensioen, gaat die aanspraak over op de gewezen partner van de gepensioneerde.
Artikel 58, vierde lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. van de gewezen partner van de gewezen deelnemer met een bijzonder partnerpensioen;.
In artikel 60, zevende en achtste lid, artikel 62, derde en vierde lid, en artikel 84, vijfde lid, vervalt telkens het woord «slechts».
Artikel 64, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a vervalt het woord «of».
2. In onderdeel b wordt de punt vervangen door een puntkomma.
3. Na onderdeel b worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:
c. verevening plaatsvindt op basis van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding;
d. in het kader van een verrekening van pensioenrechten bij scheiding in plaats van de aanspraakgerechtigde of de pensioengerechtigde diens gewezen partner respectievelijk diens partner wordt aangewezen als begunstigde voor het geheel of een deel van het ouderdomspensioen, mits de pensioenuitvoerder hiermee instemt; of
e. in het kader van een verrekening van pensioenrechten bij scheiding de waarde van het geheel of een deel van het ouderdomspensioen van de aanspraakgerechtigde of de pensioengerechtigde bij dezelfde pensioenuitvoerder wordt aangewend voor een ouderdomspensioen op het leven van diens gewezen partner respectievelijk diens partner, mits de pensioenuitvoerder hiermee instemt.
Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. de gewezen deelnemer binnen twee jaar na beëindiging van de deelneming een procedure tot waardeoverdracht is gestart.
2. In het tweede lid wordt «de gewezen deelnemer» vervangen door: de gepensioneerde.
3. Het zesde lid komt te luiden:
6. De pensioenuitvoerder betaalt de uitkering op de dag dat de aanspraken of rechten vervallen in verband met de afkoop.
4. In het zevende lid vervalt «op het in het tweede lid bedoelde tijdstip of».
5. In het achtste lid wordt «in het eerste lid» vervangen door: in het eerste en tweede lid.
6. In het elfde lid wordt «de rente en de afkoopwaarde» vervangen door: de afkoopwaarde.
Artikel 67 komt te luiden
Artikel 67. Afkoop klein partnerpensioen of wezenpensioen bij ingang
1. De pensioenuitvoerder heeft jegens de nabestaanden het recht om een recht op partnerpensioen of wezenpensioen ten behoeve van de nabestaanden van dezelfde deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde af te kopen, indien de uitkering van het partnerpensioen of wezenpensioen op jaarbasis op de ingangsdatum minder bedraagt dan het op basis van artikel 66 bepaalde bedrag, tenzij dit recht op afkoop in de pensioen- en uitvoeringsovereenkomst is beperkt of uitgesloten.
2. De pensioenuitvoerder die gebruik maakt van het in het eerste lid bedoelde recht informeert de nabestaande hierover binnen zes maanden na de ingangsdatum en gaat binnen die termijn over tot uitbetaling van de afkoopwaarde aan de nabestaande.
3. De pensioenuitvoerder kan na de in het tweede lid bedoelde termijn het partnerpensioen of wezenpensioen afkopen indien:
a. de nabestaande daarmee instemt; en
b. indien de hoogte van het partnerpensioen of wezenpensioen op jaarbasis per 1 januari van dat jaar lager is dan het op basis van artikel 66 bepaalde bedrag.
4. Artikel 66, zesde en negende tot en met elfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «de artikelen 18a, zevende lid, 18b, zevende lid, 18c, vijfde lid, 18d, 18e, 18f en 38a van de Wet op de loonbelasting 1964» vervangen door: de artikelen 18a, zevende lid, 18b, zevende lid, 18c, vijfde en zesde lid, en 18e, vierde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, met inachtneming van artikel 18d, eerste lid, onderdelen a, b en d, van die wet.
2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «de begrenzingen, bedoeld in de in onderdeel a genoemde artikelen» vervangen door: de begrenzingen, bedoeld in onderdeel a.
3. Na het derde lid wordt, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid, een lid ingevoegd, luidende:
4. De vorige leden zijn van overeenkomstige toepassing op pensioenaanspraken als bedoeld in de artikelen 38d, 38e en 38f van de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel 71 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na de puntkomma toegevoegd: en.
2. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt na de puntkomma het woord «en».
3. Het eerste lid, onderdeel c, vervalt.
4. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek van de gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
5. In het vijfde lid wordt na «in rekening» toegevoegd: bij de gewezen deelnemer.
Artikel 72 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt na «pensioenuitvoerder» toegevoegd: of werkgever.
2. In onderdeel a vervalt na de puntkomma het woord «of».
3. In onderdeel b, ten 1° wordt «de noodregeling als bedoeld» vervangen door: de noodregeling, bedoeld.
4. In onderdeel b, ten 2° wordt de punt aan het einde vervangen door een puntkomma en wordt toegevoegd: of.
5. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. de overdragende pensioenuitvoerder een verzekeraar is en aanvullende bijdragen van de werkgever noodzakelijk zijn maar de financiële toestand van die werkgever blijkens een schriftelijke verklaring van een niet aan de onderneming van de werkgever verbonden registeraccountant of accountant-administratieconsulent die aanvullende bijdragen niet toelaat.
Artikel 75 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na onderdeel b «artikel 71, eerste lid, onderdeel a, b en c, en vierde lid» vervangen door: artikel 71, eerste en vierde lid.
2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «artikel 71, eerste lid, onderdeel b en c, en vierde lid» vervangen door: artikel 71, eerste lid, onderdeel b en tweede zin, en vierde lid.
3. In het derde lid wordt «de in artikel 73 bedoelde situatie» vervangen door: de in artikel 72, onderdeel c, of de in artikel 73 bedoelde situatie.
Artikel 76 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na de puntkomma toegevoegd: en.
2. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt na de puntkomma het woord «en».
3. Het eerste lid, onderdeel c, vervalt.
4. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek van de gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
5. In het zevende lid wordt na «in rekening» toegevoegd: bij de gewezen deelnemer.
In artikel 78, tweede lid, onderdeel a, wordt «onderdeel b en c» vervangen door: onderdeel b en tweede zin.
In artikel 79, tweede lid, wordt na «in rekening» toegevoegd: bij de deelnemer of gewezen deelnemer.
Artikel 80 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Artikel 80. Bevoegdheid tot waardeoverdracht voor pensioenfondsen bij bereiken pensioendatum op grond van de pensioenovereenkomst
2. In de aanhef van het eerste lid wordt na «premieovereenkomst» ingevoegd: die voorziet in de uitkering van een aan te wenden kapitaal op de pensioendatum,.
3. Het eerste lid, onderdeel b, vervalt onder verlettering van de onderdelen c en d tot b en c.
4. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
5. In het tweede, derde en vierde lid wordt «onderdeel c» vervangen door: onderdeel b.
Artikel 81 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Artikel 81. Verplichting tot waardeoverdracht voor verzekeraars bij bereiken pensioendatum
2. Het eerste lid, onderdeel a, vervalt onder verlettering van de onderdelen b en c tot a en b.
3. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
4. In het tweede, derde en vierde lid wordt «onderdeel b» vervangen door: onderdeel a.
Artikel 82 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. In geval van overdracht van pensioenkapitaal op de pensioendatum ten behoeve van aankoop van een periodieke pensioenuitkering, draagt de overdragende pensioenuitvoerder op de pensioendatum of binnen acht weken na het verzoek hiertoe van de deelnemer of gewezen deelnemer indien deze dat verzoek minder dan acht weken voor de pensioendatum heeft gedaan, het pensioenkapitaal over aan de door de deelnemer of gewezen deelnemer aangewezen ontvangende pensioenuitvoerder.
2. In het tweede lid wordt «gepensioneerde» vervangen door: deelnemer of gewezen deelnemer en vervalt «uit te keren of».
In artikel 83, eerste lid, onderdeel a, wordt «in verband met beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst door de werkgever met de overdragende pensioenuitvoerder» vervangen door: in verband met de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en de overdragende pensioenuitvoerder.
In artikel 84, tweede lid, onderdeel b, wordt «de overdrachtswaarde zodanig door de overdragende pensioenuitvoerder wordt vastgesteld» vervangen door: de overdrachtswaarde wordt zodanig door de overdragende pensioenuitvoerder vastgesteld.
In artikel 85, derde lid, wordt na «in rekening» toegevoegd: bij de gewezen deelnemer.
Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na de puntkomma toegevoegd: en.
2. Het eerste lid, onderdeel c, vervalt onder verlettering van onderdeel d tot c.
3. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek van de gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
4. In het tweede lid wordt na «in rekening» toegevoegd: bij de gewezen deelnemer.
In artikel 87, tweede lid, onderdeel a, vervalt «onderdeel a tot en met c,».
Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel b, vervalt onder verlettering van de onderdelen c en d tot b en c.
2. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
3. In het tweede lid wordt na «in rekening» toegevoegd: bij de deelnemer.
Artikel 92 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b vervalt onder verlettering van de onderdelen c en d tot b en c.
2. Na onderdeel c wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
In artikel 95 wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. Bij regeling van Onze Minister wordt invulling gegeven aan het begrip consistentie, bedoeld in het eerste lid. Een regeling als bedoeld in de eerste volzin kan worden vastgesteld vier weken nadat het ontwerp is overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal.
In artikel 101 wordt, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid kunnen vertegenwoordigers van pensioengerechtigden minder zetels bezetten dan het aantal op basis van de onderlinge getalsverhoudingen, bedoeld in het eerste lid, indien pensioengerechtigden bij de raadpleging, bedoeld in artikel 100, tweede lid, hebben gekozen voor een deelnemersraad en de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden al voor die raadpleging zetels in het bestuur bezetten.
Artikel 102, tweede lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. een eventuele overeenkomst tot herverzekering, overdracht of onderbrenging.
In artikel 103, onderdeel e, wordt «tot herverzekering of tot overdracht» vervangen door: tot herverzekering, overdracht of onderbrenging.
In artikel 105, tweede lid, vervalt «dan wel werkgevers».
In artikel 107 wordt «van het bestuur of een deelnemersraad» vervangen door: van het bestuur, een deelnemersraad of een verantwoordingsorgaan.
Artikel 125 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Voor de toepassing van het eerste lid, artikel 140, derde lid, onderdeel b, artikel 141, tweede lid, en de paragrafen 7.4.2 en 7.4.3 wordt onder het ontvangen van bijdragen verstaan het ontvangen van bijdragen voor de uitvoering van een pensioenregeling die afkomstig is uit een andere lidstaat dan de lidstaat waar het pensioenfonds gevestigd is.
Artikel 128, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «in verband met de pensioenverplichtingen» vervangen door: in verband met de aangroei van de pensioenverplichtingen.
2. In onderdeel b wordt «in stand houden van het» vervangen door: bij de aangroei van de pensioenverplichtingen behorende.
3. In onderdeel c wordt «voor uitvoeringskosten» vervangen door: voor de bij de aangroei van de pensioenverplichtingen behorende uitvoeringskosten.
In artikel 134, eerste lid, onderdeel c, wordt «om uiterlijk binnen een jaar te voldoen aan artikel 131» vervangen door: zoals uitgewerkt in het kortetermijnherstelplan, bedoeld in artikel 140.
In artikel 140, tweede lid, onderdeel c wordt «worden» vervangen door: wordt.
In artikel 144, eerste lid, aanhef, wordt «de artikelen 126, 128, tweede lid, 132, 138, 140 en 143» vervangen door: de artikelen 126, 128, 138, 140 en 143.
In artikel 149 wordt «over te gaan tot herverzekering, overdracht of onderbrenging» vervangen door: over te gaan tot herverzekering bij een verzekeraar, overdracht aan een verzekeraar of onderbrenging bij een pensioenfonds.
In artikel 150, onderdeel b, wordt «het overdragen, herverzekeren of onderbrengen» vervangen door: het herverzekeren bij een verzekeraar, overdragen aan een verzekeraar of onderbrengen bij een pensioenfonds.
Artikel 151, tweede lid, komt te luiden:
2. Gedragstoezicht is toezicht gericht op de naleving van de normen ten aanzien van voorlichting door pensioenuitvoerders aan deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden en de normen ten aanzien van de advisering van de deelnemer of gewezen deelnemer bij de uitvoering van premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid waarbij de deelnemer of gewezen deelnemer de verantwoordelijkheid voor de beleggingen heeft overgenomen.
Artikel 157, eerste lid, komt te luiden:
1. De toezichthouder stelt jaarlijks een jaarrekening of verantwoording op van de bij of krachtens deze wet opgedragen taken en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden. De jaarrekening van de Stichting Autoriteit Financiële Markten wordt zoveel mogelijk met overeenkomstige toepassing van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ingericht.
In artikel 171, eerste lid, wordt «die niet voldoet aan deze wet» vervangen door: die niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald.
In artikel 176, eerste lid, wordt «artikel 69, tweede, derde en vijfde lid» vervangen door: artikel 69, tweede, derde en zesde lid.
In artikel 212, eerste lid wordt «artikel 147, eerste tot en met derde lid» vervangen door: artikel 147, eerste en tweede lid.
De Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De definitie van scheiding komt te luiden:
– scheiding: echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door dood, vermissing of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of beëindiging van een partnerrelatie in de zin van de pensioenovereenkomst;.
2. De definitie van toeslag wordt gewijzigd door:
a. aan het einde van onderdeel 2° het woord «of» te laten vervallen;
b. aan het einde van onderdeel 3° het woord «of» toe te voegen na de puntkomma;
c. een onderdeel toe te voegen, luidende:
4°. een pensioenaanspraak van een gepensioneerde ten behoeve van zijn partner;.
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld op grond waarvan aanvullingen op een loonaanvullingsuitkering of een vervolguitkering als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen die geen arbeidsongeschiktheidspensioen zijn als bedoeld in artikel 1 worden aangemerkt als arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in dat artikel.
3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
In artikel 4 wordt «een aanspraak- of pensioengerechtigde» vervangen door: een aanspraak- of pensioengerechtigde, tenzij in deze wet anders is bepaald.
Artikel 5, vierde lid, vervalt.
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Voor de toepassing van het eerste lid, artikel 135, derde lid, onderdeel b, artikel 136, tweede lid, en de paragrafen 4.2 en 4.3 wordt onder het ontvangen van bijdragen verstaan het ontvangen van bijdragen voor de uitvoering van een pensioenregeling die afkomstig is uit een andere lidstaat dan de lidstaat waar het beroepspensioenfonds gevestigd is.
Aan artikel 35, eerste lid, onderdeel h, wordt een zin toegevoegd, luidende:
De regeling kan geen uitsluiting van collectieve waardeoverdracht inhouden.
In artikel 49 wordt na het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van het bepaalde in artikel 60 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien de verworven pensioenaanspraak minder bedraagt dan het op basis van artikel 78 bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.
In artikel 50 wordt na het eerste lid, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van het bepaalde in artikel 60 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien de verworven pensioenopbouw minder bedraagt dan het op basis van artikel 78 bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.
In artikel 51 wordt na het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van het bepaalde in artikel 60 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien de verworven pensioenopbouw minder bedraagt dan het op basis van artikel 78 bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.
In artikel 59, derde lid, onderdeel b, wordt «pensioenovereenkomst» vervangen door: pensioenregeling.
Artikel 61, vierde lid, komt te luiden:
4. Indien het bij de pensioenuitvoerder bekende adres voor de elektronische verstrekking van informatie onjuist blijkt, verstrekt de pensioenuitvoerder de informatie schriftelijk.
In artikel 66, vijfde lid, wordt na «overeengekomen» toegevoegd: , waarbij rekening wordt gehouden met het partnerpensioen verkregen op grond van artikel 73. Dit lid is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op werkloosheidsuitkering van zijn woonland.
Artikel 68 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «een aanspraak op partnerpensioen» vervangen door: een zodanige aanspraak op partnerpensioen.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Indien de partnerrelatie van een gewezen deelnemer eindigt door scheiding, en de gewezen deelnemer ten behoeve van die partner een aanspraak op partnerpensioen heeft behouden bij beëindigen van de deelneming, gaat de aanspraak over op de gewezen partner van de gewezen deelnemer.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Indien de partnerrelatie van een gepensioneerde eindigt door scheiding, en de gepensioneerde ten behoeve van die partner een aanspraak op partnerpensioen heeft behouden bij het ingaan van het ouderdomspensioen, gaat die aanspraak over op de gewezen partner van de gepensioneerde.
Artikel 69, vierde lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. van de gewezen partner van de gewezen deelnemer met een bijzonder partnerpensioen;.
In de artikelen 72, achtste lid, en 74, vierde lid, vervalt het woord «slechts».
In artikel 73, eerste lid, onderdeel a, wordt « de deelnemerschap» vervangen door: het deelnemerschap.
Artikel 76, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a vervalt het woord «of».
2. In onderdeel b wordt de punt vervangen door een puntkomma.
3. Na onderdeel b worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:
c. verevening plaatsvindt op basis van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding;
d. in het kader van een verrekening van pensioenrechten bij scheiding in plaats van de aanspraakgerechtigde of de pensioengerechtigde diens gewezen partner respectievelijk diens partner wordt aangewezen als begunstigde voor het geheel of een deel van het ouderdomspensioen, mits de pensioenuitvoerder hiermee instemt; of
e. in het kader van een verrekening van pensioenrechten bij scheiding de waarde van het geheel of een deel van het ouderdomspensioen van de aanspraakgerechtigde of de pensioengerechtigde bij dezelfde pensioenuitvoerder wordt aangewend voor een ouderdomspensioen op het leven van diens gewezen partner respectievelijk diens partner, mits de pensioenuitvoerder hiermee instemt.
Artikel 78 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. de gewezen deelnemer binnen twee jaar na beëindiging van de deelneming een procedure tot waardeoverdracht is gestart.
2. In het tweede lid wordt «de gewezen deelnemer» vervangen door: de gepensioneerde.
3. Het zesde lid komt te luiden:
6. De pensioenuitvoerder betaalt de uitkering op de dag dat de aanspraken of rechten vervallen in verband met de afkoop.
4. In het zevende lid vervalt «op het in het tweede lid bedoelde tijdstip of».
5. In het achtste lid wordt «in het eerste lid» vervangen door: in het eerste en tweede lid.
6. In het elfde lid wordt «de rente en de afkoopwaarde» vervangen door: de afkoopwaarde.
Artikel 79 komt te luiden:
Artikel 79. Afkoop klein partnerpensioen of wezenpensioen bij ingang
1. De pensioenuitvoerder heeft jegens de nabestaanden het recht om een recht op partnerpensioen of wezenpensioen ten behoeve van de nabestaanden van dezelfde deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde af te kopen, indien de uitkering van het partnerpensioen of wezenpensioen op jaarbasis op de ingangsdatum minder bedraagt dan het op basis van artikel 78 bepaalde bedrag, tenzij dit recht op afkoop in de beroepspensioenregeling en uitvoeringsovereenkomst is beperkt of uitgesloten.
2. De pensioenuitvoerder die gebruik maakt van het in het eerste lid bedoelde recht informeert de nabestaande hierover binnen zes maanden na de ingangsdatum en gaat binnen die termijn over tot uitbetaling van de afkoopwaarde aan de nabestaande.
3. De pensioenuitvoerder kan na de in het tweede lid bedoelde termijn het partnerpensioen of wezenpensioen afkopen indien:
a. de nabestaande daarmee instemt; en
b. indien de hoogte van het partnerpensioen of wezenpensioen op jaarbasis per 1 januari van dat jaar lager is dan het op basis van artikel 78 bepaalde bedrag.
4. Artikel 78, zesde en negende tot en met elfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 82 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na de puntkomma toegevoegd: en.
2. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt na de puntkomma «en».
3. Het eerste lid, onderdeel c, vervalt.
4. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek van de gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
5. In het vijfde lid wordt na «in rekening» toegevoegd: bij de gewezen deelnemer.
Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 82, eerste lid, onderdeel a, b en c,» vervangen door: artikel 82, eerste lid.
2. Het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. wordt voldaan aan de in artikel 82, eerste lid, onderdeel b en tweede zin en vierde lid, genoemde voorwaarden.
In artikel 87, tweede lid, wordt na «in rekening» toegevoegd: bij de deelnemer of gewezen deelnemer.
Artikel 88 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef van het eerste lid wordt na «premieregeling» ingevoegd: die voorziet in de uitkering van een aan te wenden kapitaal op de pensioendatum,.
2. Het eerste lid, onderdeel b, vervalt onder verlettering van de onderdelen c en d tot b en c
3. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
4. In het tweede, derde en vierde lid wordt «onderdeel c» vervangen door: onderdeel b.
Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Artikel 89. Verplichting tot waardeoverdracht voor verzekeraars bij bereiken pensioendatum
2. Het eerste lid, onderdeel a, vervalt onder verlettering van de onderdelen b en c tot a en b.
3. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
4. In het tweede, derde en vierde lid wordt «onderdeel b» vervangen door: onderdeel a.
Artikel 90 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. In geval van overdracht van pensioenkapitaal op de pensioendatum ten behoeve van aankoop van een periodieke pensioenuitkering, draagt de overdragende pensioenuitvoerder op de pensioendatum of binnen acht weken na het verzoek hiertoe van de deelnemer of gewezen deelnemer indien deze dat verzoek minder dan acht weken voor de pensioendatum heeft gedaan, het pensioenkapitaal over aan de door de deelnemer of gewezen deelnemer aangewezen ontvangende pensioenuitvoerder.
2. In het tweede lid wordt «gepensioneerde» vervangen door: deelnemer of gewezen deelnemer en vervalt «uit te keren of».
In artikel 91, eerste lid, onderdeel a, wordt «in verband met beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst door de beroepspensioenvereniging met de overdragende pensioenuitvoerder» vervangen door: in verband met de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst tussen de beroepspensioenvereniging en de overdragende pensioenuitvoerder.
In artikel 92, tweede lid, onderdeel b, wordt «de overdrachtswaarde zodanig door de overdragende pensioenuitvoerder wordt vastgesteld» vervangen door: de overdrachtswaarde wordt zodanig door de overdragende pensioenuitvoerder vastgesteld.
In artikel 93, derde lid, wordt na «in rekening» toegevoegd: bij de gewezen deelnemer.
Artikel 94 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na de puntkomma toegevoegd: en.
2. Het eerste lid, onderdeel c, vervalt onder verlettering van onderdeel d tot c.
3. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek van de gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
4. In het tweede lid wordt na «in rekening» toegevoegd: bij de gewezen deelnemer.
In artikel 95, tweede lid, onderdeel a, vervalt «onderdeel a tot en met c,».
Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel b, vervalt onder verlettering van de onderdelen c en d tot b en c.
2. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
3. In het tweede lid wordt na «in rekening» toegevoegd: bij de deelnemer.
Artikel 100 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b vervalt onder verlettering van de onderdelen c en d tot b en c.
2. Na onderdeel c wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het verzoek tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
In artikel 103 wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. Bij regeling van Onze Minister wordt invulling gegeven aan het begrip consistentie, bedoeld in het eerste lid. Een regeling als bedoeld in de eerste volzin kan worden vastgesteld vier weken nadat het ontwerp is overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal.
In hoofdstuk 4 vervalt het opschrift «Paragraaf 1. Bestuur van het beroepspensioenfonds».
Artikel 107, tweede lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. een eventuele overeenkomst tot herverzekering, overdracht of onderbrenging.
In artikel 108, onderdeel e, wordt «tot herverzekering of tot overdracht» vervangen door: tot herverzekering, overdracht of onderbrenging.
In artikel 111 wordt «van het bestuur» vervangen door: van het bestuur of een verantwoordingsorgaan.
Artikel 123, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «in verband met de pensioenverplichtingen» vervangen door: in verband met de aangroei van de pensioenverplichtingen.
2. In onderdeel b wordt «in stand houden van het» vervangen door: bij de aangroei van de pensioenverplichtingen behorende.
3. In onderdeel c wordt «voor uitvoeringskosten» vervangen door: voor de bij de aangroei van de pensioenverplichtingen behorende uitvoeringskosten.
In artikel 129, eerste lid, onderdeel c, wordt «om uiterlijk binnen een jaar te voldoen aan artikel 126» vervangen door: zoals uitgewerkt in het kortetermijnherstelplan, bedoeld in artikel 135.
In artikel 135, tweede lid, onderdeel c, wordt « worden» vervangen door: wordt.
In artikel 139, eerste lid, aanhef, wordt «de artikelen 121, 123, tweede lid, 127, 133, 135 en 138» vervangen door: de artikelen 121, 123, 133, 135 en 138.
In artikel 144 wordt «over te gaan tot herverzekering, overdracht of onderbrenging» vervangen door: over te gaan tot herverzekering bij een verzekeraar, overdracht aan een verzekeraar of onderbrenging bij een beroepspensioenfonds.
In artikel 145, onderdeel b, wordt «het overdragen, herverzekeren of onderbrengen» vervangen door: het herverzekeren bij een verzekeraar, overdragen aan een verzekeraar of onderbrengen bij een beroepspensioenfonds.
Artikel 146, tweede lid, komt te luiden:
2. Gedragstoezicht is toezicht gericht op de naleving van de normen ten aanzien van voorlichting door pensioenuitvoerders aan deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden en de normen ten aanzien van de advisering van de deelnemer of gewezen deelnemer bij de uitvoering van premieregelingen met beleggingsvrijheid waarbij de deelnemer of gewezen deelnemer de verantwoordelijkheid voor de beleggingen heeft overgenomen.
Artikel 152, eerste lid, komt te luiden:
1. De toezichthouder stelt jaarlijks een jaarrekening of verantwoording op van de bij of krachtens deze wet opgedragen taken en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden. De jaarrekening van de Stichting Autoriteit Financiële Markten wordt zoveel mogelijk met overeenkomstige toepassing van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ingericht.
In artikel 166, eerste lid, wordt «die niet voldoet aan deze wet» vervangen door: die niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald.
In artikel 206, eerste lid, wordt «artikel 142, eerste tot en met derde lid» vervangen door: artikel 142, eerste en tweede lid.
De Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, wordt «44, eerste lid, 47, eerste lid, 48, 48a, eerste lid» vervangen door: 44, eerste lid, 45a, 47, eerste lid, 48, 48a, 48b, eerste lid.
2. In het derde lid wordt «47, tweede lid, 48a, tweede lid» vervangen door: 47, tweede lid, 48a, 48b, tweede lid.
Aan artikel 18 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Ten aanzien van de in het derde lid bedoelde pensioentoezegging waarbij na de datum van inwerkingtreding van de Pensioenwet geen verwerving van pensioen meer plaatsvindt, blijven, in afwijking van artikel 2, de Pensioenen spaarfondsenwet en hoofdstuk I en III van de Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet van toepassing.
Artikel 20a wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Artikel 29 van de Pensioenwet is niet van toepassing op premies die zijn verschuldigd voor de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel.
In artikel 25, tweede lid, onderdeel c, en vierde lid, onderdeel c, vervalt «als bedoeld in het vijfde lid van genoemd artikel».
Aan artikel 25a wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Artikel 58 van de Pensioenwet is niet van toepassing op meeverzekerde stijgingen na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel, voor zover de meeverzekerde stijging betrekking heeft op een premievrije voortzetting en het recht op de premievrije voortzetting is ontstaan voor de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel.
Na artikel 45 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 45a. Raadpleging pensioengerechtigden
Artikel 100, tweede lid, van de Pensioenwet is niet van toepassing indien het ondernemingspensioenfonds voor 28 februari 2003 heeft voorzien in een deelnemersraad of een bestuur waarin vertegenwoordigers van pensioengerechtigden zitting hebben en het ondernemingspensioenfonds kan aantonen dat de gerealiseerde medezeggenschapsvorm de instemming heeft van de pensioengerechtigden.
Onder vernummering van artikel 48a tot artikel 48b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 48a. Solvabiliteitsvrijval
De toezichthouder kan op aanvraag van een pensioenfonds of beroepspensioenfonds dat bij de premievaststelling voor de jaren 2007 en 2008 solvabiliteitsvrijval heeft gebruikt voor premiekorting en dat het voornemen heeft om ook na 31 december 2008 solvabiliteitsvrijval te gebruiken voor premiekorting en als gevolg daarvan niet zal voldoen aan artikel 129, eerste lid, van de Pensioenwet of artikel 124, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor een periode van maximaal 5 jaar ontheffing verlenen van artikel 129, eerste lid, van de Pensioenwet of artikel 124, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, indien het pensioenfonds of beroepspensioenfonds aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan.
Aan artikel 49 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De paragrafen 7.1 en 7.4.1 van de Pensioenwet zijn van overeenkomstige toepassing op het eerste en tweede lid.
Aan artikel 63 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Paragraaf 7.1 en de artikelen 171 en 172 van de Pensioenwet zijn van overeenkomstige toepassing op het eerste en tweede lid.
De Wet privatisering FVP wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel e komt te luiden:
e. Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;.
2. In onderdeel g wordt «beroepspensioenfonds» vervangen door: pensioenuitvoerder.
In de artikelen 2, vijfde lid, 5, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 6, eerste tot en met vijfde lid, 7, eerste tot en met vijfde lid en 9, onderdelen c en d, vervalt telkens «N.V».
Artikel 664 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid komt onderdeel a te luiden:
a. de verkrijger met de werknemer, bedoeld in artikel 663, dezelfde pensioenovereenkomst sluit, die hij reeds voor het tijdstip van overgang heeft gesloten met zijn werknemers;.
2. In het derde lid wordt «Pensioenwet» vervangen door: de Pensioenwet.
De Wet verevening pensioenrechten bij scheiding wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, eerste lid, onderdeel a en b, wordt «anders dan door de dood of vermissing» vervangen door: anders dan door de dood, vermissing of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk.
Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het eerste tot en met vijfde lid tot tweede tot en met zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
1. In afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, respectievelijk onderdeel b, wordt onder scheiding respectievelijk tijdstip van scheiding in geval van scheiding van tafel en bed in dit artikel verstaan:
scheiding: ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed;
tijdstip van scheiding: de datum waarop het huwelijk is ontbonden na scheiding van tafel en bed.
2. In het vierde lid wordt «Het eerste en het tweede lid» vervangen door: Het tweede en het derde lid.
De Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 wordt als volgt gewijzigd:
In de artikelen 9, eerste, tweede en derde lid, 17, eerste lid, en 19, tweede lid, en in artikel 2, derde lid, van de bijlage, wordt «De Nederlandsche Bank» vervangen door: de Nederlandsche Bank.
Aan artikel 13, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Tevens kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de procedure.
Artikel XI van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling wordt als volgt gewijzigd.
In onderdeel A wordt «Artikel 3» vervangen door: Artikel 5.
Onderdeel B komt te luiden:
In artikel 9, tweede lid, wordt « Artikel 3, derde lid» vervangen door: Artikel 5, tweede en derde lid.
Onderdeel C komt te luiden:
In artikel 14, tweede lid, wordt na «gedaan» toegevoegd: dan wel indien het een beroepspensioenregeling als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel b, betreft.
In artikel 5:86, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht wordt «artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Pensioen- en spaarfondsenwet» vervangen door: artikel 1 van de Pensioenwet of artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Indien het bij koninklijke boodschap van 22 september 2005 ingediende wetsvoorstel betreffende Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer) tot wet is verheven en in werking treedt wordt de Wet verplichte beroepspensioenregeling als volgt gewijzigd:
Artikel 102 komt te luiden:
Artikel 102. Burgerservicenummer
1. Het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, kan door de pensioenuitvoerder in een door hem beheerde persoonsregistratie worden opgenomen en bij het verstrekken van gegevens daaruit worden gebruikt.
2. De pensioenuitvoerder gebruikt dit burgerservicenummer uitsluitend:
a. in het verkeer met de persoon op wie het nummer betrekking heeft; of
b. in contacten met personen en instanties voor zover deze zelf gemachtigd zijn tot het opnemen van het burgerservicenummer in een persoonsregistratie.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met uitzondering van de artikelen I, onderdeel J, onder 5, GG, II, onderdeel K, onder 5, CC en III, onderdeel C, die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en terugwerken tot 1 januari 2007.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-20072008-31226-A.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.