29 934
Voorstel van wet van het lid Wolfsen tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met doeltreffendere rechtsmiddelen tegen niet tijdig beslissen door bestuursorganen (Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen)

J
BRIEF AAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2008

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en het Huis der Koningin heeft in haar vergadering van 8 april kennis genomen van uw brief d.d. 4 april (kenmerk: 2008 – 0000155512) inzake de bekrachtiging van het initiatief-wetsvoorstel Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (29 934). Voorts heeft de commissie ook kennis genomen van de vragen gesteld aan de regering over deze bovengenoemde brief door de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijks-relaties van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De commissie wenst u met dit schrijven te informeren dat zij – gelet op de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel in de Eerste Kamer op 20 november 2007 en de door u in uw brief van 4 april jl. geschetste stappen voorafgaand aan bekrachtiging – met veel belangstelling de beantwoording van de vragen van de Tweede Kamercommissie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tegemoet ziet. Tevens wenst de commissie u te informeren dat zij na uw beantwoording van de Tweede Kamervragen zich zal beraden of het wenselijk wordt geacht nog nadere, aanvullende vragen te stellen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin,

L. M. L. H. A. Hermans

Naar boven