30 131
Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning)

G
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 20 september 2006

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft op 7 juli 2006 de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzicht gevraagd in de nakoming van de door haar gedane toezeggingen tijdens de plenaire behandeling van wetsvoorstel 30 131 Wet maatschappelijke ondersteuning.

De staatssecretaris heeft daarop bij brief van 18 september 2006 geantwoord.

De commissie brengt hierbij verslag uit van het aldus gevoerde schriftelijke overleg.

De griffier van de commissie,

Janssen

BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Den Haag, 7 juli 2006

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Wet maatschappelijke ondersteuning op 26 en 27 juni 2006, heeft u aan de Kamer een groot aantal toezeggingen gedaan die voor een goede uitvoering van het wetsvoorstel relevant zijn. Deze betreffen in het bijzonder de aanbestedingsprocedure, de modelverordening en aanpassing van omissies in de brochure van de VNG.

Aangezien de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot op heden geen berichten hierover hebben bereikt, de gemeenten deze zomer met de uitvoering moeten starten, dringt de commissie aan op nakoming op zeer korte termijn van de toezeggingen.

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Mr. Eliane C. Janssen

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 september 2006

Tijdens het debat over het wetsvoorstel Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heb ik de Eerste Kamer toegezegd om op een aantal onderwerpen schriftelijk nader in te gaan. Dat doe ik in deze brief. Achtereenvolgens ga ik in op de begrippen compensatieplicht en resultaatverplichting, aanbesteden, de modelverordening van de VNG en de BTW-vraag bij welzijnsdiensten.

1. Begrippen compensatieplicht en resultaatsverplichting

In het debat in de Kamer is gesproken over de begrippen «compensatieplicht» en «resultaatsverplichting». Het laatste begrip leidde tot verwarring. Het begrip compensatieplicht is gebaseerd op artikel 4 van de Wmo. Het begrip resultaatsverplichting wordt gebruikt in de brochure «Wat iedere bestuurder moet weten».

In artikel 4 gaat het erom dat gemeenten de algemene verplichting is opgelegd om beperkingen in de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie weg te nemen. Het gaat hierbij om het voeren van een huishouden, het zich verplaatsen in en om de woning en om zich lokaal per vervoermiddel te verplaatsen. Onder zelfredzaamheid wordt in dit verband verstaan het lichamelijke, verstandelijke, geestelijke en financiële vermogen om zelf voorzieningen te treffen die deelname aan het maatschappelijk verkeer mogelijk te maken.

In de brochure wordt het begrip resultaatsverplichting in de context gebruikt dat de gemeente een persoon met beperkingen in staat moet stellen om deel te nemen aan bepaalde maatschappelijke activiteiten. Het resultaat van de maatregel die de gemeente treft moet ertoe leiden dat de burger dankzij die maatregel beter in staat is deel te nemen aan de samenleving. Van de gemeente kan in dit kader uiteraard niet verwacht worden dat de beperking van de persoon als zodanig wordt weggenomen.

2. Aanbesteden

De Kamer vroeg om een uitgebreide toelichting over de verkorte procedure in het kader van de aanbestedingsprocedures.

Het Implementatiebureau heeft ten behoeve van gemeenten een handreiking Inkoop en Aanbesteding door terzake deskundigen laten ontwikkelen. Om de leden van de Kamer optimaal te informeren voeg ik deze handreiking als bijlage1 toe.

3. Modelverordening VNG

Tijdens de behandeling van de Wmo in de Eerste Kamer heb ik met u gesproken over de modelverordening van de VNG. Ik heb u toegezegd met de VNG te spreken over de onduidelijkheden die de modelverordening bij een aantal relevante partijen opriep. De VNG heeft een gebruikershandleiding bij de modelverordening opgesteld en bouwstenen voor een oplegnotitie. In de gebruikershandleiding wordt uitgebreid ingegaan op de positie van de gemeentelijke verordening ten opzichte van de wet. Vanzelfsprekend mogen verordeningen niet in strijd zijn met de wet. Vooral voor raadsleden kan deze gebruikershandleiding een nuttig instrument zijn bij de beoordeling van de verordening. Tot slot heeft de VNG toegezegd dat zij opmerkingen van verschillende cliëntenorganisaties over de modelverordening zal inventariseren en indien nodig op basis daarvan aanpassingen zal doen in de modelverordening.

4. BTW/welzijnsdiensten

Tot slot is de vraag gesteld over het al dan niet heffen van BTW bij het leveren van welzijnsdiensten. Doorgaans worden de afspraken over te leveren welzijnsdiensten tussen gemeenten en welzijnsorganisaties vastgelegd in subsidiebeschikkingen. In die situaties zijn de welzijnsorganisaties niet BTW-plichtig. Overigens heeft de minister van Financiën in het Belastingplan 2007 een wijziging van de Wet op de omzetbelasting voorgesteld die moet bewerkstelligen dat de thuiszorg valt onder de vrijstelling voor de omzetbelasting. De reeds bestaande BTW-vrijstelling voor thuiszorg wordt hiermee gecontinueerd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp


XNoot
1

Leden:

Werner (CDA), Van Leeuwen (CDA), (voorzitter), Van den Berg (SGP), Dupuis (VVD), Swenker (VVD) (plv.voorzitter, Hamel (PvdA), Nap-Borger (CDA), Slagter-Roukema (SP), Schouw (D66), Putters (PvdA) en Thissen (GL).

Plv. leden: Pastoor (CDA), Klink (CDA), Schuurman (CU), Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije (VVD), Van den Broek-Laman Trip (VVD), Doesburg (PvdA), Van de Beeten (CDA), Meulenbelt (SP), Schuyer (D66), Linthorst (PvdA) en Van der Lans (GL).

XNoot
1

Deze bijlage ligt op de afdeling inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 136141.

Naar boven