29 934
Voorstel van wet van het lid Wolfsen tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met de mogelijkheid van een dwangsom bij niet tijdig beslissen door een bestuursorgaan (Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen)

E
AANVULLING OP DE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 28 maart 2007

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat van uw Kamer heeft op 31 oktober 2006 een voorlopig verslag vastgesteld over het voorstel van wet van de leden Wolfsen en Luchtenveld tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met de mogelijkheid van een dwangsom bij niet tijdig beslissen door een bestuursorgaan (Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen). In dat verslag zijn twee vragen aan de regering gesteld. Met deze brief zal ik, mede namens de minister van Justitie, deze vragen beantwoorden.

De leden van de CDA-fractie wezen op het feit dat de hoeveelheid beslissingen en de verschillende aard en complexiteit van allerlei categorieën beslissingen zo hoog respectievelijk uiteenlopend zijn dat er enig begrip voor kan worden opgebracht, dat bestuursorganen niet altijd op tijd kunnen beslissen. Deze leden meenden dat een integrale schouw van thans vigerende beslistermijnen een goede zaak is, die in de experimenteerperiode aan de orde zou moeten komen. Zij vroegen hierover ook de mening van de regering.

Als dit wetsvoorstel wet wordt en in werking treedt, lijkt het ons inderdaad gewenst om de thans in de wetgeving voorkomende beslistermijnen nog eens tegen het licht te houden en te bekijken of ze in alle gevallen haalbaar zijn, dan wel nog moeten worden aangepast. Wij zullen in dat geval onze ambtgenoten voorstellen een dergelijke integrale «schouw» te organiseren. De experimenteerperiode geeft daarvoor ook de gelegenheid.

De leden van de SGP-fractie en de leden van de CU-fractie vroegen de regering hoe zij, na aanvaarding van het amendement Fierens en Van Schijndel (Kamerstukken II 2005/06, 29 934, nr. 16), de motieven voor indiening van het wetsvoorstel Beroep bij niet tijdig beslissen (Kamerstukken II 2005/06, 30 435, nr. 2) beoordeelt en of zij van mening is dat dit wetsvoorstel kan worden ingetrokken.

De regering heeft met de indiening van het wetsvoorstel Beroep bij niet tijdig beslissen burgers een effectiever rechtsmiddel willen bieden in gevallen waarin de overheid te laat is met beslissen. Met het genoemde amendement is dit voorstel nagenoeg onveranderd opgenomen in het initiatiefvoorstel. Als het initiatiefvoorstel wordt aanvaard en bekrachtigd, verliest het regeringsvoorstel zijn zelfstandige betekenis. In dat geval zal het regeringsvoorstel worden ingetrokken.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven