B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR MILIEU1
Het voorbereidend onderzoek gaf de commissie aanleiding tot het maken
van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
De leden van de fracties van D66 en OSF hadden de volgende opmerkingen en vragen.
De staatssecretaris gebruikt in deze wet een nieuwe dosismaat om geluidhinder
te meten. De huidige dosismaat gaat uit van de hoogste van de drie gemeten
waarden (dag, avond en nacht). Bij de nieuwe dosismaat gaat men uit van de
middeling van de drie waarden. Daardoor kan de nieuwe dosismaat veel lager
uitkomen. Dit lijkt de fracties van D66 en OSF ongewenst. Zij steunen de staatssecretaris
in zijn streven de Europese meetmethode te volgen, maar zouden graag maatregelen
zien waar deze meetmethode tot onevenredig veel nieuwe «geluidsruimte»
zou leiden. Een reactie graag.
Deze fractie zijn zeer ingenomen met het plan om een toekenning van een
hogere waarde voor geluidsbelasting van woningen verplicht te laten registreren
bij het kadaster. Dat geeft huizenkopers inzicht in de situatie en vergroot
de transparantie. Dat registratie niet verplicht is als er nog een bezwaar
of beroep bezig is, is begrijpelijk. Het lijkt de fracties wel beter als tijdens
procedures in het kadaster wordt opgenomen dat er überhaupt een procedure
bezig is. Dat zou de transparantie nog verder verbeteren. Is de staatssecretaris
dit met ons eens?
De mogelijkheden voor de plaatsing van windturbines op industrieterreinen
worden met dit voorstel feitelijk verruimd. Dit gebeurt omdat de windturbines
van groot belang zijn voor het milieu. Dat deze windturbines van groot belang
zijn voor het milieu is de fractie met de staatssecretaris eens, maar dat
windturbines nu mogen concurreren met andere inrichtingen die zich op het
industrieterrein hebben gevestigd vindt de fractie onwenselijk. Zo kan de
totale geluidbelasting hoger uit komen dan voor een windmolenpark of een industrieterrein
apart toelaatbaar is. Kan de staatssecretaris aangeven hoeveel extra concurrerende
geluid er op een dergelijk manier bij zal kunnen komen?1
Dat windturbines meer herrie mogen maken omdat deze zo goed zijn voor
het milieu is op zich een mooie gedachtegang. De fracties vroegen zich af
waarom deze gedachtegang alleen wordt gevolgd bij windturbines en niet voor
andere geluidmakers die het milieu bevorderen zoals het treinverkeer, waterzuiverings-
en warmte-krachtinstallaties. Geluid van bijvoorbeeld treinen en wegverkeer
wordt nu nog gelijk gesteld maar het is algemeen bekend dat wegverkeer naast
geluid nog meer kwalijke gevolgen met zich meebrengt zoals luchtvervuiling.
Aangezien treinverkeer veel beter is voor het milieu dan wegverkeer kan vanuit
dezelfde redenering meer herrie toestaan? Is de staatssecretaris het met deze
gedachtelijn eens?
De fracties van D66 en OSF delen de zorg van de Raad van State over het
onder deze wetgeving brengen van 30 kilometer wegen. Wij zijn van mening dat
regulering waar dit niet nodig is achterwege moet blijven. Vermeden moet worden
met een kanon op een mug te schieten. Als er wellicht een wildgroei aan 30
kilometer wegen is ontstaan om geluidsmeting te voorkomen dan moet dát
worden tegengegaan. In plaats van alle dertig kilometer wegen onder het bereik
van de wet te brengen. Wil de staatssecretaris hierop reageren?
Decentralisatie en de EU
Door de decentralisatie die deze wet voorstaat krijgen gemeenten meer
te zeggen over het «geluidbeleid». Dit zal ongetwijfeld met zich
meebrengen dat er in verschillenden gemeente anders met «geluidhinder»
zal worden om gegaan. De fracties vrezen rechtsongelijkheid van burgers en
bedrijven hierdoor, terwijl het doel van de Europese richtlijn nu juist een
gelijktrekking van de te hanteren normen is. Kan de staatssecretaris aangeven
hoe hij een gelijke uitvoering op lokaal niveau kan waarborgen?
In de Tweede Kamer heeft de CDA-fractie al gevraagd waarom kinderopvang
niet expliciet genoemd wordt bij «andere geluidsgevoelige gebouwen»
terwijl scholen hier wel bij horen. Deze vraag hield ons ook bezig maar is
in onze ogen nog niet beantwoord. De staatssecretaris gaf aan dat veel kinderopvang
in schoolgebouwen plaatsvindt. Waar dat niet gebeurt wil hij geen maatregelen
treffen om zodoende de reikwijdte van de wet niet uit te breiden. Kinderen
kunnen minder goed tegen geluid en moeten volgens de fracties van D66 en OSF
zo goed mogelijk tegen geluidhinder beschermd worden. Kan de staatssecretaris
uitleggen hoe hij kinderen in de kinderopvang wil beschermen tegen geluidhinder?
Het bewust bezig houden met geluidhinder in kinderopvang kan bovendien
nog een doel dienen namelijk het beschermen van mensen tegen de herrie die
de kinderen maken. Europees Commissaris Spidla heeft dit jaar aangegeven dat
mensen die bijvoorbeeld met kinderen werken beschermd dienen te worden tegen
een te hoog geluidsniveau. Is de staatssecretaris van plan hierop te anticiperen?
De voorzitter van de commissie,
Meindertsma
De griffier van de commissie,
Van Dooren
XNoot
1Samenstelling: Ketting (VVD), Meindertsma (PvdA) (voorzitter), Lemstra (CDA), Bierman-Beukema toe Water (VVD), Van der Lans (GL,
Van Middelkoop (CU), Hessing (LPF), Ten Hoeve (OSF), Nap-Borger (CDA), Slagter-Roukema
(SP), V. Dalen-Schiphorst (CDA), Schouw (D66), Putters (PvdA).