28 169
Gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte

nr. 48e
MOTIE VAN HET LID VAN LEEUWEN C.S.

Voorgesteld 1 april 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

kennis genomen hebbende van de in de Tweede Kamer aangenomen moties;

overwegende, dat – mede als gevolg van de demissionaire status van het kabinet – vertraging in de uitvoering hiervan niet is uitgesloten ondanks het feit dat het hier een politiek onomstreden wetsvoorstel betreft;

verzoekt de regering:

– een uiterste krachtsinspanning te leveren om de in de diverse moties gestelde termijnen te realiseren,

– te bevorderen, dat er harde afspraken met het openbaar vervoer worden gemaakt, waarbij tevens op versnelling van de uiterste invoeringsdata – 2010 voor busvervoer en 2030 voor het spoor – wordt aangedrongen,

– de inzet van REA-middelen als experiment – in afwachting van een structurele regeling – voor het toegankelijk maken van gebouwen mogelijk te maken,

– in samenhang met de integratiewet te streven naar een betere afstemming van de in dit wetsvoorstel gebruikte definities met die op het terrein van de arbeid,

– een betere afstemming van de voorzieningen, zo mogelijk te bewerkstelligen via één loket,

– een Task Force vanuit de samenleving én de betrokken organisaties van mensen met een handicap of chronische ziekte in te stellen teneinde het maatschappelijk draagvlak voor gelijke kansen voor deze groep te versterken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Leeuwen

Van den Berg

Hessing

Van Schijndel

Swenker

Ter Veld

Werner

Naar boven