nr. 75
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 29 oktober 1997
Bij de behandeling van het wetsvoorstel voor de nieuwe Onderwijsraad heb
ik toegezegd u te informeren over de samenstelling van de nieuwe raad. Nu
de raad compleet is, kom ik met deze brief mijn toezegging na.
In de Kaderwet adviescolleges is bepaald dat de leden van een adviescollege
bij koninklijk besluit worden benoemd.
Bij het opstellen van een voordracht daartoe heb ik een externe commissie
onder leiding van mevrouw drs. E. Vogelaar gevraagd mij te adviseren. Deze
commissie heeft veertien personen met bijbehorende portefeuilles voorgedragen
en over de door mij beoogde voorzitter positief geadviseerd.
Na bespreking in de Ministerraad zijn deze personen bij KB van 13 januari
1997 tot voorzitter respectievelijk lid benoemd.
Na amendering van het betreffende wetsvoorstel, waarbij o.a. het maximum
aantal leden van veertien naar negentien is verhoogd, heb ik de commissie
opnieuw om een advies t.b.v. een voordracht ter uitbreiding van de raad gevraagd.
Naar aanleiding van deze voordracht zijn bij KB van 17 oktober 1997 vier
personen tot lid benoemd. De Onderwijsraad is daarmee voltallig geworden.
Als bijlage treft u een volledig overzicht aan van de huidige samenstelling
van de Onderwijsraad inclusief de portefeuilles.
Het geheel overziend ben ik van mening dat de raad evenwichtig is samengesteld
op aspecten als verschillende deskundigheden zowel wetenschappelijk als maatschappelijk,
pluriformiteit, man-vrouw-verhouding en etnische en culturele achtergrond.
Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat deze nieuwe Onderwijsraad
in staat is advisering op het gebied van onderwijs in de nieuwe constellatie
zoals bedoeld bij Raad op Maat, kwalitatief goed te verzorgen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
J. M. M. Ritzen
Samenstelling Onderwijsraad per 15 oktober 1997
1. de heer prof.dr. J. M. G. Leune, Capelle aan de IJssel
(voorzitter)
2. mevrouw dr. H. A. Kohnstamm, Amsterdam
(plaatsvervangend voorzitter)
3. mevrouw Y. Schram, wethouder Den Bosch
(portefeuille: primair onderwijs – lokaal onderwijsbeleid)
4. mevrouw dr. H. B. Kook, Leiden
(portefeuille: primair onderwijs – interculturele aspecten)
5. mevrouw drs. J. T. E. van der Wolf-Beukering, Bussum
(portefeuille: primair onderwijs – orthodidactische aspecten)
6. mevrouw drs. G. Bonhof, Hilversum
(portefeuille: algemeen voortgezet, voorbereidend wetenschappelijk en
voorbereidend beroepsonderwijs)
7. mevrouw H. A. M. van Daalen-Elzinga, Bunnik
(portefeuille: voorbereidend en secundair beroepsonderwijs en leerlingwezen)
8. mevrouw drs. I. E. E. van der Dussen, Ede
(portefeuille: beroepsonderwijs en volwasseneneducatie)
9. de heer dr. J. G. L. Thijssen, Bilthoven
(portefeuille: relatie onderwijs – bedrijfsleven, permanente educatie)
10. de heer prof. dr. F. A. van Vught, Enschede
(portefeuille: hoger onderwijs – algemeen)
11. de heer dr. H. W. A. M. Coonen, Utrecht
(portefeuille: hoger onderwijs – lerarenbeleid)
12. de heer prof. dr. L. F. W. de Klerk, Kaatsheuvel
(portefeuille: onderwijskunde)
13. de heer prof. dr. P. W. C. Akkermans, Rotterdam
(portefeuille: onderwijsrecht – bestuurlijke aspecten)
14. de heer prof. mr. B. P. Vermeulen, Leersum
(portefeuille: onderwijs recht – staatsrechtelijke aspecten)
15. de heer prof. dr. G. W. Meijnen, Hilversum
(portefeuille: onderwijssociologie – gelijke kansen)
16. mevrouw prof. dr. H. M. Dupuis, Voorschoten
(portefeuille: normatieve aspecten van het onderwijs)
17. mevrouw drs. N. J. Ginjaar-Maas, Burgh Haamstede
(portefeuille: voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie)
18. mevrouw E. Hallensleben, Rotterdam
(portefeuille: intercultureel onderwijs en studie- en beroepskeuze)
19. de heer mr. dr. D. Mentink, Schoonhoven
(portefeuille: toepassing van wetten, algemene maatregelen van bestuur
en ministeriële regelingen; aangelegenheden die het gemeentelijk onderwijsbeleid
betreffen)