19 637 Vreemdelingenbeleid

K VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 8 november 2022

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad1 hebben kennisgenomen van de brief van 25 juli 20222van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de menselijke maat en dienstverlening in de migratieketen. Naar aanleiding van de brief van 25 juli jl. wensten de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk en de fractie van de PVV de Staatssecretaris graag een aantal nadere vragen voor te leggen.

Naar aanleiding hiervan is op 7 oktober 2022 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 8 november 2022 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, De Man

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL / JBZ-RAAD

Aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Den Haag, 7 oktober 2022

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 25 juli 20223 waarin u de Kamer, conform het verzoek van het lid Karimi (GroenLinks), informeert over de resultaten van de acties die zijn of worden verricht door de werkgroep die is ingericht door het Directoraat-Generaal Migratie. Dit verzoek werd gedaan naar aanleiding van de door uw ambtsvoorganger gegeven appreciatie van de bundel «Ongehoord onrecht in het vreemdelingenrecht» van de Specialisten Vereniging Migratierecht Advocaten (SVMA) en de Vereniging Asieladvocaten en -Juristen Nederland (VAJN) en het artikel «Ongezien onrecht in het vreemdelingenrecht» uit het Nederlands Juristenblad (NJB). Naar aanleiding van uw brief van 25 juli jl. wensen de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk en van de PVV u graag de volgende nadere vragen voor te leggen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk

De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA constateren dat de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) verschillende overlegstructuren heeft voor het oplossen van «buikpijnzaken» en het toepassen van de «menselijke maat», waaronder het «Knopen doorhak team» (KDT). Deze teams functioneren zowel op lokaal als landelijk niveau. Kan de regering aangeven hoeveel zaken de KDT’s behandelen en hoeveel besluiten zij nemen? Komt het voor dat een KDT niet uit een zaak komt? Indien dit zo is: is een discretionaire bevoegdheid van de regering in dergelijke gevallen dan dienstig? Zo ja, is de regering bereid om deze bevoegdheid weer terug te nemen? Zo nee, wat gebeurt er als een KDT geen besluit kan nemen?

De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA merken op dat de IND bij de in- en uitvoeringstoetsen samenwerkt met uitvoeringsorganisaties en andere organisaties in de migratieketen. Vloeien er aanpassingen voort uit deze invoerings- en uitvoeringstoetsen? Indien dit zo is: is dat naar tevredenheid van de betrokken organisaties; zowel uitvoerings- als belangenorganisaties?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de fractie van de PVV wijzen op de volgende passage in de aan de orde zijnde brief: «Op basis van deze signalen is, en wordt deels nog, bekeken of bepaalde wet- en regelgeving of de uitvoering daarvan onvoorzien hardvochtig uitpakt voor de vreemdeling. Er is een flink aantal signalen opgebracht van wet- en regelgeving waarbij is geconcludeerd dat er geen sprake is van een onvoorzien hardvochtig effect. Waar het beeld van een onvoorziene hardvochtigheid wel is herkend, zijn aanpassingen voorgesteld om de hardvochtigheid weg te nemen.»4 Deze leden vragen de regering wat hier concreet wordt bedoeld met «hardvochtig»? Door wie wordt dat bepaald, op basis van welke procedure en op basis van welke criteria? Kan de regering aangeven welke signalen dit betreft en van waar (van welke organisaties) deze signalen afkomstig zijn? In hoeverre betreft dit de «asieladvocatuur»? De leden van de PVV-fractie vragen de regering om aan te geven of er ook rekening wordt gehouden met het hardvochtige effect van het migratiebeleid op de Nederlandse burgers, die hierdoor langer op de wachtlijst moeten staan voor een sociale huurwoning, steeds meer belasting moeten betalen om de massa-immigratie te faciliteren, de ellende en onveiligheid van asielzoekerscentra in hun buurt krijgen en hun woonomgeving zien vervreemden en islamiseren. Hoe hardvochtig is het om dat nog langer toe te laten? Kan de regering aangeven hoe de onderhavige brief over «hardvochtigheid» en de «menselijke maat» in het vreemdelingenbeleid zich verhoudt tot de decadente inzet van luxe cruiseschepen, copieuze buffetmaaltijden, hotels, kastelen, landgoederen, et cetera in de asielopvang?5

De leden van de fractie van de PVV wijzen vervolgens naar de volgende passage in de onderhavige brief: «Ik heb er daarom mee ingestemd dat de IND een andere wijze van het in behandeling nemen van aanvragen voor gezinsmigratie gaat verkennen. Beoogde doelen zijn onder andere het voorkomen van onnodige procedures, sneller duidelijkheid bieden en beter rekening houden met het doenvermogen van de vreemdeling.»6 Deze leden vragen de regering of dit de facto een versoepeling betekent. Zullen hierdoor nog meer asielzoekers een verblijfsvergunning ontvangen? Wat betekent dit voor de effecten van kettingmigratie? Kan de regering deze mogelijke gevolgen en effecten nader beschouwen en toelichten?

De leden van de fractie van de PVV wijzen voorts op de navolgende passage in de bedoelde brief: «Ten eerste leidt het feit dat asielzoekers in de (pre)procesopvanglocatie geen leefgeld ontvangen tot ongenoegen en onrust. Hier wordt kritisch naar gekeken, waarbij nadrukkelijk ook de al dan niet wenselijkheid tot aanpassing wordt verkend, gezien de mogelijke neveneffecten.»7 Kan de regering aan deze leden aangeven of dit betekent dat deze groep nog makkelijker gratis geld zal ontvangen? Kan de regering aangeven in hoeverre hiervan een aanzuigende werking te verwachten is? Kan de regering deze leden aangeven welke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld gezondheidszorg, tandartszorg, reiskosten et cetera, deze groep nog meer ontvangt?

De leden van de fractie van de PVV lezen verder in de bedoelde brief de volgende passage en wensen de regering hierover enkele vragen te stellen: «Als er rode draden in dit overleg worden geconstateerd kunnen deze vervolgens worden besproken met beleidsmakers, en bijvoorbeeld met de advocatuur en VWN.»8 Kan de regering deze leden aangeven waarom hier de asieladvocatuur in betrokken wordt en de asielactivisten van Vluchtelingenwerk Nederland. Is dit niet op een onzuivere manier de procedures manipuleren? Kan de regering aangeven hoe vaak zulk overleg plaatsvindt met asieladvocaten? Kan de regering aangeven welke advocatenkantoren dit betreft? Welke afspraken maakt de regering met asieladvocaten?

De leden van de fractie van de PVV verwijzen tot slot naar de volgende passage uit de aan de orde zijnde brief en stellen de navolgende vragen: «Om de bestaande dialoog met partners over de menselijke maat en dienstverlening binnen de migratieketen uit te breiden en de verbinding binnen en buiten de keten te bevorderen, is er een thematische reflectiesessie georganiseerd met vertegenwoordigers uit de advocatuur, de rechtspraak, de IND en het departement.»9 Kan de regering aangeven waarom asieladvocaten hier zo nadrukkelijk in betrokken worden? Krijgen deze advocaten daarmee niet een oneigenlijke rol en positie?

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, M.H.M. Faber – van de Klashorst

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2022

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de gestelde nadere vragen door de Eerste Kamer fracties van GroenLinks en de PvdA, en van de PVV naar aanleiding van mijn brief d.d. 25 juli 2022 inzake de menselijke maat en dienstverlening in de migratieketen.10

Vragen van GroenLinks en de PvdA fracties gezamenlijk

Over «Knopen doorhak teams» (KDT’s) van de IND

  • 1. Kan de regering aangeven hoeveel zaken de KDT’s behandelen en hoeveel besluiten zij nemen?

    Nee, dit wordt niet geregistreerd in de automatische systemen van de IND.

  • 2. Komt het voor dat een KDT niet uit een zaak komt?

    Nee. Indien een KDT er op locatieniveau niet uit komt bestaat de mogelijkheid om de zaak in het landelijke KDT te bespreken. De KDT’s worden overigens niet enkel geraadpleegd in die gevallen waarin een beslisser niet zelf tot een besluit kan komen. De KDT´s worden ook geraadpleegd met de vraag of een aanvullend onderzoek of gehoor noodzakelijk is.

  • 3. Indien dit zo is: is een discretionaire bevoegdheid van de regering in dergelijke gevallen dan dienstig?

    Nee, zoals toegelicht in het antwoord op vraag 2 is het nog niet voorgekomen dat een landelijk KDT niet uit een zaak kwam.

  • 4. Zo ja, is de regering bereid om deze bevoegdheid weer terug te nemen?

    Het kabinet is niet voornemens om de discretionaire bevoegdheid van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid weer in te voeren.

  • 5. Zo nee, wat gebeurt er als een KDT geen besluit kan nemen?

    Niet van toepassing. Zie het antwoord op vraag 2.

Over in- en uitvoeringstoetsen

  • 6. Vloeien er aanpassingen voort uit deze invoerings- en uitvoeringstoetsen?

    De uitkomsten van een Ex Ante Uitvoerings Toets (EAUT) worden altijd betrokken bij de totstandkoming van beleid of wet- en regelgeving en het daar bijhorende implementatietraject. De EAUT’s worden uitgevoerd en gecoördineerd door de IND in samenwerking met de ketenpartners. De IND neemt de gevolgen voor de betrokken vreemdelingen, bijvoorbeeld in relatie tot hun «doenvermogen», bij uitvoeringstoetsen sinds begin 2021 specifiek mee. Het is onderdeel gemaakt van het gebruikelijke beleidsvormingsproces. Hoewel dat aanpassingen met zich mee kan brengen, worden die als zodanig niet bijgehouden.

  • 7. Indien dit zo is: is dat naar tevredenheid van de betrokken organisaties; zowel uitvoerings- als belangenorganisaties?

    Zie het antwoord op vraag 6.

Vragen van de PVV fractie

Over onderzochte signalen van hardvochtigheid

  • 8. Deze leden vragen de regering wat hier concreet wordt bedoeld met «hardvochtig»? Door wie wordt dat bepaald, op basis van welke procedure en op basis van welke criteria?

    Er bestaat niet één definitie of vaste, objectieve criteria van wat hardvochtig is en wat niet. Wat de één te hardvochtig vindt, vindt de ander niet hardvochtig. Het is uiteindelijk aan de Kamer(s) om al dan niet in te stemmen met de keuzes van dit Kabinet ten aanzien van zowel de richting als de inhoud van het vreemdelingenbeleid. De uitvoeringsorganisaties voeren dat beleid vervolgens uit op een zorgvuldige wijze en met oog voor de vreemdeling.

  • 9. Kan de regering aangeven welke signalen dit betreft en van waar (van welke organisaties) deze signalen afkomstig zijn? In hoeverre betreft dit de «asieladvocatuur»?

    De signalen vanuit de advocatuur zijn afkomstig uit de bundel «Ongehoord. Onrecht in het vreemdelingenrecht» van de Specialisten Vereniging Migratierecht Advocaten (SVMA) en de Vereniging Asieladvocaten en -Juristen Nederland (VAJN) en het artikel «Ongezien onrecht in het vreemdelingenrecht» uit het Nederlands Juristenblad (NJB)11. Daarnaast zijn signalen aangedragen via de internetconsultatie,12 en heeft de werkgroep juridische reflectie van de Raad van State een reflectierapport met signalen gepubliceerd.13 Deze zijn online beschikbaar.

    Daarnaast heeft een inventarisatie plaatsgevonden, gecoördineerd door het Directoraat-Generaal Migratie (DGM) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid ter uitvoering van de motie van Ploumen en Jetten. Hierbij heeft het DGM een zo laagdrempelig mogelijke uitvraag gedaan naar signalen van mogelijke hardvochtigheden. Daar hebben medewerkers van de IND, DT&V, COA en het DGM op gereageerd. Ook Vluchtelingenwerk Nederland en het Nidos als ketenpartners, zijn in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Hoewel alle inbreng op gestructureerde wijze is onderzocht, lenen individuele reacties van medewerkers daarop zich er niet voor om één op één met uw Kamer te delen. Eventuele beleidswijzigingen naar aanleiding van mogelijke signalen worden op gebruikelijke wijze gecommuniceerd.

  • 10. De leden van de PVV-fractie vragen de regering om aan te geven of er ook rekening wordt gehouden met het hardvochtige effect van het migratiebeleid op de Nederlandse burgers, die hierdoor langer op de wachtlijst moeten staan voor een sociale huurwoning, steeds meer belasting moeten betalen om de massaimmigratie te faciliteren, de ellende en onveiligheid van asielzoekerscentra in hun buurt krijgen en hun woonomgeving zien vervreemden en islamiseren. Hoe hardvochtig is het om dat nog langer toe te laten?

    Het kabinet herkent zich niet in het beeld dat in de vraagstelling wordt neergezet. Daarenboven zet het kabinet zich in voor beheerste migratie, zoals vaker aan uw Kamer is bericht.

  • 11. Kan de regering aangeven hoe de onderhavige brief over «hardvochtigheid» en de «menselijke maat» in het vreemdelingenbeleid zich verhoudt tot de decadente inzet van luxe cruiseschepen, copieuze buffetmaaltijden, hotels, kastelen, landgoederen, et cetera in de asielopvang?

    Het kabinet herkent zich niet in deze opsomming en het beeld dat daarmee wordt neergezet.

Over een zaakgerichte aanpak van de IND t.a.v. gezinsmigratie

  • 12. Deze leden vragen de regering of dit de facto een versoepeling betekent. Zullen hierdoor nog meer asielzoekers een verblijfsvergunning ontvangen?

    Ik wil allereerst benadrukken dat het in dit stadium nog enkel gaat om een verkenning van een andere wijze van het in behandeling nemen van aanvragen in het kader van gezinsmigratie (dit betreffen zowel aanvragers met een asielachtergrond als een reguliere achtergrond). Deze andere werkwijze beoogt geen beleidsversoepeling. De voorwaarden voor het kunnen verkrijgen van een verblijfsvergunning zullen niet veranderen. Het voorstel beoogt de procedure voor gezinsmigratie efficiënter vorm te geven. Het idee is om de verschillende (reeds bestaande) verblijfsdoelen voor gezinsmigratie in één aanvraagprocedure te toetsen. Hiermee heeft de aanvrager in één keer duidelijkheid over zijn kans op verblijf. Dit voorkomt juist onnodig procedure stapelen en levert naar verwachting een afname van het aantal procedures en een vereenvoudiging van de beslispraktijk bij de IND op. Het zal naar verwachting niet leiden tot het verlenen van meer of minder verblijfsvergunningen.

  • 13. Wat betekent dit voor de effecten van kettingmigratie? Kan de regering deze mogelijke gevolgen en effecten nader beschouwen en toelichten?

    Dit voorstel heeft geen kettingmigratie als effect.

Over geen leefgeld voor asielzoekers tijdens (pre)procesopvang

  • 14. Kan de regering aan deze leden aangeven of dit betekent dat deze groep nog makkelijker gratis geld zal ontvangen?

    Anders dan uit de vraagstelling naar voren komt, gaat dit vraagstuk over een passende toelage in de periode dat de asielzoeker in afwachting is van de procedure en gedurende de aa-fase, en wordt opgevangen.

  • 15. Kan de regering aangeven in hoeverre hiervan een aanzuigende werking te verwachten is?

    Er is geen grond om aan te nemen dat van een kleine wijziging met betrekking tot de beperkte toelage gedurende de procedure een aanzuigende werking uitgaat.

  • 16. Kan de regering deze leden aangeven welke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld gezondheidszorg, tandartszorg, reiskosten etcetera, deze groep nog meer ontvangt?

    Zoals uw Kamer bekend is, hebben asielzoekers in de opvang recht op zorg conform een pakket dat grotendeels overeenkomt met de Zorgverzekeringswet en de Wet Langdurige zorg. Een asielzoeker heeft ook recht op een aantal onderdelen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het is altijd zorg in natura, via gecontracteerde zorgaanbieders. Volwassen asielzoekers hebben alleen bij ernstige pijn- en/of kauwklachten recht op tandheelkundige hulp (noodhulp). Voor kinderen is er uitgebreidere tandzorg. Reiskosten worden vergoed indien de asielzoeker moet reizen ten behoeve van de asielprocedure. Bijvoorbeeld naar de rechtsbijstandverlener of de IND. Daarnaast worden asielzoekers WA verzekerd.

Over rode draden die kunnen worden besproken met VWN en de advocatuur

  • 17. Kan de regering deze leden aangeven waarom hier de asieladvocatuur in betrokken wordt en de asielactivisten van Vluchtelingenwerk Nederland. Is dit niet op een onzuivere manier de procedures manipuleren?

    In het geval dat sprake is van een rode draad die de werkzaamheden van de advocatuur raakt, ligt het voor de hand om deze met de advocatuur te bespreken. Advocaten in het migratierecht hebben namelijk vanuit hun dagelijkse praktijk goed zicht op het werk van de IND en de uitwerking van het migratiebeleid op de vreemdeling. Bijvoorbeeld op de kwaliteit van de beslissingen en de dienstverlening van de IND. Maar ook op het effect van beleid-, wet- en regelgeving op de aanvrager. In het huidige tijdsgewricht waarin we ons bevinden zijn dat waardevolle inzichten. Het is vervolgens aan de IND en/of de wetgever om te bepalen of en zo ja, hoe zij opvolging geven aan signalen vanuit de advocatuur. Ook vormt de advocaat een belangrijke schakel bij de afhandeling van verblijfsprocedures. Daarom zijn IND en advocatuur, ieder vanuit zijn eigen rol, gebaat bij een goede professionele samenwerking.

  • 18. Kan de regering aangeven hoe vaak zulk overleg plaatsvindt met asieladvocaten? Kan de regering aangeven welke advocatenkantoren dit betreft? Welke afspraken maakt de regering met asieladvocaten?

    Het betreft vertegenwoordigers van de Vereniging Asieladvocaten & -Juristen Nederland (VAJN) en de Specialistenvereniging Migratierechtadvocaten (SVMA). De gesprekken vinden plaats met de IND, de regering is daar niet bij betrokken. Op voorhand kan niet worden aangegeven hoe vaak deze gesprekken plaatsvinden behalve dat dat ongeveer om de twee tot drie maanden het geval is. De gesprekken vinden in vertrouwelijkheid plaats.

Over een thematische reflectiesessie

  • 19. Kan de regering aangeven waarom asieladvocaten hier zo nadrukkelijk in betrokken worden? Krijgen deze advocaten daarmee niet een oneigenlijke rol en positie?

    De advocatuur heeft een belangrijke rol binnen het vreemdelingrechtelijk domein. De advocatuur kan in hun rechtspraktijk signalen binnenkrijgen die belangrijk kunnen zijn voor de IND en die de IND op een andere wijze niet zou hebben ontvangen. Dat alleen al onderstreept het belang van hun betrokkenheid. Zowel de IND als de advocatuur zijn rolvaste professionals en zich goed bewust van hun eigen positie en opdracht.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Samenstelling:

Kox (SP), Koffeman (PvdD), Faber-Van de Klashorst (PVV) (voorzitter), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Stienen (D66) (ondervoorzitter), Van Rooijen (50PLUS), Van den Berg (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Doornhof (CDA), Karimi (GL), Veldhoen (GL), Vos (PvdA), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Dittrich (D66), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU) en Hiddema (Fractie-Frentrop).

X Noot
2

Kamerstukken I 2021/22, 19 637, J.

X Noot
3

Kamerstukken I 2021/22, 19 637, J.

X Noot
4

Kamerstukken I 2021/22, 19 637, J, p. 2.

X Noot
6

Kamerstukken I 2021/22, 19 637, J, p. 2.

X Noot
7

Kamerstukken I 2021/22, 19 637, J, p. 2.

X Noot
8

Kamerstukken I 2021/22, 19 637, J, p. 3.

X Noot
9

Kamerstukken I 2021/22, 19 637, J, p. 3.

X Noot
10

Kamerstukken I 2021/22, 19 637, J.

X Noot
11

NJB 9-4-2021, afl. 14, pag. 1046 t/m 1053.

Naar boven