Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2024
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft op 31 januari 2024 een algemeen ambtsbericht
ten aanzien van Ethiopië gepubliceerd. Het ambtsbericht beslaat de periode sinds december
2022 tot en met december 2023 en beschrijft de actuele veiligheidssituatie en ontwikkelingen
in Ethiopië. Op basis van deze informatie is beoordeeld dat het landgebonden asielbeleid
Ethiopië aanpassingen behoeft.
Vergeleken met het vorige ambtsbericht is de algemene veiligheidssituatie in Ethiopië
in algemene zin gelijk gebleven. De staakt-het-vurenovereenkomst die aan het eind
van de vorige verslagperiode ondertekend werd, zorgde voor een sterke vermindering
van het geweld in Tigray en een sterke verbetering van de leefsituatie voor Tigreeërs
in Addis Abeba, maar leidde tegelijkertijd tot een toename van het geweld in andere
regio’s, met name in Oromia en Amhara. Naar aanleiding van de informatie zoals die
volgt uit het algemeen ambtsbericht Ethiopië heb ik daarom besloten om een aantal
wijzigingen aan te brengen in het beleid.
Ten eerste heb ik besloten om aan het landgebonden asielbeleid één risicogroep toe
te voegen. Het gaat om vreemdelingen die (vermeend) lid of aanhanger zijn van de Fano
(verzamelnaam voor Amhaarse milities). Tijdens de verslagperiode bleek namelijk dat,
met de uitbraak van het conflict in Amhara, grootschalige arrestaties plaatsvonden
van Amhara die verdacht werden van lidmaatschap of sympathie met de Fano of die verdacht
werden van financiële of logistieke steun voor de gewapende groepen of informatie
voor hen verzamelden. Velen van de arrestanten werden op termijn, vaak na een rehabilitatieprogramma,
vrijgelaten. In geval van bewijzen voor affiliatie met de Fano vond strafrechtelijke
vervolging plaats. Ook langere detentie en in sommige gevallen buitengerechtelijke
executies kwamen voor als iemand daadwerkelijk met overtuiging vocht voor de milities
of informatie verzamelde of financiële en logistieke steun mobiliseerde voor de strijd
van de milities. De personen met een prominenter profiel bleven aan het eind van de
verslagperiode gedetineerd. Begin december 2023 namen de arrestaties van vermeende
leden van de Fano in aanloop naar een verboden anti-oorlogsdemonstratie weer toe.
Het ging veelal om jongeren die ervan beschuldigd werden lid te zijn van OLA en Fano
en terroristische activiteiten te hebben gepland. Ook enkele van de organisatoren,
waaronder oppositiepolitici en activisten, werden gearresteerd. Volgens de VN Hoge
Commissaris voor de Rechten van de Mens waren er (geïmproviseerde) detentiecentra
die onvoldoende voorzieningen hadden voor de arrestanten.
Voor Fano geldt dat zij zich in sommige gevallen zelf ook schuldig maken aan (ernstige)
mensenrechtenschendingen. De IND onderzoekt (zoals gebruikelijk) per individuele zaak
eventuele 1F-indicaties en indien van toepassing wordt artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag
tegengeworpen.
Verder heb ik besloten om de aanwijzing risicogroep voor journalisten die kritiek
uiten op de autoriteiten te wijzigen naar journalisten die significante kritiek uiten
op de autoriteiten. Op grond van informatie uit het ambtsbericht, wordt geconcludeerd
dat journalisten, net als in de vorige verslagperiode, het risico lopen om gearresteerd
en mishandeld te worden door de Ethiopische federale en regionale autoriteiten. Anders
dan bleek uit de informatie in de vorige verslagperiode ligt dit risico echter niet
louter aan het kritiek uiten op de autoriteiten, maar is het juist de combinatie van
factoren, waarbij uitdrukkelijk de capaciteit om mensen te bereiken een verhoogd risico
geeft voor journalisten om slachtoffer te worden van vervolging.
Voor de risicogroepen geldt dat deze, zodra het nieuwe risicoprofielenbeleid in werking
treedt, gewijzigd zullen worden naar risicoprofielen.
Ten slotte blijkt uit het ambtsbericht dat gedurende de verslagperiode in grote mate
sprake was van conflict gerelateerd seksueel geweld dat ook na het staakt-het-vuren
bleef aanhouden. Volgens de Internationale Commissie van Mensenrechtenexperts hebben
de Ethiopische autoriteiten gefaald de bevolking hiertegen te beschermen. Om die reden
heb ik besloten om aan te nemen dat de autoriteiten in heel Ethiopië geen bescherming
kunnen bieden aan meisjes en vrouwen die een gegronde vrees hebben het slachtoffer
te worden van seksueel geweld.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg