19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 3213 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2024

Op maandag 12 juni jl. hebben de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en Inspectie Justitie en Veiligheid (de «Inspecties») hun rapport over het onderzoek naar het overlijden van een 3 maanden oude baby bij het aanmeldcentrum in Ter Apel gepubliceerd. Op 13 juni jl. heb ik in mijn brief een eerste reactie op het rapport gegeven (Kamerstuk 19 637, nr. 3122). In het rapport concludeert de inspectie dat er op basis van de op het moment van schrijven bekende informatie geen relatie is vast te stellen tussen de verblijfomstandigheden in de sporthal en het overlijden van de baby. Nadien is er over dit incident geen andere conclusie getrokken anders dan dat het een tragisch ongeluk was. Omdat het rapport vooral een beschrijving geeft van de situatie in Ter Apel zal deze brief ook vooral daarop in gaan.

Het onderzoeksrapport van de Inspecties bestaat uit twee rapporten. Een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd naar het overlijden van een baby in augustus 2022 op de COA-locatie in Ter Apel en een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid naar het verloop van de asielopvangcrisis in Ter Apel waarbij een baby ten tijde van zijn overlijden in de sporthal van COA Ter Apel verbleef, die op dat moment werd gebruikt voor de opvang van asielzoekers. In deze brief reageer ik op de beide rapporten en in het bijzonder op het rapport asielopvangcrisis in Ter Apel.

Allereerst bied ik u mijn verontschuldigingen aan dat u niet eerder een reactie heeft ontvangen naar aanleiding van mijn toezegging in mijn brief van 13 juni jl. Het overlijden van de baby betreur ik ten zeerste, en ik wil dan ook opnieuw mijn medeleven en steun uitspreken aan alle nabestaanden en betrokkenen, alsmede aan de medewerkers van het COA, de hulpdiensten en andere asielzoekers en ketenpartners die dit incident van nabij hebben meegemaakt. Het overlijden heeft een diepe indruk op ons allen gehad.

Er zijn sindsdien voortdurend stappen gezet om de situatie in Ter Apel te verbeteren. Toch is de situatie ook in mijn beleving nog altijd voor verbetering vatbaar. U kunt ervan verzekerd zijn dat in gezamenlijkheid een grote inspanning wordt geleverd om de situatie in Ter Apel te blijven verbeteren. Bijvoorbeeld door het COA in staat te stellen te groeien naar een vaste voorraad van 41.000 opvangplekken. Deze plekken kunnen langjarig worden benut en er wordt dus niet meer afgeschaald bij een situatie met een lagere capaciteitsbehoefte. De inspanningen van alle betrokkenen zijn erop gericht om te voorkomen dat asielzoekers de nacht moeten doorbrengen in recreatieruimtes of wachtruimtes in Ter Apel. Samen met het Rode Kruis en Vluchtelingenwerk Nederland is hard gewerkt om de meest basale eisen van opvang te garanderen. Er wordt nachtopvang buiten Ter Apel georganiseerd, zodat een ieder gedurende de nacht kan worden opgevangen en niemand buiten hoeft te slapen.

Op 1 februari 2024 is de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen, ook bekend als de Spreidingswet, in werking getreden (Kamerstuk 36 333).

De invoering van de spreidingswet draagt op termijn bij aan een stabiel, robuust en evenwichtig gespreid opvang landschap over het gehele land. Het is en blijft van groot belang dat er reguliere locaties worden gevonden waar voor langere termijn opvang geboden kan worden. Op deze manier kan Ter Apel blijvend worden ontlast en zijn er voldoende opvangplekken voor allen die daar recht op hebben. Tot die tijd blijven de grote uitdagingen waarover uw Kamer met regelmaat door mij wordt geïnformeerd onverminderd bestaan. Zo sluiten er momenteel een aantal grote locaties en is het helaas de afgelopen dagen, sinds de rechterlijke uitspraak, niet gelukt een bezetting van onder de 2000 te realiseren en daarmee te voldoen aan het bestuursakkoord met Ter Apel.

Ondanks dat het COA, de medeoverheden en overige partijen in de migratieketen hard werken om voldoende opvangplekken te realiseren, moet ik constateren dat de nood nog steeds hoog is. In de afgelopen periode heeft de inspectie naast haar rapport van 12 juni jl. een aantal malen haar zorgen geuit over de situatie in Ter Apel. Ook andere organisaties hebben zich na eigen onderzoek uitgelaten over de situatie ter plekke. Zo is in de week van 27 november jl. Vluchtelingenwerk Nederland samen met het Rode Kruis ter plaatse geweest om een beeld te krijgen van de opvangomstandigheden. De GGD heeft op 3 december jl. samen met de Inspectie van Justitie en Veiligheid op 5 december jl. een (observatie)bezoek gebracht aan de COA-locatie en het IND gebouw aldaar. Dit heeft geresulteerd in brieven van zowel Vluchtelingenwerk Nederland samen met het Rode Kruis als van de Inspectie Justitie en Veiligheid over de actuele situatie.

In reactie op deze zorgen heb ik uw Kamer de afgelopen weken meermaals geïnformeerd over het actuele beeld in de opvang, in het bijzonder in Ter Apel1. Ik wil hier graag nogmaals benadrukken dat in gezamenlijkheid een grote inspanning wordt geleverd om de situatie in Ter Apel te verbeteren. De keten ziet het als taak, de gezondheid en het welzijn van de mensen die in Ter Apel verblijven en de medewerkers van de keten zelf te beschermen en de veiligheid van eenieder te garanderen.

Slotbeschouwing

Ik wil de Inspecties bedanken voor hun aanhoudende betrokkenheid op dit dossier. Ik onderschrijf de noodzaak om in gezamenlijkheid al het nodige te doen om de opvang van asielzoekers te verbeteren en incidenten zoals die in augustus 2022 plaatsvonden te voorkomen.

Ik reken op uw steun om in gezamenlijkheid te komen tot een structurele oplossing voor de opvangproblematiek.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven