Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 januari 2024
Uw Kamer heeft verzocht om een reactie op de rechterlijke uitspraak inzake het kort
geding dat de gemeente Westerwolde heeft aangespannen tegen het COA. Met deze brief
kom ik tegemoet aan dit verzoek.
Op 10 januari jl. diende een kort geding dat de gemeente Westerwolde heeft aangespannen
tegen het COA. In dit kort geding heeft de gemeente geëist dat het COA zich houdt
aan de bestuurlijke afspraken die gemaakt zijn over het maximum op te vangen aantal
asielzoekers op de opvanglocatie in Ter Apel. Op 23 januari jl. heb ik kennisgenomen
van de uitspraak van de rechtbank Groningen. Hierin werd geoordeeld dat het COA binnen
vier weken het aantal personen op de opvanglocatie in Ter Apel, conform de bestuurlijke
afspraken, terug moet brengen tot maximaal tweeduizend personen. Indien het COA hier
geen uitvoering aan geeft, dient zij de gemeente een dwangsom te betalen van 15.000
euro per dag, met een maximum van 1,5 miljoen euro.
Laat ik vooropstellen dat ik de gemeente Westerwolde zeer erkentelijk ben voor het
werk en de inspanningen die zij al vele jaren doet met betrekking tot de opvang van
asielzoekers in Ter Apel. Zoals bekend bij uw Kamer fungeert een deel van de locatie
in Ter Apel als aanmeldcentrum waar mensen die asiel willen aanvragen in Nederland
zich dienen te melden. Vanuit het aanmeldcentrum Ter Apel worden deze mensen, na de
aanmeldprocedure, doorgeplaatst naar overige opvanglocaties in Nederland in afwachting
van de uitkomst van de asielprocedure.
Vanwege de aanhoudende hoge druk op de asielopvang en het grote tekort aan opvangplekken
is het al enige tijd niet gelukt om door middel van deze doorplaatsing het aantal
op te vangen asielzoekers in Ter Apel onder de tweeduizend te krijgen en te houden.
Voor opvangplekken elders in het land is het COA afhankelijk van de medewerking en
instemming van de gemeenten. De invoering van de spreidingswet, die op 23 januari
jl. is aangenomen door de Eerste Kamer, draagt bij aan een stabiel, robuust en evenwichtig
gespreid opvanglandschap over het gehele land.
Hierbij merk ik wel op dat significante effecten van de invoering van deze wet niet
op korte termijn te verwachten zijn. Hoewel alle gemeenten de wettelijke taak krijgen
om asielopvang mogelijk te maken, volgt de concrete invulling van het verdeelbesluit
dat eind 2024 genomen wordt, nadat gemeenten gezamenlijk in provincieverband de asielopgave
invullen. Desalniettemin kunnen gemeenten door het ontstaan van de wettelijke taak
reeds eerder invulling geven aan hun taak.
Tegelijkertijd betekent dit ook dat de opvangopgave de komende tijd onverminderd groot
is. Op dit moment worden daarom alle mogelijke maatregelen onderzocht en uitgevoerd
om Ter Apel te ontlasten én ervoor te zorgen dat eenieder die daar recht op heeft
een bed heeft. Ook elders in het land is de druk op capaciteit enorm en dus betreft
het geen eenvoudige opgave. Inspanningen blijven gericht op het vinden en openen van
nieuwe opvangplekken. Ook worden andere opties bekeken zoals, in overleg met gemeenten,
het uitstellen van gepande sluitingen van locaties. Ook zal het COA intern blijven
bezien hoe de beschikbare opvang plekken optimaal benut kunnen worden, ook als dat
verplaatsingen of verschuivingen van mensen tot gevolg heeft. Ik vraag daar uw begrip
voor. Daarnaast wordt naarstig verder gezocht naar doorstroomlocaties voor statushouders,
zodat zij in afwachting van permanente huisvesting in of nabij de gemeente waar zij
gehuisvest gaan worden kunnen worden opgevangen. Statushouders blijven nu langer dan
gewenst in de opvang en leggen daar te veel beslag op, het is essentieel dat zij tijdig
worden gehuisvest.
Samen met het COA, de medeoverheden en alle andere partijen die bij het opvangvraagstuk
betrokken zijn, zet ik alles op alles om ervoor te zorgen dat Ter Apel wordt ontlast
en dat er daarnaast voldoende plekken zijn om iedereen op te kunnen vangen. Dit is
een loodzware opgave die alleen in gezamenlijkheid met alle betrokken partijen het
hoofd geboden kan worden.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg