Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2023
Op 22 november 2022 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU)1 een belangrijk arrest gewezen dat gevolgen heeft voor het medisch toelatingsbeleid.2 Uit het arrest van het HvJEU volgt dat er geen strikte termijn mag worden gehanteerd
waarbinnen een medische noodsituatie zal ontstaan. Er moet ook rekening worden gehouden
met het feit dat de verslechtering van de gezondheidssituatie geleidelijk kan zijn
en dat de toename van pijn mogelijk pas na een bepaalde tijd aanzienlijk en onherstelbaar
wordt.
Aan vreemdelingen werd tot op heden door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
uitstel van vertrek om medische redenen verleend, indien het Bureau Medische Advisering
van de IND (hierna: BMA) oordeelt dat de vreemdeling naar alle waarschijnlijkheid
bij het uitblijven van de huidige behandeling binnen drie maanden in een medische
noodsituatie zal belanden of vanwege zijn medische situatie niet kan reizen. Voorts
dient de noodzakelijke behandeling niet beschikbaar of feitelijk niet toegankelijk
te zijn in het land van herkomst.
Om het arrest van het HvJEU te implementeren wordt de definitie van de medische noodsituatie
gewijzigd door de in het huidige beleid opgenomen strikte termijn van drie maanden
niet meer te hanteren. Er zal ook een medische noodsituatie worden aangenomen als
vaststaat dat, op basis van de huidige medisch-wetenschappelijke inzichten, een aanzienlijke,
snelle, en onomkeerbare achteruitgang van de gezondheidssituatie kan intreden. Hier
zal een indicatieve termijn van drie tot zes maanden aan gekoppeld worden. De Vreemdelingencirculaire
en het BMA-protocol zullen hierop worden aangepast.
Voorts zal er bij de beoordeling van de aanvraag, conform het huidige beleid in het
kader van de evenredigheidstoets, rekening worden gehouden met aandoeningen waarvan
vaststaat dat deze op langere termijn (na zes maanden) kunnen resulteren in een ernstige
verslechtering van de gezondheidssituatie bij het uitblijven van behandeling. Enkel
in uitzonderlijke situaties zal in deze gevallen echter gebruik worden gemaakt van
het verlenen van uitstel van vertrek.
Het HvJEU heeft daarnaast geoordeeld dat rekening moet worden gehouden met een toename
van pijn bij de beoordeling van een medische noodsituatie. De toename van pijn en
een pijnbehandeling, indien relevant, wordt momenteel al meegenomen bij de beoordeling.
Er is geen aanpassing van het beleid nodig op dit onderdeel.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg