19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 3127 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2023

Op 22 november 2022 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU)1 een belangrijk arrest gewezen dat gevolgen heeft voor het medisch toelatingsbeleid.2 Uit het arrest van het HvJEU volgt dat er geen strikte termijn mag worden gehanteerd waarbinnen een medische noodsituatie zal ontstaan. Er moet ook rekening worden gehouden met het feit dat de verslechtering van de gezondheidssituatie geleidelijk kan zijn en dat de toename van pijn mogelijk pas na een bepaalde tijd aanzienlijk en onherstelbaar wordt.

Aan vreemdelingen werd tot op heden door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) uitstel van vertrek om medische redenen verleend, indien het Bureau Medische Advisering van de IND (hierna: BMA) oordeelt dat de vreemdeling naar alle waarschijnlijkheid bij het uitblijven van de huidige behandeling binnen drie maanden in een medische noodsituatie zal belanden of vanwege zijn medische situatie niet kan reizen. Voorts dient de noodzakelijke behandeling niet beschikbaar of feitelijk niet toegankelijk te zijn in het land van herkomst.

Om het arrest van het HvJEU te implementeren wordt de definitie van de medische noodsituatie gewijzigd door de in het huidige beleid opgenomen strikte termijn van drie maanden niet meer te hanteren. Er zal ook een medische noodsituatie worden aangenomen als vaststaat dat, op basis van de huidige medisch-wetenschappelijke inzichten, een aanzienlijke, snelle, en onomkeerbare achteruitgang van de gezondheidssituatie kan intreden. Hier zal een indicatieve termijn van drie tot zes maanden aan gekoppeld worden. De Vreemdelingencirculaire en het BMA-protocol zullen hierop worden aangepast.

Voorts zal er bij de beoordeling van de aanvraag, conform het huidige beleid in het kader van de evenredigheidstoets, rekening worden gehouden met aandoeningen waarvan vaststaat dat deze op langere termijn (na zes maanden) kunnen resulteren in een ernstige verslechtering van de gezondheidssituatie bij het uitblijven van behandeling. Enkel in uitzonderlijke situaties zal in deze gevallen echter gebruik worden gemaakt van het verlenen van uitstel van vertrek.

Het HvJEU heeft daarnaast geoordeeld dat rekening moet worden gehouden met een toename van pijn bij de beoordeling van een medische noodsituatie. De toename van pijn en een pijnbehandeling, indien relevant, wordt momenteel al meegenomen bij de beoordeling. Er is geen aanpassing van het beleid nodig op dit onderdeel.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Hof van Justitie van de Europese Unie (22 november 2022) ECLI:EU:C:2022:913, maar ook: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (8 juni 2022) ECLI:NL:RVS:2022:1530.

X Noot
2

Zoals beschreven in paragraaf A3/7 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc).

Naar boven