19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 3103 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 mei 2023

Op 31 januari jl. heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken het nieuwe algemeen ambtsbericht over Nigeria gepubliceerd. Het ambtsbericht is een actualisering van het algemene ambtsbericht over Nigeria van maart 2021 en beschrijft de periode van april 2021 tot met december 2022.

Uit het ambtsbericht komt naar voren dat de algemene veiligheidssituatie in Nigeria is verslechterd. Uit de informatie volgt echter niet dat de verslechterde situatie zodanig is dat dit leidt tot een uitzonderlijke situatie in de zin van artikel 15c van de EU-Kwalificatierichtlijn.

De informatie in het ambtsbericht geeft mij aanleiding om een nadere invulling van het beleid door te voeren. Het huidige beleid stelt dat een binnenlands beschermingsalternatief niet aanwezig is voor (minderjarige) vrouwen die vrezen voor (seksuele) geweldpleging en/of genitale verminking, tenzij op grond van individuele omstandigheden geconcludeerd kan worden dat de vreemdeling zich elders in Nigeria kan vestigen. Op basis van het nieuwe ambtsbericht concludeer ik dat het specifiek voor vrouwen zonder beschermend netwerk moeilijk is om zich elders te vestigen. Dit geeft aanleiding te verduidelijken wanneer er (in beginsel) wél een binnenlands beschermingsalternatief aanwezig kan worden geacht te zijn. Deze kan aanwezig worden geacht te zijn wanneer de (minderjarige) vrouw een beschermend netwerk of een beschermende familie heeft om op terug te vallen, zodat zij daarmee niet wordt beschouwd als zijnde alleenstaand.

Het zijn dan dus met name alleenstaande (minderjarige) vrouwen die dit beschermende netwerk of een beschermende familie niet hebben voor wie in beginsel wordt aangenomen dat er géén binnenlands beschermingsalternatief aanwezig is. De Vreemdelingencirculaire wordt hierop aangepast.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven