19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 3096 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2023

Op 23 februari jl. (Kamerstuk 19 637, nr. 3079) heb ik toegezegd om uw Kamer te informeren over de kosten die zijn gemaakt ten behoeve van de nareismaatregel en daarbij ook te kijken naar de opbrengstencomponent. Hierbij kom ik eveneens tegemoet aan een ingediend informatieverzoek hieromtrent.

De nareismaatregel hield in dat nareizigers na een positief besluit maximaal zes maanden dienden te wachten tot zij hun machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) ten behoeve van de reis naar Nederland mochten ophalen, tenzij voor hen voor die tijd geschikte huisvesting beschikbaar was, of tussen indienen van de aanvraag en het besluit al vijftien maanden waren verstrekken. Voor de volledigheid merk ik nogmaals op dat de maatregel tot doel had de opvang te ontlasten. Financiële besparing was geen doel van de maatregel.

Kosten

Het is niet mogelijk om precies te berekenen hoeveel kosten de IND heeft gemaakt om de maatregel te kunnen uitvoeren. Onder de aanname dat de uitvoering per zaak extra tijd kostte en de herstelwerkzaamheden eveneens extra tijd en mankracht hebben gekost, is berekend op hoeveel fte kosten dit bij benadering zou neerkomen.

Andere kosten die bij deze schatting betrokken zijn, zijn de bij benadering gemaakte implementatiekosten, waaronder de werkzaamheden rondom Informatie Voorziening, een implementatiewerkgroep en een aangestelde projectleider.

Met betrekking tot de juridische kosten zijn betrokken: de vergoede proceskosten in bezwaarzaken waarin de maatregel was toegepast en de geschatte extra ingezette procesvertegenwoordiging. Ook de kosten van de inzet en ondersteuning van de landsadvocaat zijn bij deze som opgeteld.

In totaal komt de ruwe schatting voor de kosten van de tijdelijke nareismaatregel voor de IND daarmee, bij benadering, neer op een bedrag van circa € 550.000,–.

Baten

Naast inzicht in de gemaakte kosten hebt u mij gevraagd inzicht te geven in de mogelijke opbrengsten. Omdat de maatregel tot doel had om de acute druk op de opvang tijdelijk te verlichten, wordt voor dit element rekening gehouden met de kosten van de opvang die ten gevolge van de maatregel niet hoefde te worden verleend. Hierbij moet wel het voorbehoud worden meegegeven dat deze besparingskosten zijn gebaseerd op de gemiddelde kosten voor de opvang, in combinatie met een ruwe schatting van het aantal dagen dat de personen die onder de maatregel vielen, gebruik zouden hebben gemaakt van de opvang. Onder die aannames zijn de besparingskosten als volgt opgebouwd.

Sinds de invoering van de maatregel vielen in totaal 1780 personen onder de maatregel. Uit gegevens van de IND blijkt dat aan 570 personen na inwilliging wel een mvv kon worden verstrekt, vermoedelijk omdat in de tussentijd aan hun referent in Nederland een geschikte gezinswoning werd toegewezen of omdat in totaal 15 maanden waren verstreken. Voor de berekening van het totaal aantal personen aan wie opvang zou zijn verleend, indien zij zonder geschikte huisvesting naar Nederland waren gekomen, is gerekend onder de aanname dat alléén de overige 1210 personen zonder de maatregel de COA opvang zouden zijn ingestroomd. Aangezien dit een berekening is op basis van een hypothetisch scenario kan dit aantal ook anders zijn.

Het COA kent verschillende typen opvanglocaties met elk een eigen kostenplaatje. Ter berekening van de bespaarde kosten van opvang zijn de gemiddelde kosten per persoon per dag gehanteerd. Daarnaast is de aanname gehanteerd dat voor de nareizigers plek zou zijn geweest in de reguliere opvang. Indien er in deze periode onvoldoende reguliere opvangcapaciteit beschikbaar zou zijn geweest en er ook een beroep op de (crisis-)noodopvang moest worden gedaan, dan zouden deze niet gemaakte kosten hoger liggen.

De nareismaatregel werd sinds 3 oktober 2022 uitgevoerd. Op 11 januari 2023 werd de maatregel tijdelijk geschorst in afwachting van een eindoordeel van de Afdeling. Sindsdien werd de maatregel tot afschaffing op 9 februari 2023 niet meer toegepast. In totaal duurde de maatregel daarmee feitelijk 101 dagen. Deze aantallen zouden gehanteerd kunnen worden, ware het niet dat het onwaarschijnlijk is dat alle nareizigers binnen 1 dag na het positieve besluit Nederland zouden zijn ingereisd. Het is niet mogelijk om met terugwerkende kracht precies te berekenen hoeveel dagen opvang nodig zou zijn geweest voor hoeveel nareizigers. Op basis van inreis prognoses van nareizigers ten tijde van invoering van de maatregel kan de aanname worden gehanteerd dat zonder de maatregel van de genoemde 1210 personen zo'n 400 personen zouden zijn ingereisd in de periode van oktober 2022 tot en met januari 2023.

Zouden zij vanaf oktober opvang nodig hebben gehad, dan komt het totaal aan vermeden kosten voor opvang van nareizigers op ongeveer € 3.000.000.

Deze som is gebaseerd op verschillende gemiddelden. Het valt niet met zekerheid te stellen dat dit het daadwerkelijk bespaarde bedrag is.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven