Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2022
In mijn brief aan uw Kamer van 4 november jl.1, deelde ik een eerste analyse over het inwilligingspercentage bij asielaanvragen
in Nederland. Die analyse op basis van Eurostat-gegevens, liet zien dat Nederland
een hoger inwilligingspercentage kent dan de EU-27 als geheel en dan vergelijkbare
EU-lidstaten. Ik gaf aan – gezien het belang van het vraagstuk – een nader onderzoek
op dit punt van belang te achten, en daarbij ook de wijze van totstandkoming en uitvoering
van het landgebonden asielbeleid secuur tegen het licht te houden en de praktijk van
vergelijkbare lidstaten te betrekken.
Daarnaast werd naar aanleiding van het wetgevingsoverleg van 14 november jl. (Kamerstuk
36 200 VI, nr. 107) een motie2 van het lid Brekelmans aangenomen. Die motie verzoekt de regering vóór het kerstreces
een analyse van de oorzaken voor uiteenlopende inwilligingspercentages naar de Kamer
te sturen, tussentijdse inzichten zo snel mogelijk met de Kamer te delen, en daarbij
beleidsopties aan te dragen om de verschillen in inwilligingspercentages te reduceren.
Met deze brief informeer ik uw Kamer, conform uw verzoek, over de voortgang van de
analyse en de Europese vergelijking met betrekking tot de hoge inwilligingspercentages
en de wijze van totstandkoming en de uitvoering van het landgebonden asielbeleid.
Voor een zorgvuldige analyse zijn kwalitatieve en kwantitatieve gegevens nodig over
de nationale praktijk en de praktijk in andere lidstaten. Voor de benodigde informatie
zijn via verschillende kanalen verzoeken uitgegaan. Ik verwacht in de komende weken
over de relevante informatie te zullen beschikken.
Ik hecht er veel waarde aan om de informatie zorgvuldig en in samenhang te duiden
en in afstemming met betrokken organisaties en ministeries tot de analyse en mogelijke
vervolgstappen te komen.
Ik verwacht uw Kamer hier begin 2023 nader over te kunnen informeren.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg