19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2903 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2022

Hierbij bied ik u het rapport «Incidenten en misdrijven door COA-bewoners 2017–2021» aan1. Dit rapport heeft als doel om overlast en criminaliteit door asielzoekers zo duidelijk mogelijk in beeld te brengen.

Dit rapport is de eerste editie onder verantwoordelijkheid van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) en beslaat de rapportageperiode 2017–2021. Tot en met 2020 werd deze publicatie verzorgd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid in samenwerking met betrokken partijen uit de migratie- en strafrechtketen. Om de onafhankelijkheid van de rapportage te garanderen en deze te voorzien van een wetenschappelijke basis, heb ik het WODC verzocht het overzicht op te stellen. Vanaf deze editie zal het WODC de rapportage jaarlijks uitbrengen.

Met deze brief kom ik tevens tegemoet aan het verzoek van het Kamerlid Markuszower in het ordedebat van 24 mei jl. om de Kamer voor het Commissiedebat te informeren middels een brief over overlast op azc’s (Handelingen II 2021/22, nr. 83, Regeling van Werkzaamheden).

Wijzigingen methodiek

Deze en toekomstige edities zullen zoveel mogelijk van jaar tot jaar vergelijkbaar zijn. Door een rapportageperiode van vijf jaar aan te houden, wordt in deze editie al inzicht gegeven in de meerjarige ontwikkeling van zowel incidenten als misdrijven door COA-bewoners.

Van belang is op te merken dat de methodiek die het WODC heeft gehanteerd voor het samenstellen van het rapport gewijzigd is ten opzichte van voorgaande edities die door het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn opgesteld. De in dit WODC-rapport gerapporteerde cijfers over de rapportageperiode 2017–2021 zijn van jaar tot jaar vergelijkbaar, omdat de gewijzigde methodiek is toegepast op de gehele rapportageperiode. Vanwege de gewijzigde methodiek kunnen de cijfers echter niet één-op-één worden vergeleken met de Incidentenoverzichten uit voorgaande jaren.

Zo is de doelgroep van het onderhavige rapport nu beperkt gebleven tot mensen die tussen 1 januari 2017 en 31 december 2021 op een COA-locatie verbleven en zijn sommige opvangtypes (bijvoorbeeld die onder verantwoordelijkheid van gemeenten vallen) buiten beschouwing gelaten. Mede daardoor is de doelgroep van dit rapport verder afgebakend, wat ertoe leidt dat de cijfers in deze editie over het algemeen lager uitkomen dan in eerdere edities.

Verder is in dit rapport gekeken naar incidenten en misdrijven waarbij de betrokken vreemdeling binnen de doelgroep viel op het moment dat het incident plaatsvond. Incidenten en misdrijven door personen die ten tijde van het incident al enige tijd niet op een opvang zaten of zich net tussen opvangvormen bevonden, zijn dus niet meegenomen.

In tegenstelling tot voorgaande edities zijn overtredingen van de COA-huisregels niet meegenomen. Hier is voornamelijk voor gekozen om inhoudelijke redenen, omdat het in deze categorie ook gaat om incidenten die niet aanwijsbaar strafbaar of overlastgevend zijn (denk aan schoonmaakregels of roken in binnenruimtes). Het aantal gerapporteerde incidenten is daarom aanzienlijk lager dan in eerdere edities.

Voor het in beeld brengen van de afdoening van misdrijven door het OM en de rechter zijn strafzaken geteld. In eerdere edities zijn feiten geteld. Ook is voor het tellen van de afdoeningen van misdrijven een andere methode gebruikt. Daarom zijn de cijfers uit onderhavig rapport niet zondermeer vergelijkbaar met cijfers uit voorgaande edities.

Voorts wil ik (blijven) benadrukken dat bij het incidentenoverzicht rekening moet worden gehouden met de beperkingen in de cijfers. Voor alle data die zijn gebruikt voor het samenstellen van de cijfers die in het overzicht zijn opgenomen, geldt dat deze worden geregistreerd ten behoeve van de operationele werkprocessen van de ketenpartners in de strafrecht- en migratieketen en niet (primair) voor rapportagedoeleinden.

De gehanteerde definities, en de overwegingen die tot bovenstaande keuzes van het WODC hebben geleid, worden uitgebreid beschreven in de methodologische verantwoording in de bijlage van het rapport. Het rapport biedt waardevolle aanknopingspunten voor vervolgonderzoek. Voor einde van dit jaar zal een duidingsonderzoek worden uitgevoerd naar aanleiding van het incidentenoverzicht.

Inhoudelijke bevindingen

In de rapportage wordt een onderscheid gemaakt tussen:

  • Incidenten geregistreerd op de COA-locaties en COA-maatregelen die opgelegd zijn. Hierbij hoeft het dus niet te gaan over strafrechtelijke overtredingen.

  • Registraties van verdachten van misdrijven in de politiesystemen (strafrechtelijke verdenkingen n.a.v. misdrijven) en de afgedane misdrijfzaken van het OM en de Rechtspraak.

Uit de rapportage blijkt dat het aantal geregistreerde incidenten en misdrijven in 2021 licht is afgenomen, terwijl het aantal asielzoekers is gestegen.

In 2021 verbleven 66.000 unieke vreemdelingen voor enige tijd op een COA-locatie. Van de 66.000 unieke vreemdelingen die in 2021 op een COA-locatie verbleven, is een klein deel (respectievelijk 6% en 3%) betrokken geweest bij een incident of verdacht van een misdrijf. Zowel ten aanzien van incidenten als misdrijven geldt dat mannen tussen de 18 en 29 jaar oververtegenwoordigd zijn.

In totaal registreerde COA in 2021 5.920 incidenten waarbij sprake was van verbale suïcidedreiging, zelfdestructieve acties of fysieke, verbale en non-verbale agressie en geweld. Dit is een afname ten opzichte van een jaar eerder (6.340). Die afname is opvallend, omdat het aantal unieke vreemdelingen dat werd opgevangen in die periode toenam met 38%.

Het totale aantal maatregelen dat werd opgelegd door het COA is sinds 2017 sterk toegenomen (van 2.210 in 2017 naar 3.810 in 2021). Daaronder begrepen zijn ook alternatieve maatregelen, die overwegend preventief van aard zijn om verdere overlast te voorkomen. Deze categorie is in de rapportageperiode met 80 procent gestegen, relatief meer dan de stijging van het aantal unieke personen op COA-locaties in die periode (6%).

In 2021 legde de politie 3.990 registraties van verdachten van misdrijven vast waarbij de verdachte op het moment van het plegen van het misdrijf op een COA-locatie verbleef. Dit aantal ligt lager dan een jaar eerder (4.505) terwijl de bezetting van COA-locaties in diezelfde periode sterk toenam.

Het meest voorkomende type misdrijf waar COA-bewoners van verdacht worden, is vermogensmisdrijven (73%) waarbij het overwegend gaat om diefstal/verduistering en inbraak. Dit aandeel is hoger dan voor de algemene Nederlandse bevolking (35%) terwijl het aandeel geregistreerde verdachten van geweldsmisdrijven onder COA-bewoners juist relatief laag ligt (13% t.o.v. 20% voor de Nederlandse bevolking).

Bij 70 van de 3.990 geregistreerde verdachten van misdrijven in 2021, gaat het om de categorie «Overige misdrijven Wetboek van Strafrecht». Daaronder zijn begrepen alle misdrijven die niet vallen onder de categorieën geweldsmisdrijven, vermogensmisdrijven, vernieling en openbare orde. Navraag bij het WODC leert dat deze misdrijven in onderhavige rapportageperiode allen betrekking hadden op belediging.

In 2021 werden 2.830 zaken afgedaan door het OM waarbij de verdachte woonachtig was op een COA-locatie ten tijde van het misdrijf. In de meerderheid van deze zaken (71%) werd besloten om te dagvaarden. Door de rechter in eerste aanleg werden in 2021 1.615 misdrijfzaken afgehandeld. In 94 procent van de gevallen ging het daarbij om een schuldigverklaring.

Er is geen een-op-een relatie tussen het aantal door de politie geregistreerde verdachten in een jaar en het aantal door het OM en de Rechtspraak afgedane zaken in datzelfde jaar, omdat zaken niet noodzakelijkerwijs binnen het jaar waarin het misdrijf gepleegd werd, worden afgedaan.

Maatregelen

Zoals ik eerder heb aangegeven is een stevige, integrale aanpak van overlastgevende en criminele vreemdelingen voor mij een absolute prioriteit. Een lichte daling van het aantal geregistreerde incidenten en misdrijven in 2021 doet daar niets aan af.

In 2021 is de integrale aanpak geïntensiveerd in samenwerking met de verschillende partners, waaronder de ministeries van OCW, VWS en IenW, gemeenten en vervoerders. Bestaande maatregelen tegen overlast zijn in 2021 voortgezet, zoals de toolbox waarin een breed palet aan maatregelen is gebundeld, de inzet van de ketenmariniers, het beschikbaar stellen van de specifieke uitkering (SPUK) voor gemeenten om lokale maatregelen tegen overlast door asielzoekers buiten de (COA-) opvang te financieren en de inzet van de pendelbus tussen het station Emmen en het aanmeldcentrum in Ter Apel.

In 2022 bouwen wij voort op de samenwerking en de bestaande maatregelen bij de aanpak overlast en breiden we deze waar nodig en mogelijk verder uit. U ontvangt daartoe nog voor het zomerreces van mij een brief met aanvullende acties en maatregelen ter voorkoming en aanpak van overlast en criminaliteit.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven