19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2827 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2022

Met deze brief informeer ik u over een wijziging in het landenbeleid voor Somalië1. Op 21 december jl. heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken het algemeen ambtsbericht (AAB) uitgebracht dat de situatie beschrijft in Somalië voor de periode van april 2020 tot en met november 2021.

In vergelijking met het vorige ambtsbericht, dat de periode besloeg van maart 2019 tot en met maart 2020, blijkt dat de veiligheidssituatie in Somalië in algemene zin niet wezenlijk in positieve dan wel negatieve zin is veranderd. De informatie in het ambtsbericht is voor mij wel aanleiding geweest om het beleid op enkele punten te wijzigen.

Ten aanzien van de risicogroepen voor Zuid- en Centraal Somalië zal ik de drie groepen «overheidsfunctionarissen,» «personen werkzaam voor internationale organisaties of internationale delegaties» en «personen die er door Al-Shabaab van worden verdacht te spioneren voor de overheid», zoals in het huidige beleid op basis van de vorige ambtsberichten is vastgesteld, samenvoegen en verbreden tot «personen die werken bij, of door Al-Shabaab geassocieerd worden met, de overheid, AMISOM of andere internationale actoren».

Daarnaast zal de huidige risicogroep »leiders van clans die de regering steunen» gelet op de actuele landeninformatie in het genoemde AAB gewijzigd worden naar «leiders van clans die de regering of verkiezingen (onder)steunen of andere vooraanstaande personen in Somalië met groot publiek bereik en die zich openlijk uitspreken tegen Al-Shabaab».

Algemene veiligheidssituatie

Tijdens de verslagperiode waren in heel Somalië politieke spanningen, waarbij het soms tot gewelddadigheden kwam. Deze spanningen en gewelddadigheden vonden vooral hun oorzaak in de problemen rond de telkens uitgestelde verkiezingen. Er waren regelmatig perioden van onrust waarbij onder andere clans betrokken waren. Dit tegen de achtergrond van de aanhoudende slagkracht van Al-Shabaab, de groepering die controle bleef uitoefenen over grote delen van Centraal- en Zuid-Somalië.

De huidige veiligheidssituatie met name in Zuid- en Centraal-Somalië wordt nog steeds gekenmerkt door gewapende conflicten tussen AMISOM/SNAF en geallieerde troepen enerzijds en Al-Shabaab anderzijds. De veiligheidssituatie wordt bovendien ook beïnvloed door droogte, overstromingen, conflicten over land en geweld tussen clans. Al-Shabaab behoudt nog steeds de controle over aanzienlijke delen van het grondgebied in het zuiden en in het midden van het land en de (bevoorradings)routes tussen bepaalde steden. Al-Shabaab geeft daarnaast nog steeds prioriteit aan het uitvoeren van asymmetrische oorlogsvoering bij aanslagen. Het betreft een groot aantal aanslagen, zowel op militaire doelen als op niet-militaire doelen. Aanslagen van Al-Shabaab richten zich niet specifiek op burgers. De aanslagen hebben vooral tot doel hooggeplaatste figuren in de Somalische samenleving te treffen. Vaak zijn burgers echter ook slachtoffer van deze aanslagen, alhoewel zij dus niet het doelwit zijn. Hotels en restaurants waar regerings- en veiligheidspersoneel samenkomen vormen vaak het doelwit van aanslagen. Vanwege de aanwezigheid van overheidsinstanties en internationale organisaties is Mogadishu een gewild doelwit van Al-Shabaab. Hoewel de veiligheidssituatie met name in Zuid- en Centraal-Somalië volatiel en onvoorspelbaar is, is er geen aanleiding om aan te nemen dat er in Somalië sprake is van een situatie zoals bedoeld artikel 15c van de Kwalificatierichtlijn2 waarbij een ieder door zijn enkele aanwezigheid al een risico loopt op ernstige schade. Hierom wordt het huidige beleid op dit punt dan ook niet gewijzigd.

Risicogroepen

Het ambtsbericht is voor mij aanleiding geweest om het risicogroepenbeleid ten aanzien van Zuid- en Centraal-Somalië te wijzigen. Uit de beschrijving in het ambtsbericht blijkt ten eerste dat niet enkel de mensen die geassocieerd worden met spionage voor de Somalische overheid, maar eigenlijk allen die met de overheid dan wel internationale actoren worden geassocieerd, risico lopen om doelwit te worden van Al-Shabaab. Al-Shabaab bedreigde mensen die zij op een of andere manier associeert met de Somalische overheid, AMISOM en internationale organisaties, ongeacht de plaats waar zij wonen. Burgers kunnen worden gestraft of zelfs gedood indien zij werkzaamheden uitvoeren voor de overheid, internationale actoren of het leger.

Ten tweede lopen niet alleen de leiders van de verschillende clans die de regering steunen een risico door Al-Shabaab, maar ook de clanoudsten die betrokken zijn bij het kiezen van federale parlementsleden.

In het AAB is verder opgenomen dat alle vooraanstaande figuren in Somalië met groot publiek bereik en die zich openlijk uitspreken tegen Al-Shabaab, het risico lopen slachtoffer te worden van Al-Shabaab. Dit kunnen ook religieuze leiders zijn. Derhalve heb ik besloten om de huidige risicogroep »leiders van clans die de regering steunen» te verbreden door deze te wijzigen naar «leiders van clans die de regering of verkiezingen (onder)steunen of andere vooraanstaande personen in Somalië met groot publiek bereik die zich openlijk uitspreken tegen Al-Shabaab».

Adequate opvang

Ten aanzien van de adequate opvang voor minderjarigen biedt het huidige ambtsbericht geen nieuwe informatie ten opzichte van het vorige ambtsbericht. Het is evenwel van belang dat de aanwezigheid van opvang in een land niet categorisch wordt uitgesloten. Dit geeft de gelegenheid om onderzoek in individuele zaken te verrichten. Om deze reden heb ik besloten om ten aanzien van adequate opvang in het beleid toe te voegen dat in een voorkomend geval – na onderzoek – kan worden vastgesteld dat adequate opvang beschikbaar is en kan worden gerealiseerd.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Richtlijn 2011/95/EU van 13 december 2011

Naar boven