19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2724 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 april 2021

In lijn met de door uw Kamer aangenomen motie van de leden Moorlag en Jasper van Dijk1, heb ik toegezegd maandelijks te informeren over de voortgang van het wegwerken van de achterstanden bij de IND en de stand van zaken van het behandelen van asielaanvragen ingediend na 1 april 2020. Vandaag zijn de cijfers na afsluiting van de maand maart op de website2 van de IND gepubliceerd. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de huidige stand van zaken bij de Taskforce en IND en de planning voor de komende maanden.

Stand van zaken Taskforcezaken

Het is uw Kamer bekend dat per 1 april 2020 een Taskforce is ingesteld om de achterstanden bij de IND weg te werken. De Taskforce heeft de opdracht gekregen om alle eerste asielaanvragen van voor 1 april 2020 projectmatig af te handelen, dit waren 15.350 zaken. Gaandeweg het afhandelen van deze zaken is ervoor gekozen om de komende maanden zoveel mogelijk zaken beslisklaar te maken, zodat medio 2021 in de zaken van de Taskforce is beslist en betrokkenen duidelijkheid hebben over hun aanvraag.

Daarbij vormen zorgvuldigheid, veiligheid en uitvoerbaarheid van het asielproces de ijkpunten en signalen daarover neem ik steeds serieus. Zodra de Taskforce de werkzaamheden heeft afgerond, zal ik deze evalueren. Op basis van deze evaluatie wordt bezien welke lessen hieruit voor de staande IND-organisatie kunnen worden getrokken.

Maandelijks publiceer ik de cijfers over de voortgang van het afhandelen van de asielaanvragen van de Takforce en de IND op de website van de IND. Daar is te lezen dat de Taskforce op 31 maart 2021 10.270 zaken heeft afgedaan. Voor een goed beeld van de voortgang moet niet alleen worden gekeken naar het aantal beslissingen op asielaanvragen in de achterliggende maanden, ten einde deze te extrapoleren, maar ook naar de planning van de aanvragen die zich nog binnen het asielproces3 bevinden. Deze planning licht ik hieronder toe.

De resterende zaken kunnen worden onderverdeeld in een aantal cohorten.

Het grootste cohort van circa 1.500 zaken bestaat uit aanvragen waarbij inmiddels het eerste en het nader gehoor heeft plaatsgevonden. Ook zijn de asielmotieven uitgevraagd en waar nodig nader onderzocht. Dat betekent dat in deze dossiers in principe de benodigde informatie beschikbaar is om het asielverzoek te beoordelen en tot een beslissing te komen. In de planning is deze beoordeling en besluitvorming deels voorzien in april en voor het grootste deel in mei en juni.

Tevens is er een cohort van circa 1.000 aanvragen waarvoor behandeling over het geheel genomen in de algemene asielprocedure is voorzien.

De behandeling van deze zaken zal deels in april maar voornamelijk in mei plaatsvinden. Aanvragen in dit cohort, waarvoor aanvullende activiteiten nodig blijken te zijn, kunnen in juni verder voortgezet worden zodat uiterlijk medio dit jaar beslist kan worden in deze zaken.

Daarnaast is er een cohort van circa 1.300 aanvragen die zijn doorgestroomd naar de verlengde asielprocedure omdat er bijvoorbeeld nog (aanvullend) gehoord dient te worden. Deze gehoren zijn voorzien in de maanden april en mei zodat besluitvorming, inclusief eventuele stappen als voornemens en zienswijzen, uiterlijk medio dit jaar kan plaatsvinden.

Een laatste cohort van aanvragen, dat onderdeel is van de totale resterende voorraad van de Taskforce, bestaat uit aanvragen van kinderen uit gezinnen die veelal geen eigen asielmotieven naar voren hebben gebracht en van wie de beslissingen in de regel meelopen in de procedure van de ouders. Het gaat om circa 1.000 aanvragen. Zodra er een beslissing is genomen in de asielprocedure van de ouders worden deze automatisch meegenomen.

In de achterliggende maanden en in de komende weken is veel van de inzet gericht op het beslisklaar maken van de dossiers. Deels zal dat in april leiden tot besluiten, maar, voor alle helderheid, voor het grootste deel zal in mei en juni een besluit volgen op de aanvragen binnen de hierboven beschreven cohorten. Zoals bekend is het streven erop gericht om de zaken van de Taskforce medio 2021 af te ronden.

Buiten de beschreven cohorten is er bij ruim 100 asielzoekers een niet- of beperkt beïnvloedbare langdurige beslisbelemmering vastgesteld. Het gaat om verschillende redenen die niet eenvoudig op korte termijn door de IND kunnen worden weggenomen waardoor er in die zaken nog niet beslist kan worden.

Het betreft hier een variëteit aan redenen, waaronder aanvragers die te ziek zijn om te worden gehoord, aanvragen die wachten op een medisch advies, zaken waarin een onderzoek in het buitenland moet worden afgewacht of zaken waarin de uitkomst van een andere juridische procedure moet worden afgewacht die verband houdt met de aanvraag. De IND stelt alles in het werk om deze belemmeringen zoveel als mogelijk in de komende maanden weg te nemen en tot een beslissing te komen, zonder afbreuk te doen aan de vereiste zorgvuldigheid.

Ik houd er evenwel rekening mee dat dit niet in iedere procedure zal lukken. Omdat deze personen deel uit kunnen maken van een gezin (met kinderen) kan dat ertoe leiden dat hierdoor een beslissing op de aanvraag van deze gezinsleden niet mogelijk is. In totaal gaat het naar verwachting om circa 300 personen. Daarnaast is de verwachting dat bij de behandeling van de resterende zaken van de Taskforce ook nieuwe niet- of beperkt beïnvloedbare langdurige beslisbelemmeringen blijken. Het genoemde aantal kan daardoor nog oplopen. Zodra de belemmering kan worden weggenomen wordt de aanvraag afgedaan.

Stand van zaken doorlooptijden eerste asielaanvragen na 1 april 2020

Gerekend vanaf 1 april 2020 zijn er 11.850 eerste asielaanvragen ingediend.

Deze aanvragen worden nu afgehandeld binnen de reguliere asielprocedure. Van deze aanvragen heeft de IND op 1 april jl. 6.850 zaken afgedaan.

De voorraad openstaande asielaanvragen van na 1 april 2020 waarvan de wettelijke termijn verstreken is, was op 1 april jl. 870 zaken. Ten opzichte van vorige maand is dat een stijging van 290 zaken. Eén van de oorzaken van de stijging is dat ook in de nieuwe voorraad een aantal zaken zit waarbij een beslisbelemmering, zoals hiervoor beschreven, bestaat om tijdig te beslissen. Zodra de belemmering is opgeheven wordt de zaak afgedaan. Een andere oorzaak is de prioritaire inzet van medewerkers van de IND op het afhandelen van zaken in de oude voorraad van de Taskforce.

De zaken die over de beslistermijn (dreigen te) gaan en waarbij geen belemmering bestaat worden met prioriteit in behandeling genomen, dat geldt ook de komende periode.

Daarbij worden eerst de zaken van de Taskforce afgedaan, waarna zo spoedig mogelijk ook beslist wordt op de openstaande asielaanvragen van na 1 april 2020. Om dit voortvarend te kunnen doen zal de IND na afronding van de zaken van de Taskforce een flexibele schil aan besliscapaciteit aanhouden. Op basis van bovenstaande benadering en behoudens onvoorziene omstandigheden zal de voorraad van de Taskforce medio 2021 zijn afgedaan, met een voorbehoud ten aanzien van de zaken waarin een beslisbelemmering bestaat.

De komende periode blijf ik maandelijks de cijfers over de voortgang van het wegwerken van de voorraad bij de Taskforce en IND publiceren op de website van de IND. Voorafgaand aan het zomerreces zal ik uw Kamer opnieuw informeren over de stand van zaken van dat moment.

Ik realiseer me dat de IND, de Taskforce en alle betrokken partners de komende maanden nog een majeure opgave wacht. Ook de komende tijd blijft mijn prioriteit en inzet onverkort om te zorgen dat de achterstanden bij de IND worden opgelost zodat vreemdelingen weer tijdig de duidelijkheid geboden wordt waar ze recht op hebben.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven