19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2686 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2020

Tijdens het notaoverleg voor de JBZ Raad d.d. 6 oktober jl. (Kamerstuk 32 317, nr. 638) heb ik uw Kamer toegezegd nader te onderzoeken hoe een onjuist opgegeven leeftijd mee kan wegen in de geloofwaardigheidsbeoordeling van het asielrelaas. Daarnaast is op 30 november jl. een signalering van de ACVZ uitgebracht aangaande de werkwijze rondom leeftijdsbepaling. Middels deze brief informeer ik u ook daarover.

Alle ongedocumenteerde alleenstaande vreemdelingen die asiel aanvragen en stellen minderjarig te zijn, worden bij aankomst in Nederland geschouwd. In de aanmeldfase verzamelt de IND op meerdere manieren zoveel mogelijk informatie die een indicatie vormt over de aannemelijkheid van de opgegeven leeftijd. Indien nodig wordt ook een vervolgonderzoek naar de leeftijd ingesteld, om zo zorgvuldig mogelijk tot de leeftijd te komen waarmee de vreemdeling uiteindelijk zal worden geregistreerd en mogelijke fraude zoveel mogelijk tegen te gaan. Indien er sprake is van een eerdere registratie in een andere lidstaat, dan wordt die leeftijd in principe overgenomen.

De IND kan tot het oordeel komen dat er sprake is van meerderjarigheid, terwijl de vreemdeling heeft aangegeven minderjarig te zijn. Ik acht het zeer onwenselijk dat asielzoekers zich ten onrechte uitgeven als minderjarigen, omdat van alle asielzoekers in Nederland eerlijkheid wordt verlangd en berichtgeving over voornoemde het draagvlak voor asielzoekers ondermijnt.

De leeftijdsschouw en het medisch leeftijdsonderzoek dienen dit zoveel mogelijk tegen te gaan. Het is belangrijk dat aan de conclusies, die dankzij deze instrumenten kunnen worden getrokken, consequenties verbonden zijn. De asielprocedure wordt vervolgd wanneer het onderzoek naar de leeftijd is afgerond. Zodoende is het mogelijk om, indien een asielzoeker zich ten onrechte heeft voorgedaan als minderjarige, de onjuist opgegeven leeftijd als valse verklaring te betrekken bij de beoordeling van de asielaanvraag.

Dat een vreemdeling onjuiste informatie heeft verstrekt over de identiteit, wordt betrokken in de integrale geloofwaardigheidsbeoordeling. Het asielrelaas kan daardoor in algemene zin in een ander perspectief komen te staan. Een onjuist opgegeven leeftijd dient altijd te worden meegenomen bij de beoordeling van de geloofwaardigheid. Bovengenoemde werkwijze is daarom nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van de medewerkers. Het is echter wel afhankelijk van de omstandigheden van het geval welke rol de onjuist opgegeven leeftijd in de asielbeoordeling speelt. Ook ingeval van voorgewende minderjarigheid staat een individuele beoordeling van de merites van het asielrelaas voorop en kan bescherming in Nederland nog altijd aan de orde zijn.

Signalering ACVZ

Ook de ACVZ benadrukt in haar signalering het belang van een zorgvuldige procedure aangaande de leeftijdsbepaling. Ik ben de ACVZ erkentelijk voor het verrichte onderzoek naar dit belangrijke onderdeel van de asielprocedure, maar onderschrijf niet elk van de conclusies. De ACVZ is van mening dat het gewicht dat wordt toegekend aan de registratie van de vreemdeling in een andere lidstaat, ook in het nadeel van de betreffende vreemdeling kan werken en is kritisch op de rol van het interstatelijk vertrouwensbeginsel in de huidige werkwijze.

Het uitgangspunt van de werkwijze rondom leeftijdsbepaling is echter, dat het in eerste instantie aan de vreemdeling zelf is om zijn of haar identiteit aan te tonen. Indien de vreemdeling dat niet door middel van officiële documenten kan doen, wordt hij toch als minderjarige geregistreerd als uit de leeftijdsschouw evidente minderjarigheid volgt. Mocht er twijfel bestaan over de gestelde minderjarigheid, dan komt de IND de vreemdeling verder in zijn bewijslast tegemoet, door meer onderzoek uit te voeren. Daar behoort ook onderzoek naar de door de vreemdeling opgegeven leeftijd in de andere lidstaat toe. Indien de vreemdeling aangeeft dat die leeftijd onjuist is, is het uitgangspunt dat het aan hem is aannemelijk te maken dat de in de betreffende lidstaat geregistreerde meerderjarigheid onjuist is.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven