Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2020
In het Algemeen Overleg over vreemdelingen- en asielbeleid van 24 september jongstleden
(Kamerstuk 19 637, nr. 2665) is gesproken over de voortgang van de Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen (LVV’s).
Uw Kamer heeft in dit overleg verzocht om een terugkoppeling van mijn gesprek met
de gemeentebestuurders over de LVV-pilots op 4 november jongstleden.
De terugkoppeling ontvangt u hierbij. De gemeentelijke delegatie in het overleg bestond
uit de burgemeester van Tilburg in zijn rol als VNG-bestuurder, en de voor de LVV-pilots
verantwoordelijke wethouders van Amsterdam, Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Utrecht.
Het gesprek met de gemeentebestuurders verliep constructief. Er is wederzijds begrip
en de samenwerking ontwikkelt zich verder in positieve zin.
Tijdens het bestuurlijk overleg is er gesproken over het vervolg van de LVV-pilots,
over het ontwikkelen van een landelijk dekkend netwerk en over het oplossen van complexe
casuïstiek. Ten aanzien van het vervolg is tussen de bestuurders afgesproken dat mogelijke
vervolgstappen verder worden verkend en voorbereid. In februari 2021 zal hier vervolgens
op basis van de tussentijdse effectevaluatie van het WODC een besluit over worden
genomen.
Voor wat betreft het ontwikkelen van een landelijk dekkend netwerk van LVV’s is afgesproken
dat verscheidene scenario’s worden uitgewerkt. Hierbij wordt in ieder geval aandacht
gegeven aan bestaande regionale samenwerkingsverbanden en uitvoerbaarheid. Tot slot
is gesproken over complexe casuïstiek in de pilot-LVV’s.
Hierover is afgesproken om, naast de analyse van zaken die met gebruik van de LVV-werkwijze
niet tot een oplossing hebben kunnen leiden, gaandeweg een analyse toe te voegen over
rode draden in de LVV-casuïstiek.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol