19 637 Vreemdelingenbeleid

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 2605 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2020

Bij brieven van 15 en 20 maart jl. en 9 en 23 april jl.1 is uw Kamer geïnformeerd over een aantal maatregelen dat is genomen in de migratieketen vanwege het coronavirus. Voorts heb ik op 17 april jl.2 antwoord gegeven op de vragen van de leden van de fracties van uw Kamer die voortkwamen uit het schriftelijk overleg en ben ik nader ingegaan op de uitwerking van de noodzakelijke maatregelen in de asielketen met betrekking tot het coronavirus.

Zoals ik uw Kamer in vorengenoemde communicatie heb medegedeeld, leiden de maatregelen ertoe dat veel processen binnen de IND dermate worden geraakt dat de voortgang van de behandeling van aanvragen van vreemdelingen in ernstige mate wordt belemmerd. Daarbij is op dit moment onduidelijk wanneer de situatie weer zal normaliseren en in welke mate sprake zal zijn van het doorwerken van de gevolgen van het coronavirus in de periode daarna.

De Europese Commissie heeft in de op 16 april 2020 gepubliceerde richtsnoeren3 aangegeven dat lidstaten de beslistermijn voor asielzaken vanwege het coronavirus kunnen verlengen met ten hoogste 9 maanden. Met deze brief informeer ik u over mijn besluit om op grond hiervan de beslistermijnen van de asielprocedures met een termijn van zes maanden te verlengen. De verlenging van de beslistermijnen, die ook van toepassing is op opvolgende asielaanvragen, zal enkel plaatsvinden in zaken waarbij de wettelijke beslistermijn nog niet is verstreken en zal zo spoedig mogelijk door middel van publicatie in de Staatscourant generiek worden ingevoerd. Vanzelfsprekend is en blijft het streven van de IND om in asielprocedures zo snel als mogelijk te beslissen.

Voor asielzaken geldt een wettelijke beslistermijn van 6 maanden. Deze termijn komt voort uit de Procedurerichtlijn (2013/32/EU) en is ook in artikel 42, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw) vastgelegd. Vanwege de genomen maatregelen in verband met het coronavirus ondervinden de lidstaten problemen om binnen de termijn van 6 maanden te kunnen beslissen. De Europese Commissie heeft in de hiervoor genoemde richtsnoeren aangegeven dat lidstaten de beslistermijn voor asielzaken kunnen verlengen. De Procedurerichtlijn kent geen specifieke bepaling die een verlenging voorziet van de beslistermijn op basis van de huidige crisis. De Europese Commissie stelt echter dat de Unie-wetgever de huidige situatie niet heeft kunnen voorzien en dat de coronamaatregelen dezelfde impact hebben als moeilijkheden die zich voordoen wanneer een groot aantal personen tegelijk een verzoek indient, hetgeen wel een grond is voor verlenging van de beslistermijn.

Op grond van deze redenering kan de wettelijke beslistermijn voor asielzaken op grond van artikel 42, vierde lid, Vw met ten hoogste 9 maanden worden verlengd.

De procedures hebben grotendeels stilgelegen vanaf 15 maart jl. en de komende periode zal door de IND worden gebruikt om aangepaste werkwijzen te introduceren, zodat de procedures weer op veilige wijze kunnen worden hervat. Uiteraard verricht de IND volle inzet op de procedures die ondanks de genomen maatregelen wel (weer) doorgang kunnen vinden. Desalniettemin is de verwachting dat de effecten van de noodzakelijke coronamaatregelen op de beslistermijnen substantieel zijn. Daarom acht ik in eerste instantie een verlenging van de beslistermijn met zes maanden redelijk.

De IND zal naast onderhavige brief en de publicatie in de Staatscourant diverse beschikbare communicatiemiddelen inzetten om de vreemdelingen die het betreft hierover te informeren. Ik besef dat het voor de vreemdelingen die hierdoor worden geraakt en die zich mogelijk al in een lastige situatie bevinden door de coronacrisis, vervelend is om langer te moeten wachten voordat zij duidelijkheid krijgen over hun verblijfperspectief. Echter, deze situatie van overmacht geeft mij geen andere keuze. Ik kies ervoor om deze maatregel nu reeds toe te passen, zodat de verwachting over de beslistermijnen voor iedereen helder is.

De beslistermijn voor verblijfsaanvragen met andere verblijfsdoelen en van naturalisatieverzoeken worden niet op generieke wijze verlengd. Voor niet-asielzaken geeft de publicatie van de richtsnoeren van de Europese Commissie geen uitsluitsel, nu daarop de Procedurerichtlijn niet van toepassing is. Wel kan in individuele zaken de beslistermijn in voorkomende gevallen waarbij de maatregelen met betrekking tot het coronavirus een tijdige beslissing in de weg staan op grond van artikel 4:15, tweede lid, onderdeel c, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) worden opgeschort. Dit zal op individuele basis worden beoordeeld.

Artikel 4:15, tweede lid, onderdeel c, Awb biedt bestuursorganen de mogelijkheid om in situaties van overmacht de beslistermijn op te schorten zolang het bestuursorgaan door overmacht niet in staat is een beschikking te geven.

De vreemdeling en/of diens gemachtigde kunnen evenzeer te maken hebben met de getroffen maatregelen en zij kunnen niet altijd voldoen aan voor hen geldende termijnen. De IND zal hen in deze gevallen binnen het redelijke de ruimte bieden die nodig is om aan hun verplichtingen te voldoen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven