19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2471 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2019

Met deze brief informeer ik u over een wijziging in het landenbeleid voor de Russische Federatie. Het algemeen ambtsbericht Russische Federatie van de Minister van Buitenlandse Zaken van 21 december 2018 is voor mij aanleiding om Jehovah’s getuigen afkomstig uit de Russische Federatie aan te merken als risicogroep.

Met ingang van 17 juli 2017 zijn Jehovah’s Getuigen een verboden organisatie krachtens een uitspraak van het Russische Hooggerechtshof van 20 april 2017. Het Hooggerechtshof oordeelde dat de groepering een gevaar vormt voor de openbare orde en de openbare veiligheid en derhalve als een extremistische organisatie moet worden verboden. Tientallen Jehova's getuigen werden al snel na het verbod door het Russische Hooggerechtshof geconfronteerd met strafrechtelijke vervolgingen op grond van deelname aan een extremistische organisatie. Sinds mei 2017 zijn tientallen Jehova’s getuigen in heel Rusland in bewaring gesteld op verdenking van extremistische activiteiten. Eind september 2018 spreekt de organisatie Human Rights Centre Memorial van 31 gedetineerde Jehova’s getuigen en merkt daarbij op dat het werkelijke aantal waarschijnlijk hoger ligt. Jehova’s getuigen worden dikwijls geconfronteerd met ontslag van hun werk en met verstoringen van hun ordevieringen, discriminatie en brandstichting door Russische burgers. Bovenstaande is voor mij aanleiding om Jehova’s getuigen afkomstig uit de Russische Federatie te benoemen tot risicogroep. Dit betekent dat een individuele toets van het asielverzoek plaatsvindt, maar dat de vrees voor vervolging met geringe indicaties aannemelijk gemaakt kan worden.

Naar aanleiding van het vorige ambtsbericht is al besloten om politieke activisten en andere personen die significant kritiek leveren op het regeringsbeleid te benoemen tot risicogroep. Reden hiervoor was dat uit het vorige ambtsbericht bleek dat de mensenrechten en specifiek de vrijheid van meningsuiting in de Russische Federatie steeds meer in het nauw waren gekomen. Sinds het vorige ambtsbericht kwamen vrijheden van minderheden en oppositie nog verder onder druk te staan.

Voorts is naar aanleiding van het vorige ambtsbericht besloten dat er in Tsjetsjenië sprake is van systematische vervolging van lhbti’s. Als het geloofwaardig is dat iemand lhbti is en afkomstig is uit Tsjetsjenië, zal daarom een verblijfsvergunning verleend worden. Op basis van eerdere ambtsberichten wordt thans al aangenomen dat het voor lhbti’s niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten of internationale organisaties te verkrijgen en wordt het vestigingsalternatief slechts onder bepaalde voorwaarden tegengeworpen.

Op basis van het nieuwe ambtsbericht is er geen aanleiding om het bestaande beleid voor lhbti’s afkomstig uit de Russische Federatie aan te passen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers

Naar boven