19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2467 MOTIE VAN HET LID KUIKEN C.S.

Voorgesteld 30 januari 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid verantwoordelijk is en blijft voor de uitvoering van het vreemdelingenbeleid;

overwegende dat ook nadat de directeur van de IND zijn oordeel heeft gegeven, er in een latere fase van de procedure een situatie van schrijnendheid kan worden aangevoerd;

van mening dat de afschaffing van het kinderpardon niet betekent dat er in de toekomst nooit meer coulant kan worden omgegaan met hier gewortelde kinderen en/of andere individuele gevallen;

spreekt uit dat er ook in de toekomst ruimte blijft om aan de wet zodanig invulling te geven dat er in het geval er in individuele zaken sprake is van een schrijnende toestand waardoor uitzetting niet aan de orde kan zijn, een besluit tot uitzetting kan worden teruggedraaid,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kuiken

Van Ojik

Akerboom

Naar boven