Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juni 2018
Op mijn verzoek heeft het WODC een onderzoek laten uitvoeren naar opvang- en onderdakvoorzieningen,
geboden door het Rijk en door gemeenten, voor vreemdelingen met een vertrekplicht.
De onderzoeksvraag luidt:
Welke vormen van opvang- en onderdaklocaties bestaan er voor vreemdelingen die uit
Nederland dienen te vertrekken (1), hoe is het gesteld met de terugkeer van vreemdelingen
en andere vormen van uitstroom vanuit die locaties (2), in hoeverre is de geboden
opvang daarop van invloed en wat zijn in dat verband de ervaringen van vreemdelingen
zelf (3)?
Het rapport bied ik u hierbij aan1. Ik deel de constatering van de onderzoekers dat een stabiele leefsituatie, begeleiding
en activering noodzakelijk zijn om de doelgroep, die vaak al vele jaren illegaal in
Nederland verblijft, zich te laten richten op de toekomst. Ook blijken uit het rapport
de verschillen tussen gemeentelijke voorzieningen en het belang van eenduidige gegevensverzameling
om conclusies te kunnen trekken over de effectiviteit van de opvang en begeleiding.
Ik zal het rapport betrekken bij de lopende gesprekken met gemeenten en VNG over de
opvang van vreemdelingen zonder recht op verblijf en zonder rijksopvang, in het kader
van de afspraken in het interbestuurlijk programma.2 Zoals besproken in het debat op 17 mei jongstleden (Handelingen II 2017/18, nr. 82,
debat over het kraken van sociale huurwoningen in Amsterdam) informeer ik u zodra
deze plannen tot besluitvorming leiden.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers