19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2337 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2017

In mijn brief van 19 december jl.1 heb ik toegezegd dat ik zal onderzoeken of een nieuwe logeerregeling kan worden ontworpen die een meerwaarde biedt voor participatie/integratie op een kosteneffectieve wijze.

Het COA heeft daartoe samen met de ministeries van VenJ en SZW een verkenning uitgevoerd met Vluchtelingenwerk Nederland (VWN), Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en een organisatie voor gastgezinnen. Met deze brief informeer ik u over de tussentijdse resultaten van deze verkenning.

De verkenning heeft de volgende uitgangspunten opgeleverd:

  • Het faciliteren/stimuleren van overheidswege is legitiem indien logeren buiten het COA een meerwaarde heeft voor de participatie/integratie van vergunninghouders;

  • Logeren vindt zoveel als mogelijk plaats in de gemeente waaraan de vergunninghouder is gekoppeld t.b.v. uitplaatsing voor gemeentelijke huisvesting. Hierdoor kan de participatie/integratie vervroegd van start gaan in de nieuwe leefomgeving;

  • Bij een gewijzigde aanpak is het mogelijk dat ook 18–21 jarigen extern kunnen verblijven2. Juist deze doelgroep kan gebaat zijn bij logeren buiten het COA omdat zij extra waarde hechten aan een rustige en vertrouwde omgeving. Verblijf bij een gastgezin heeft aangetoond dat er vriendschappen ontstaan, ook na de logeerperiode;

  • Logerende vergunninghouders lopen geen vertraging op in de uitplaatsing naar gemeentelijke huisvesting. De logeerperiode duurt tot het moment van definitieve huisvesting;

  • De aanpak dient toekomstbestendig en kosteneffectief te zijn.

Een vorm van samenwerking met een organisatie voor gastgezinnen kan meer bijdragen aan participatie/integratie dan een (gewijzigde) logeerregeling. Uit recent onderzoek van Tilburg University3 blijkt dat vergunninghouders willen logeren bij gastgezinnen vanwege participatie/integratie mogelijkheden; de ervaringen zijn positief. De ervaring van het COA is dat het logeren bij familie of vrienden doorgaans een minder gunstig effect heeft op participatie/integratie. Vrienden of familie zijn vaak zelf nog bezig met de integratie en beheersen de Nederlandse taal niet/matig. De vergunninghouder is slecht bereikbaar voor het COA en deelname aan het voorinburgeringsprogramma vermindert sterk. Het COA heeft positievere ervaringen bij logeren van vergunninghouders bij gastgezinnen. De vergunninghouder leert de Nederlandse taal sneller en vindt makkelijker een stage of werkplek.

Het COA zal om bovengenoemde redenen de komende periode nader onderzoeken of en op welke wijze een vorm van samenwerking met een organisatie voor gastgezinnen mogelijk is. De huidige logeerregeling zal in de tussentijd worden gecontinueerd.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 2271

X Noot
2

Momenteel is deze doelgroep uitgesloten van de logeerregeling omdat de toelage zou leiden tot meer inkomsten dan een uitkeringsgerechtigde ontvangt.

Naar boven